Gewogen en te zwaar bevonden
De mens dreigt te bezwijken onder zijn eigen gewicht. In haar boek ‘Het honger-gen’ zoekt wetenschapsjournaliste Ellen Ruppel Shell naar de oorzaken van de vetpandemie, dokter Luc Van Gaal van het Universitair Ziekenhuis Antwerpen geeft commentaar.
:: Het honger-gen, Ellen Ruppel Shell, De Arbeiderspers, 320 p., 19,95 euro.
De weegschaal liegt er niet om : bijna één Belg op twee is te zwaar. Niets om trots op te zijn, maar we zijn in goed gezelschap. In Amerika is het aantal gevallen van ernstige zwaarlijvigheid in 20 jaar tijd verdubbeld. Obesitas gedijt bij vooruitgang. Meer nog, maakt de meeste nieuwe slachtoffers in die landen waar de westerse commercie en een ongelimiteerd consumentisme recent hun intrede hebben gedaan : het voormalige Oostblok, Zuid-Amerika, het Verre Oosten. In China, het land met de grootste bevolking ter wereld, verzesvoudigde het aantal obese mensen in het laatste decennium. In India, een van de armste landen, zijn overgewicht en obesitas endemisch onder de middenklassen. En in de Stille Zuidzee, waar op sommige eilanden driekwart van de bevolking gevaarlijk dik is, blijkt het obesitasprobleem hele culturen te kunnen veranderen.
“Hoe is de wereld zo dik geworden en wat kunnen we eraan doen ?” vraagt de Amerikaanse wetenschapsjournaliste Ellen Ruppel Shell zich af in haar veelzijdige boek Het honger-gen. Een bijzonder doeltreffend boek overigens. Ik bedoel maar : tijdens het lezen heb je niet bepaald de neiging om in een zak chips te graaien, daarvoor worden de gevaren van zwaarlijvigheid iets te beeldend voorgesteld.
Het verhaal van obesitas is er een van paradoxen. Enerzijds is de aanleg tot zwaarlijvigheid tot op zekere hoogte in het menselijke organisme ingebakken. Moeder Natuur wil dat haar kindertjes goed eten, kwestie van een optimale voortplanting te verzekeren. De Venus van Willendorf, een 25.000 jaar oud kalkstenen beeldje dat waarschijnlijk een vruchtbaarheidsgodin voorstelt, heeft voluptueuze borsten, mollige knieën en een buik als die van Dehaene. Anderzijds schrijft het huidige schoonheidsideaal een slanke, gespierde Baywatch-body voor. Een contradictie die bij nogal wat stervelingen voor pijnlijke frustraties zorgt, te meer omdat door de onbeperkte beschikbaarheid van calorierijk eten en de tirannie van de auto de kloof tussen ideaal en realiteit alsmaar groter wordt. Zo bleek uit een enquête van het vakblad Psychology Today dat 15 % van de vrouwen en 11 % van de mannen bereid is vijf jaar van hun leven te offeren als ze in ruil daarvoor hun streefgewicht zouden bereiken. Uit een ander onderzoek bleek dat nogal wat kinderen beweerden de voorkeur te geven aan een speelkameraadje met een ontbrekende hand of voet dan aan een zwaarlijvig vriendje. Dik zijn wordt algemeen met luiheid geassocieerd, met gulzigheid en karakterzwakte. Het instinct haalt het van de rede, wat veel mensen met gêne vervult.
