De hulpverleenster had hem uitgenodigd om bij haar thuis een glas te komen drinken. Marvin aarzelde, ging uiteindelijk toch. Ze zette Bob Marley op en ze rookten hasj. Heupwiegend ging de reclasseringsambtenares voor hem staan, staarde hem aan. Toen zei ze: “Ik wil een kind van je, Marvin, een zwart kindje, een kleine Naomi Campbell of een Michael Jordan.”

Vervolgens kleedde ze hem uit. “Kijk nou toch,” zei ze. “Kijk nou toch. Wat heb je een allejezus prachtig lijf.” Iets later fluisterde ze hem haar geheim in het oor: “Ik ben gek op zwarte mannen.”

Marvin trok bij haar in. Maar nog voor de geboorte van hun kind, zei ze hem al dat ze de relatie niet meer zag zitten en toen de baby elf weken was, zette ze hem weer op straat: “Gefrustreerde idioot met je minderwaardigheidscomplex!”

Hoe het Marvin verder verging, kunt u lezen in de nieuwe verhalenbundel van Ellen Ombre. In Valse verlangens (uitgegeven bij de Arbeiderspers) analyseert ze relaties tussen blank en zwart. Soms subtiel, soms vlijmscherp maakt ze duidelijk dat ook diegenen die vallen voor de gekleurde medemens niet vrij zijn van arrogantie en superioriteitsgevoelens. Is dwepen met zwart uiteindelijk ook niet een vorm van racisme?

Het boek blijft in mijn achterhoofd spoken als ik de beelden van de Olympische Spelen bekijk. Daar kun je de “prachtige zwarte lijven” moeilijk negeren. Atleten als Marion Jones of Michael Johnson, adembenemend. Wat een kracht, wat een elegantie! Maar wordt hier alleen ons gevoel voor esthetiek aangesproken of is er meer aan de hand? Na zo’n boek van Ombre ga je twijfelen.

In de Volkskrant werden onlangs vragen geformuleerd bij wat bij onze noorderburen tegenwoordig als blackness bekend staat. “Zwart is de mode”, titelt het blad. “Blackness is cool, en dus succesvol.”

Verwijzend naar het succes van zwarte comedyfiguren en filmhelden, naar de populariteit van zwarte muzikanten en voetballers, naar de hiphopbroeken op straat, stelt het blad vast dat de zwarte cultuur in is, ook bij witte jongeren. Zwarte jongeren drukken zelfverzekerd en trots hun stempel op die cultuur.

Aan drie in Nederland wonende zwarten, van verschillende generaties, werd om commentaar gevraagd. “Als ik zwarte sporters zie, dan ben ik zo trots”, zegt de 67-jarige vrouw die 45 jaar geleden als lid van de eerste generatie uit Suriname naar Nederland trok. “Hoe ze lopen, zich gedragen. Dat straalt af op de rest.” Sportmensen en artiesten zijn belangrijk geweest voor het zwarte zelfbewustzijn, daarover is men het eens. Zegt men vandaag neger of zwarte, het maakt de geïnterviewden niets meer uit.

De 49-jarige Joe Simmons beaamt dat er veel veranderd is, zeker voor de jongeren, maar hij waarschuwt tegelijk. In directiekamers ziet hij niet veel zwart. “Onderop is er vooruitgang. Op straat, in de tram is zwarte cultuur belangrijk. Maar blackness heeft vooral met commercie te maken. Het is buitenkant. Als we niet uitkijken ontstaat er een nieuw soort exotisme.”

Een soortgelijk kritisch onderzoek kwam aan bod in een ander artikel van de Volkskrant over het wereldwijde succes van niet-westerse kunst. Aanleiding voor het artikel was een biënnale in Lyon, Partage d’Exotismes, en een videofestival in Amsterdam (allebei in september). In het artikel worden de grenzen afgetast van begrippen als primitieve en niet-westerse kunst. “Als een schilder uit Kinshasa zich houdt aan lokale tradities en thema’s, wordt hij eerst geprezen om zijn felle kleuren en Afrikaans zelfbewustzijn. Maar dan ineens heet hij ‘plat’ te zijn en speelt hij in op de modieuze wensen van de westerling.” Slotvraag: “Is er een oordeel te vellen? Of is dit gewoon neo-kolonialisme?”

Multiculturelen aller landen, slaap daar maar eens een nachtje over.

JOHANNA BLOMMAERT

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content