Waarom moet een stuk zeep ineens anders ruiken ? Kunnen je hersenen je een geur doen ruiken die er niet meer is ?

Geachte heren en dames, productontwikkelaars bij cosmeticagiganten Unilever, Beiersdorf, Procter & Gamble, L’Oréal en Henkel, ik wil het u al zo lang vragen. Waarom wijzigt u eens om de zoveel jaar de geursamenstelling van uw zepen, crèmes, zalven en shampoos ? Is het omdat ieder decennium vraagt om een nieuwe verpakking, een nieuw logo, een nieuwe wonderformule en dus ook een nieuwe geur ? Het is maar dat uw frivole geuren zulke prachtige mnemotechnische middelen zijn bij het ophalen van herinneringen aan plaatsen, mensen, tijden en sferen. O, wat mis ik hem, die vluchtige snuffel aan een haastig opengeschroefde flacon Garnier Ultra Doux Kamille shampoo in de supermarkt. Aan één pufje had ik genoeg om de slaapzaal van dat internaat in Zuid-Frankrijk te zien, die magische plek waar ik op mijn twaalfde drie weken op vakantiekolonie was. Ik zag opnieuw die stalen bedden, die gesteven lakens, die krakende kasten, die met alcoholstift volgekladde muren en de beduimelde Tina-strips.

Ik rook nog eens de Malabar-kauwgomballen en de Chupa-Choop-lolly’s, de Banania-chocolademelk en het Mister Freeze-waterijs, de Panaché-limonade en de Margaret Astor-lipstick die ik in de gauwte thuis van mijn moeder had meegepikt. En vooral : ik voelde de niet aflatende zindering in de onderbuik van meisjeslichamen van twaalf, de opwinding in de douchezaal wanneer we ons opmaakten voor een dansfeest, de knijpende zenuwen bij het betreden van de versierde foyer, en ja, zelfs de constante verwachting die een meisjesgeest van twaalf beheerst ging even door mijn hoofd duizelen.

Zucht – en een zoveelste snuif van de dag aan de flacon Eau d’Orange Verte van Hermès op mijn schrijftafel. Deze actie is zinloos. Wie schrijft er ook nog echte brieven ? De wetten van de marketing zijn meedogenloos en houden geen rekening met de nostalgie van de geurverslaafde consument. Om de zoveel tijd worden zeep-, shampoo-, gel- en poedergeuren aangepast aan de noden van de tijd en daar moet men zich bij neerleggen. Op een dag rook ik aan een fles Garnier-shampoo en de geur was niet meer dezelfde. Hoezeer ik ook mijn best deed, ik kon de beelden niet meer ophalen. Dat met een geur ook een herinnering verdwijnt, daar ligt de industrie niet van wakker. Nochtans : niks zo’n sterke memory trigger als een geur. Beelden, klanken, stemmen en sferen, ze komen meteen terug bij de juiste nasale prikkel. Dat had ik al vroeg door. Dus besloot ik lang geleden om voor iedere op til zijnde nieuwe ervaring een passende geur te selecteren. Het was een feilloos systeem : later zou een kort snuifje aan het desbetreffende product volstaan om een virtueel fotoalbum te openen, compleet met klank- en gevoelssoundtrack.

Niet alles is verloren

Maar dat was dus buiten de drang naar vernieuwing in de cosmeticasector gerekend. De Wilde Frisheid Van Limoenen van Fa Groen ruikt anders dan vroeger. Elsève Fréquence bestaat niet meer. Wat zou er gebeurd zijn met de Sanara-haarverzorgingslijn van Wella ? Waarom ruikt de beauty wash van Oil of Olaz (toen nog Oil of Ulay) niet meer zoals toen ? En zou het mogelijk zijn om in één of ander ontwikkelingsland een fles (blauwe) Nivea Douchegel ca. 1987 op de kop te tikken ? Vooral die zou ik zo graag nog eens ruiken. Stel je voor dat ik de damp in de douchecabine van dat ene appartement opnieuw zou zien, de koude koperen knop van die badkamerdeur weer zou voelen, dat de wakke David Hamilton-poster aan de muur voor me zou opdoemen en dat de door het warme water week geworden witte tablet Monsavon-zeep opnieuw tegen mijn huid zou plakken. Ach ! Monsavon ruikt nog net zo als vroeger. Ze zijn nog niet allemaal verloren, mijn herinneringsgeuren.

Gelukkig bestaan ze : de klassiekers. De onverwoestbare household names met geuren die de tand des tijds moeiteloos hebben doorstaan. Sunlight-zeep doet me denken aan de rudimentaire prefab badkamer bij mijn grootouders, Ladon-tabletten van Henkel aan de kasten en laden bij tante, Armada-sigaretten en McCrystal’s Menthol Snuff aan de achterkeuken van het café waar ik opgroeide, d’Or-vloerzeep ruiken is op vrijdagnamiddag thuiskomen van school, boekentas in de gang gooien en videoclips kijken op televisie. Valt het op dat standvastige geuren vaak een connotatie van traditie, degelijkheid en ook wel deugdelijkheid hebben ? Op-en-top zinnelijke blijvers zijn natuurlijk de parfums, de eau de toilettes en colognes met namen als Allure, Chloé, Organza, Insensé, Ck Be, Declaration en Rive Gauche. Mensen, plekken, avonden en avonturen zijn eraan gelinkt. Voor eeuwig, en dat is wel zo prettig. Maar nooit heb ik een geurklassieker geselecteerd om een toekomstige herinnering aan op te hangen. Heb ik mezelf gesaboteerd door als flashbackhendels aan mensen, plaatsen en periodes steevast goedkope, modieuze en o zo vluchtige supermarktgeuren uit te kiezen ? Misschien zat zelfbehoud er wel voor iets tussen.

Aroma di amore

Eén geur kun je nergens kopen. Die van een geliefd lichaam. De geur van parelend vers werkzweet op een zonverbrande huid. De muskus van een mannenoksel. De geur van haar, vel, huidplooi, spierspanning en nestlichaam. Een vraag voor de wetenschapper : is het mogelijk dat een lichaam een geur van een gemist lichaam zelf begint aan te maken ? Kunnen je hersenen je een geur doen ruiken die er niet meer is (en er nooit meer zal zijn) ? Kun je een geur opnieuw ruiken, simpelweg door eraan te denken ? Kan ons geheugen geuren onthouden én activeren ? Ik denk van wel, al kan ook die gedachte een geval van deceptie zijn natuurlijk. Gemis doet rare dingen met je hersenen.

Ik ontmoette eens een man die het geluid van dichtvallende deuren verzamelt. Overal ter wereld heeft hij geluidsopnamen gemaakt van deuren die in het slot vallen. Dat naar aanleiding van die ene keer dat hij zijn ouderlijke huis bezocht en er een schokgolf door zijn lijf sidderde bij het dichtvallen van de voordeur. Al duizenden keren was die deur achter hem dichtgevallen, nooit was het geluid ervan hem opgevallen. En dan op een dag, bàm, die dichtvallende deur verpletterde hem als een juggernaut : herkenning – herinnering – ontzetting. Sindsdien is hij een geluidenverzamelaar, een klankentapper. Ik ben een geurverslaafde, maar alsnog geen geurcollectioneur. Het is waarschijnlijk maar best dat ik sommige geuren nooit meer zal ruiken, de gevolgen zouden wellicht niet te overzien zijn.

Door Katia Vlerick

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content