Te veel in, te weinig uit
In haar boek geeft Ruppel Shell een boeiend en bijwijlen amusant overzicht van de geschiedenis van zwaarlijvigheid en de frenetieke zoektocht naar mogelijke remedies, van ene dokter Malcolm Flemyng die in 1757 beweerde 15 kilo kwijtgeraakt te zijn door het dagelijks drinken van ‘7 gram harde witte zeep, opgelost in een halve kop water’ tot het huidige gentechnologische onderzoek, waarbij wetenschapslui een soms bittere concurrentiestrijd voeren. Want zoveel is duidelijk : met obesitas zijn miljarden te verdienen. Een andere rode draad in Het honger-gen zijn de portretten van mensen die met hun overgewicht worstelen. Zoals die twee onfortuinlijke Pakistaanse kinderen, volle neef en nicht, die een allesverslindende honger vertoonden die hen ertoe aanzette om halfbedorven eten uit de vuilnisbak te halen en aan bevroren vissticks uit de diepvries te knagen. Als ze geen eten om zich heen hadden, raakten ze in paniek. Het oudere kind, een meisje, woog op haar achtste 87 kilo en moest door haar ouders in een rolstoel rondgereden worden. Na uitgebreid onderzoek kwam aan het licht wat de onontkoombare eetdrang veroorzaakte : een totaal gebrek aan leptine, een hormoon dat een verzadigingssignaal naar de hersenen stuurt en zo mee de eetlust regelt. De ontdekking zorgde voor veel opwinding : wetenschappers zagen er het bewijs in dat eetgedrag biologisch bepaald wordt, net als bloeddruk en hartslag. Helaas bleek het leptinetekort van de Pakistaanse kinderen een uiterst zeldzame genetische afwijking te zijn. Bij de meeste obese mensen functioneren de mechanismen in de hersenen die de voedselinname regelen perfect normaal. Conclusie : ze werden niet dik geboren, maar dik gemaakt. En de Oxford-filosoof Nick Bostrom mag dan al beweren dat de mens binnen afzienbare tijd volkomen maakbaar is, een antivetpil die ons in staat stelt om alles te eten wat we willen zonder dat we er dik van worden, is nog niet voor morgen.
Dat is ook de mening van dokter Luc Van Gaal, diensthoofd diabetologie, metabole ziekten en nutripathologie van het Universitair Ziekenhuis Antwerpen.
Luc Van Gaal : “De vulgarisatie van de wetenschap is een goeie zaak, maar wat al te vaak gebeurt, is dat onderzoeksresultaten op het gebied van obesitas die gelden voor proefdieren of voor enkele zeldzame individuen in de pers onmiddellijk vertaald worden naar de miljoenen dikke mensen die er zijn. Om het voorbeeld van leptine te nemen : wereldwijd zijn er een vijftal mensen gevonden die een tekort vertoonden en bij wie de zaak rechtgetrokken kon worden door leptine bij te geven. Maar dat wordt dan in zo’n daglicht geplaatst dat de man in de straat denkt : ‘Aha, nu hebben ze het gevonden, dat is voor mij.’ Boerenbedrog, want niet één gen, maar een samenspel van een 40-tal genen is verantwoordelijk voor de opname én verbranding van energie, en die genetische factor verklaart zo’n 40 % van het overgewicht. Voor de rest vallen we terug op omgeving en eetgedrag. Want de menselijke genen zijn de laatste 50 jaar niet veranderd, terwijl er zich in die periode wél wereldwijd een epidemische explosie van het obesitasprobleem heeft voorgedaan. De grote oorzaak van zwaarlijvigheid is bekend : er gaan te veel calorieën in en te weinig uit. Doordat we progressief meer en anders zijn gaan eten en steeds meer een zittend leven zijn gaan leiden.”
Omstreeks deze tijd van het jaar pakt zowat elk vrouwenblad uit met een dieet. Zonder veel resultaat, blijkbaar.
Het probleem overgewicht zou losgekoppeld moeten worden van het esthetische aspect én van de kilo’s. Kijk er de magazinecovers maar op na : het bikinidieet, het platte-buikplan, snel 5kilo- tjes eraf vóór de zomer… Maar men moet niet denken in termen van kilo’s, maar van risico’s. Daarom moedigen we de mensen aan om te letten op hun BMI (Body Mass Index : lichaamsgewicht in kg gedeeld door het kwadraat van de lengte in meter) in plaats van op hun gewicht. Voor de Wereldgezondheidsorganisatie betekent een BMI tussen 25 en 30 overgewicht ; een BMI hoger dan 30 heet obesitas. In de media gaat de aandacht vaak naar de superzwaargewichten die door een operatie spectaculair afvallen. In heel België zijn er ongeveer 20.000 personen met een BMI hoger dan 40 ; zij vereisen een specifieke benadering. Maar de mensen met een gering overgewicht maken een groot deel van de bevolking uit, zijnde 4 miljoen volwassenen. Ze voelen zich wel goed, maar als ze hun eet- en bewegingspatroon niet veranderen, zullen ze binnen de 10 jaar obees zijn, met alle risico’s vandien. Dat is een ware tijdbom, waarvoor niet genoeg gewaarschuwd kan worden.
