Met de basiskleuren rood, zwart en wit bewijzen deze Antwerpse grafische ontwerpers hun fascinatie voor het modernisme van het interbellum. Hun meubilair verraadt ook een nostalgische knipoog naar de jaren zestig, maar toch is hun loft helemaal van deze tijd.

De inrichting en aankleding van de loft leek bijna een grafische opdracht, want ze kochten de ruimte casco, met onbezette muren en het restant van een oude goederenlift. Kortom, de bewoners vertrokken van een wit blad : er was niets. Natuurlijk kunnen ze wel terugvallen op een zekere ervaring. Niet als inrichters van een woning, maar als grafische vormgevers voelen ze een nauwe band met architectuur, beiden bladeren graag door interieurmagazines.

Toch is het inrichten van een loft niet gemakkelijk : het blijft een puzzel. Er is geen ruimte op overschot en alles is overal zichtbaar. “Bovendien vergt het bewonen ervan een aparte discipline, telkens als je er iets nieuws in brengt, moet je er ook iets uithalen. Weinig opbergruimte betekent dat je altijd goed moet nadenken.”

Maar er is meer, ze wonen én werken in deze ruimte. Ze hebben de rechthoekige oppervlakte, met aan beide korte zijden vensters en een terras, eenvoudig opgedeeld, met een inkom die tevens als woonruimte dienst doet en een centrale blok, waar we naast de keuken ook de natte cel en, achter een losse wand, de werkruimte vinden. “Het bakstenen muurtje is de enige constructie de we hier hebben binnengebracht.” Keuken en natte cel vormen één geheel en zitten vast aan een lang houten aanrecht. De losse wand onttrekt de natte cel aan de blikken van wie in het bureau of in de zitruimte rondhangt. De loft bevindt zich in een grote opslagruimte die deel uitmaakte van een scheepswerf aan de noordzijde van Antwerpen. Het fors gebouwde pand werd opgetrokken in de eerste helft van de twintigste eeuw en heeft een typische robuuste betonstructuur die heel mooi is. Die structuur met balken en zuilen werd overal vrijgelaten. Op de vloer kwam een laag polybeton, een materiaal dat het industriële karakter van de woning onderstreept.

De bewoners kozen voor weinig vast meubilair, behalve dan de handige boekenkast naast hun ontwerpatelier. Voor de aankleding van de ruimte hanteerden ze hun eigen huisstijl. Ze zijn beiden tuk op de constructivistische kunst en architectuur van de jaren twintig en dertig, die voor hen een onuitputtelijke inspiratiebron blijkt. Dat was voor de grafische kunst een bloeitijd waar flink wat met letters en cijfers werd geëxperimenteerd. Net als Piet Mondriaan en graficus Piet Zwart houden zij ook van kleurvlakken die gevat zijn in een strakke compositie. Ze plaatsen zelfs het meubilair op deze manier in de ruimte. Kijk maar naar de rode werktafel in het ontwerpbureau en de witte eettafel van Vico Magistretti.

De salontafel in de stijl van Willy Rizzo is dan weer helemaal jarenzeventigstijl, maar hoorde destijds thuis in een glitterdecor. Rizzo is de vermaarde fotograaf die naam maakte met zijn modefoto’s en designmeubilair. Hij ontwierp in de jaren zeventig glimmende salontafels die momenteel erg in trek zijn op de vintagemarkt. In deze strakke ruimte zorgt de tafel voor een artistiek accent, wat dan weer past bij de creatieve carrière van de bewoners.

Door Piet Swimberghe Foto’s Diane Hendrikx m.m.v. Muriel Verbist

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content