Terwijl haar man ’s ochtends de koeien aan het melken was, probeerde een 39-jarige vrouw haar dochter van zestien te wurgen. Daarna sloeg ze met een hamer op het hoofd van haar veertienjarige zoon. Vervolgens slikte ze een overdosis pillen.

Het incident (of hoe noem je dit soort van wanhoopsdaden die doorgaans als verbijsterend of hallucinant worden omschreven?) deed zich niét voor in een ver verleden en ook niet in een barbaarse cultuur, maar onlangs in ons eigenste West-Vlaanderen.

Een ander faits divers, diezelfde dag: een 23-jarige verpleegster werd na 3,5 maanden voorlopig vrijgelaten uit de cel. Enkele maanden eerder zou ze haar pasgeboren baby met een handdoek gesmoord hebben.

En nòg in diezelfde krant: een bericht over een gezin waarin drie geadopteerde kinderen emotioneel en fysiek verwaarloosd werden. Over de dood enkele jaren geleden van een twaalfjarige Indiase dochter bestonden vragen. Volgens de krant was de moeder – godbetert – een gewezen verpleegster van Kind en Gezin.

Misschien moet deze column hiér maar ophouden en moet de rest van de pagina leeg blijven, want wat voor zinnigs valt er na zoveel waanzin nog te zeggen?

Toch een poging. Blijkbaar kan een mens anno 2000 in één enkele dag – zonder er speciaal op zoek naar te gaan – vernemen dat op dit kleine, welvarende lapje Vlaanderen drie moeders zo ver heen waren dat ze hun eigen of de aan hen toevertrouwde kinderen hebben willen kapotmaken. Door ze te wurgen, te slaan, te doen stikken.

Uiteraard zal elk verhaal z’n eigen voorgeschiedenis, specifieke omstandigheden en verklaringen hebben, maar de gebeurtenissen afdoen als marginale gevallen die zich slechts bij grote uitzondering voordoen, is misschien toch iets te makkelijk.

In haar indrukwekkende – in deze Weekend Knack besproken – boek Moederschap, beschrijft de Amerikaanse sociobiologe Sarah Blaffer Hrdy talloze voorbeelden van infanticide en kinderverwaarlozing, zoals die zich in de loop der tijden hebben gemanifesteerd. Dat het fenomeen zich ook vandaag op een grotere schaal voordoet dan vermoed wordt, toont ze aan door te verwijzen naar stiekem opgenomen beelden van moeders die in Engelse ziekenhuizen hun baby’s probeerden te smoren. De aandoening, genaamd Münchhausen by proxy, kwam vorig jaar ook bij ons in de media. De scènes waren te gruwelijk om aan te zien, te gruwelijk om als realiteit te dulden.

Wàt een contrast met de rozige boodschap die aanstaande of kersverse moeders meestal te horen krijgen! ” Geniet er maar van“, klinkt het gewoonlijk hartverwarmend rond de wieg. Voor de jonge moeder resten er dan niet veel uitwijkmogelijkheden meer: het komt er vooral op aan de buitenwereld ervan te overtuigen dat ze o zo geniet. Ruimte om te zeggen dat ze wel eens op haar tandvlees zit, is er niet. Baby’tje altijd lief, mama ook altijd lief.

Alles onder controle, dat is de houding die ze hoort aan te nemen, dat is het gevoel dat ze hoort uit te stralen. En vermits alle andere moeders schijnbaar evenzeer zitten te stralen, zal er wel iets grondig mis zijn met haar als zij iets minder die aandrang heeft. Waarom is het toch zo moeilijk toe te geven dat moederen bijwijlen een verdomd lastig corvee is? Waarom per se dat opgefokte geluksgevoel, dat imago van perfecte moeder in stand houden?

Misschien moeten jonge ouders rond de wieg wat vaker ” Sterkte” toegewenst krijgen, en moet hun vooral duidelijk worden gemaakt dat ze zich niet hoeven te generen om hulp in te roepen. “Zolang onze soort bestaat, zijn moeders afhankelijk geweest van hulp van anderen bij het grootbrengen van hun kinderen”, luidt een van de conclusies van Hrdy. Zou het dan niet beter zijn om op tijd aan de alarmbel te trekken, in plaats van mooi weer te zitten spelen terwijl de wanhoop zich opstapelt?

Sterkte!

Johanna Blommaert

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content