In ‘Het honger-gen’ haalt Ellen Ruppel Shell het voorbeeld aan van Singapore, waar zeer goede resultaten behaald werden met een ’trim je fit’-programma en gezonde schoolmaaltijden voor kinderen. Maar er heerst daar een autoritaire cultuur ; bij ons zou men zo’n drastische aanpak wellicht betuttelend vinden.
Ik zeg niet dat de aanpak betuttelend moet zijn, maar men moet wel beseffen waar we naartoe gaan. Daarom pleit ik voor een krachtdadige aanpak van de sensibilisering voor het probleem. Pas als je ten volle overtuigd bent van de noodzaak, ben je bereid om ook echt iets te doen. Het is nog niet zo lang geleden dat we beleidsmensen hadden die onze waarschuwingen gewoon wegwuifden. Terwijl we hier niet alleen met een medisch en sociaal probleem te maken hebben ; er hangt ook een aanzienlijk prijskaartje aan vast. De kost van obesitas voor het gezondheidsbeleid en het RIZIV is enorm. Onlangs heb ik uitgerekend wat diabetes, het belangrijkste gevolg van obesitas, de maatschappij in de toekomst zal kosten. Voor de nieuwe gevallen alleen al zal dat in de komende 10, 15 jaar neerkomen op 3 miljard oude Belgische franken. En dan heb ik het nog niet over de mensen die nu al diabetes hebben en over hart- en vaatziekten, hoge bloeddruk, hersentrombose, galstenen, bepaalde kankers gelieerd aan obesitas. Als we geen drastische maatregelen nemen, wordt overgewicht in de nabije toekomst een enorm medico-economisch probleem. In maart stond het op de voorpagina van alle Amerikaanse kranten en tijdschriften : obesitas is hard op weg om roken voorbij te steken als killer nummer 1 op het lijstje van beïnvloedbare doodsoorzaken.
Wat is de rol van het Obesitasforum in de sensibilisering voor het probleem ?
Het doel van het Obesitasforum is het verenigen van alle instanties in dit land die tegen zwaarlijvigheid vechten en die de gewichtscurve van de Belgische bevolking willen ombuigen. Uiteraard speelt de huisarts in die strijd een vooraanstaande rol ; hij moet daarin ondersteund worden. De activiteiten van het forum zijn gericht op het grote publiek, de zorgverstrekkers en de politieke machthebbers. Binnenkort verschijnt er bijvoorbeeld een brochure voor het grote publiek waarin in duidelijke bewoordingen wordt uitgelegd wanneer je te zwaar bent en wat je er concreet aan kunt doen. Uit een recente enquête van onderzoeksbureau INRA in opdracht van het Obesitasforum blijkt immers dat 1 op 2 Belgen wel meent dat er iets mis is met zijn gewicht, maar 75 % is ervan overtuigd dat ze gezond eten. Er moet dus dringend informatie komen over gezonde voeding. Daarnaast heb ik een lijstje klaar van een aantal voorstellen waarvan ik vind dat ze door de bevoegde instanties uitgevoerd moeten worden. Lessen over gezond eten op school, bijvoorbeeld, voor de verschillende leeftijdsgroepen. Met praktische voorbeelden : een gezond ontbijt op school, om maar iets te zeggen. Kinderen moeten ook op school tussen de lessen water kunnen drinken. Daarvoor moeten er fonteintjes geïnstalleerd worden, zodat ze niet op frisdrankautomaten aangewezen zijn. In plaats van elke dag friet, moeten er uitgebalanceerde warme maaltijden aangeboden worden die er smakelijk uitzien. En de koeken-, candybar- en chipsautomaten : weg ermee !
In Groot-Brittannië wil men een vettaks invoeren op vetrijke maaltijden zoals in fastfoodrestaurants.
