LAAT ENKELE ENTHOUSIASTE STEDELINGEN LOS OP EEN LANDELIJK HERENHUIS VAN EEN FLINKE EEUW OUD EN HET RESULTAAT IS EEN EIGENZINNIG, TIJDLOOS GEHEEL. ROBUUST EN STEVIG, NET ZOALS JE VAN EEN WONING OP HET PLATTELAND MAG VERWACHTEN.

Sommige plekken grossieren in lieflijkheid. Elsegem, een van die vele dorpen tussen de glooiingen van de Vlaamse Ardennen, is zo’n idyllisch gehucht. Amper een voorschot groot, maar voorzien van een feestcomité, een goed draaiend café en een imposant herenhuis. Zowat vijftien jaar geleden stond dat huis hopeloos te verkommeren. Vele kilometers verder was een jonge Gentse familie al lang op zoek naar een boerderijtje om in alle rust een gezin groot te brengen. “In De Streekkrant viel ons oog op ‘herenhuis met bijgebouwen, te renoveren’. We zijn meteen gaan kijken en hebben de knoop eigenlijk direct doorgehakt”, vertelt Joke, de vrouw des huizes. Jaren later, toen de verbouwingen al verteerd waren, kreeg het paar te horen dat veel geïnteresseerde dorpelingen die dag waren langsgekomen, maar niemand had de moed om die grootscheepse renovatie aan te pakken. Alleen de Gentenaren hapten toe. “Het was een enorme onderneming, iedereen verklaarde ons gek, maar wij wisten dat we het konden. Dit was ons droomhuis. Bovendien waren we niet bang om de handen uit de mouwen te steken.” Een understatement, het stel zou vijf jaar lang elk weekend en elke vakantie in ‘Het Grote Huis’ spenderen. En dochtertje Luna kreeg er tijdens dat verbouwparcours ook twee broertjes bij, Wolf en Winter.

Het eerste jaar werd het immense herenhuis compleet ontmanteld. De plafonds werden uitgebroken, de tussenmuren heropgetrokken en waar die niet meer rechtstonden, toonden de funderingen hoe het ooit was en terug moest zijn. De originele eiken balken, die niet rot bleken, zouden later in de woonkamer opnieuw opduiken. Er kwam nog wel meer recyclage bij die wederopbouw te pas. De oude kerktegels die het paar uit de tuin opgroef, zouden uiteindelijk de gang en het terras sieren en overal verschenen oude, gerecupereerde deuren. “We hadden weinig middelen, dus deden we alles zelf, zonder veel voorkennis, maar met volle goesting. We bouwden stellingen, leerden beton gieten en een oom toonde hoe we moesten metselen. Een zware, maar vooral een heel fijne periode. Je gaat ervoor, dus moet je erdoor.”

Om de sfeer erin te houden, organiseerde Joke geregeld hulpweek-ends waarbij werkgrage familie en vrienden opgetrommeld werden. Een zoete inval die resultaten opleverde. En ’s avonds, als het stof was gaan liggen, verzamelde iedereen rond het kampvuur om uitgebreid te barbecueën. “Elke zomer kampeerden we in de tuin. Ik kookte in de schuur en maakte tussendoor fruitpap, dineren deden we op ons zelfgemaakt palletterras. Echte vakantie. De kinderen vonden het heerlijk.” Die zalige zomers inspireerden het gezin om hun werk nooit mee naar huis te nemen. Het Grote Huis zou agenda- en computerloos blijven, een vakantiehuis in de beste zin van het woord.

TIJD BRENGT RAAD

Omdat de nieuwbakken dorpelingen op elk vrij moment in hun herenhuis aan de slag waren, voelden ze het pand al vlug aan. Ze hadden voldoende tijd om over elke volgende stap uitgebreid te mijmeren, alle voor- en nadelen zorgvuldig af te wegen. “Het huis toonde ons de weg en het ene idee leidde moeiteloos tot het andere.” Die zee van tijd resulteerde in een resem eigenzinnige keuzes. Leem bijvoorbeeld. “Gezonder dan kalk en bovendien laat leem toe om hoeken af te ronden en kun je, met pigmenten, zelf je unieke kleurenmelange bepalen. Zelf draag ik haast uitsluitend zwart, maar voor ons huis wou ik warme tonen.” Dat het leem ook een eerste drama veroorzaakte, is ondertussen met de mantel der liefde bedekt. “We hadden de basislaag op een ruwe muur gezet en door het water begon die te kiemen en zaten we plots met muren vol gras opgescheept.” Alweer een lesje geleerd. De houten schuifwand die het toilet verbergt, werd dan weer voorzien van verroeste ijzeren panelen, die bijdragen aan de organische look van de woning.

Niet halfbakken landelijk, maar robuust, stoer en ontdaan van tierlantijnen. Een stelling die ook voor de ruime woonkeuken opgaat. Alle ontsierende toestellen en andere broodnodige, maar lelijke handigheden zitten verstopt in de bijkeuken en wat overblijft is een haven van rust. “Ik wou een keukeneiland, maar wel met uitzicht op de tuin. Om zo weinig mogelijk ruimte te verliezen, hielden we de passagestrook bescheiden en opteerden we voor hangkasten in plaats van de gebruikelijke kolomexemplaren.” In diezelfde keuken pronkt Luna’s geboortegeschenk. “Bij Luna’s geboorte kregen we van een oom-timmerman een immens stuk eik. Dat lieten we vijf jaar drogen en daarna maakten we er een tafel van. Als ze ooit het huis uitgaat, mag ze haar tafel meenemen.”

SPROOKJESTIJD

In de woonkamer verrees een podium die de eetkamer met de zithoek verbindt en tegelijkertijd wat extra bergruimte garandeert. Op dat podium geen standaard fauteuilverzameling, wel poefs en kussens waar het creatieve kroost zich strategisch in nestelt. Als ze tenminste niet ergens in de buurt rondhangen. “Als je zolang in een huis gewerkt hebt, dan raak je uiteraard aan die plek verknocht. Maar ik zou dit dorp voor geen geld ter wereld meer willen missen. Hier helpt iedereen elkaar. Er wordt gecarpoold, de kinderen hoppen van de ene tuin naar de andere en elk jaar vieren we collectief het einde van de zomer. Beter dan dit wordt het niet.”

DOOR SOPHIE ALLEGAERT – FOTO’S VERNE

“HET WAS EEN ENORME ONDERNEMING, IEDEREEN VERKLAARDE ONS GEK, MAAR WIJ WISTEN DAT WE HET KONDEN. DIT WAS ONS DROOMHUIS.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content