Persoonlijk betwijfel ik of dat veel zal uithalen. De sigaretten zijn ook duurder geworden, maar de mensen blijven roken. Ik vind wel dat restaurants en zeker de fastfoodrestaurants het vetgehalte van hun maaltijden duidelijk kenbaar zouden moeten maken. Je moet weten wat je binnenkrijgt. Pas op, fastfood op zich is niet de grootste boosdoener, maar wel de manier waarop het gebruikt wordt. Als tussendoortje en als manier van met elkaar om te gaan. Als ik vroeger na school al eens een cola ging drinken, dan was ik er met 120 calorieën vanaf. Nu treffen jongeren elkaar vaak in fastfoodrestaurants die als een ontmoetingsplaats fungeren. Als je daar een hamburger met friet en een drankje neemt, ben je vertrokken voor 700, 800 calorieën. En ’s avonds staat er thuis opnieuw eten op tafel.
Het is de cultuur die geleid heeft tot al die extra’s die het grote probleem vormt. Neem nu de voedingsreclames op televisie : alles is super, maxi, mega en bij een pot mayonaise van merk X krijg je 30 % gratis. Maar ik heb nog nooit reclame gezien voor 30 % gratis sla of bloemkool. Ik zou willen pleiten voor een verbod op reclame voor ongezond eten in prime time ; kinderen worden overstelpt met publiciteit voor allerlei toetjes en snacks. Met de- sastreuze gevolgen : er bestaat een rechtstreeks verband tussen de uren die men voor televisie slijt en de kans op obesitas en diabetes. Ouderdomsdiabetes kwam vroeger bijna uitsluitend bij 50-plussers voor, nu zien we het soms bij jongeren van 15 jaar. Volgens mij moet er dringend een parlementaire commissie komen die een aantal maatregelen op papier zet die verschillende ministeries overkoepelen : volksgezondheid, sociale zaken, onderwijs… Het is vijf over twaalf, we hebben te maken met een regelrechte epidemie, alleen is ze niet overzetbaar door virussen of bacteriën.
Is er een hiërarchie in onze slechte eetgewoonten ?
We eten vooral veel te vet. Een reep chocolade bevat bijvoorbeeld niet alleen veel suiker, maar bestaat ook voor 50 % uit vet. Soms wordt het grote publiek bewust slecht ingelicht : de zogenaamde lightproducten bevatten vaak minder koolhydraten, maar zitten nog vol vet en energie. De consument denkt ten onrechte dat hij er overdadig gebruik van mag maken. Statements over voeding zouden correct moeten zijn. Er zou ook dringend moeten ingegrepen worden in de publiciteit voor nepvermageringsmiddelen waarover niet de minste evaluatie en controle bestaat, genre ‘de wonderpil’ tegen overgewicht, minus 10 kilo in 2 weken. Meestal gaat het om zogenaamde voedingssupplementen die ontsnappen aan de strenge controles waaraan medicijnen wel onderworpen worden.
Denkt u dat ze ooit zal bestaan, de pil die maakt dat we kunnen eten wat we willen zonder dik te worden ?
Men werkt al 20 jaar aan moleculen om te vermageren. Ik heb er zelf al 10 uitgetest, waarvan er 8 nooit op de markt gekomen of intussen alweer uit de verkoop genomen zijn. Van al die middelen gaven de goeie een gewichtsverlies van 10 % en de minder goeie 5 %. Tot op heden heb ik nooit iets beters gezien. Op dit ogenblik zijn er in België 2 medicijnen die onder dokterstoezicht in combinatie met een aangepaste voeding, een bewegingsprogramma en eventueel gedragstherapie tot gewichtsverlaging kunnen leiden : sibutramine, een stof die op het verzadigingsgevoel inwerkt en orlistat, dat werkt ter hoogte van de darmen en waarbij de vetopname met 30 % verminderd wordt.
We eten niet alleen te veel en verkeerd, we bewegen ook te weinig.
Precies. Ook de fysieke conditie van de Belgische bevolking gaat spectaculair achteruit. De auto, de afstandsbediening en de laptop bevorderen een zittend leven. En hoewel we officieel minder uren werken dan vorige generaties, hebben we steeds minder tijd. Een kilometer te voet gaan om een boodschap te doen of iemand op te zoeken ? Nee, we nemen de auto, dat gaat sneller. Nochtans moet je niet aan topsport doen om een evenwicht te bereiken tussen calorieënopname en -verbranding. Om overgewicht te voorkomen, zou men per week 150 minuten aan intensieve lichaamsbeweging moeten doen. Dat is 2 x 10 minuten flink doorstappen per dag, dat zou toch in ieders agenda geïncorporeerd moeten kunnen worden. Een goed idee is de aanschaf van een pedometer : 4000 à 5000 stappen per dag volstaan. Het is ook niet zo dat men spectaculair moet afvallen om een aanzienlijke verbetering van de gezondheidstoestand te veroorzaken. Een gewichtsverlies van 5 à 10 % leidt tot een globale risicodaling van 25 à 30 %. Dan heb ik het over een daling van de bloeddruk, van het glucosegehalte en de lipiden in het bloed, over de stolbaarheid van het bloed. Neem dat je 100 kilo weegt en je slaagt erin om 7 kilo te vermageren én dat gewichtsverlies te behouden : daarmee realiseer je al heel veel. Recente onderzoeken waarbij 5000 mensen betrokken waren, bewezen het : als je in 4 jaar 4 kilo afvalt door een combinatie van gezonde voeding en meer beweging, verminder je je risico op diabetes met 50 tot 60 %. Als je bedenkt wat dat scheelt, niet alleen qua persoonlijke zorg maar ook qua economische kost voor de maatschappij, dan is dat een enorm rendement. Daar zou dus veel meer in geïnvesteerd moeten worden.
Je hoort vaak : het zit in de familie, wij zijn allemaal aan de forse kant.
Er bestaat inderdaad zoiets als een erfelijke trend, zoals dat bij alle aandoeningen het geval is. Maar een regelrechte overerving van grootouders op ouders op kinderen is uiterst zeldzaam. Je zou kunnen stellen dat een genetische aanleg zich manifesteert in een lichaam dat fijner is afgesteld op omgevingsfactoren : de beschikbaarheid van vet eten, in combinatie met een zittend leven. Wat je erft is niet alleen het genetisch materiaal, maar een levensstijl. Ken je dat schilderij van Botero, van die dikke familie ? Moeder, vader, kind : allemaal kogelrond. Maar ook de kat is moddervet en die heeft niét hetzelfde genetische materiaal.
Er is nu veel te doen over maagverkleiningen en maagringen, al dan niet aangeprezen door spectaculair vermagerde BV’s.
Chirurgie is voor een bepaalde groep patiënten zinvol, maar dan hebben we het over mensen met een BMI hoger dan 40, bij wie de risico’s verbonden aan de obesitas de risico’s van de ingreep overstijgen. Daar bestaan richtlijnen voor van de Belgische vereniging die het obesitasonderzoek coördineert. Ook die informatie zal opgenomen worden in de brochure voor het grote publiek van het Obesitasforum. Maar een maagverkleining is niet verantwoord voor iemand met een BMI van 30 of 32. Of alle chirurgen daar even scrupuleus in zijn ? Misschien niet. Maar nog eens : de minderheid van de zwaar obesen moet uiteraard geholpen en behandeld worden, maar de aandacht van de media en van de bevoegde instanties zou in de eerste plaats moeten gaan naar de 4 miljoen anderen die in de beginfase van overgewicht zitten.
Tekst Linda Asselbergs
“Het probleem overgewicht zou losgekoppeld moeten worden van het schoonheidsaspect én van de kilo’s : men moet denken in termen van risico’s.”
“Obesitas is hard op weg om roken voorbij te steken als de killer nummer 1 op het lijstje van beïnvloedbare doodsoorzaken.”
“Alles is super, maxi, mega en bij een pot mayonaise van merk X krijg je 30 % gratis. Maar ik heb nog nooit reclame gezien voor 30 % gratis sla of bloemkool.”
“Om overgewicht te voorkomen, volstaat 150 minuten intensieve lichaamsbeweging per week. Dat is 2 x 10 minuten flink doorstappen per dag.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier