Geen ster te ver

Pierre Darge
Pierre Darge Freelancejournalist

Geen droom is voor de Australische reisorganisator Mike McDowell te uitzinnig. Een doordouwer aan het woord over reizen onder de noordpool, rond het wrak van de Titanic en in de ruimte.

M ike McDowell (50) is een Australiër, vliegt met helikopters en vliegtuigen en is zeer benieuwd naar wat zich in de wereld afspeelt. Als pas afgestudeerde fysicus installeerde hij zich voor een jaar op een subantarctisch eiland van 23 mijl lang en anderhalve mijl breed.

“Ik zat daar met zestien andere kerels en vijf miljoen pinguïns en we bogen ons over de seismologische verschijnselen. Daarna ging ik drie jaar voor de Australische regering werken, een nine to five-job, en toen wist ik het wel: this is not me. Dus nam ik het eerste schip naar Europa, een soort drijvende dancing met tweeduizend drinkende en dansende jongelui. Alleen, ik geraakte niet in Europa: Panama leek een betere bestemming, en vandaar trok ik backpackend door Zuid-Amerika. De drie mooiste jaren van mijn leven. Ik kwam met vijf tot tien dollar per dag rond, gaf wat Engelse les of werkte in het zwart. Alleen de dood van mijn moeder bracht me even terug tot de realiteit.”

Niet voor lang echter. Toen de Lindblad Explorer, gespecialiseerd in zuidpoolexpedities, in Rio aanlegde, wist McDowell zichzelf als zodiacspecialist aan te prijzen. Drie maanden later promoveerde hij tot expeditieleider en hij bleef dat zes jaar lang.

“In die tijd ontwikkelde ik een passie voor de zuidpool, voor de gigantische landschappen, voor het zitten tussen de pinguïns. Een verblijf aan de zuidpool overtroeft eender welke Afrikaanse ervaring. En reken maar dat ik weet waarover ik spreek: ik zit 22 jaar in het reizen, en weet zo ongeveer wat er in de wereld te zien is. Ik ben er misschien vijftig keer teruggeweest, heb er de hoogste berg beklommen en er 500 mijlen geskied, en mijn enthousiasme is alleen maar toegenomen.”

We praten op het terras van de familie Hannon in Huldenberg, McDowells Belgische poot, terwijl McDowell voorrekent dat hij in al die jaren een paar duizend mensen in het zuidpoolgebied heeft begeleid. We nemen aan dat zoiets sporen nalaat in het milieu.

“Ik ben de eerste om daarover bezorgd te zijn, en daarom hebben we een uitgekiend waste management-programma uitgetekend dat strenger is dan dat van de schildpaddeneilanden. We nemen zelfs ons afwaswater en onze drollen terug mee. Maar natuurlijk is er een invloed: iemand die gewoon door het bos loopt, laat ook sporen na, al was het maar een handvol platgetrapte takjes. Wat me het meest zorgen baart, zijn de invloeden op de pinguïns, en daarover wordt nu onderzoek gedaan. Als mocht blijken dat we een storende factor vormen, laat ik met plezier de helft van onze bezoeken vallen, gaan we gewoon elders. Maar er blijven risico’s, een schipbreuk zou pas een echte ramp zijn, en natuurlijk kan je die nooit uitsluiten. Maar als we over nadelige invloeden spreken, moeten we het vooral over de wetenschappelijke bases hebben waar voor elke wetenschapper twintig support people nodig zijn. De verantwoordelijken hebben zich jaren niet bekommerd om de impact, een paar bases zijn zelfs compleet onder het ijs verdwenen, met alles wat er bijhoort. Tegenwoordig is ook daar de mentaliteit veranderd.”

McDowell is niet enkel een zuidpoolfanaat; alles wat buiten het gewone ligt, houdt zijn aandacht vast. Volgend jaar organiseert hij met twee kleine Russische MIR-duikbootjes uitstappen naar het wrak van de Titanic, terwijl hij een paar jaar later suborbital flights wil opzetten. En intussen trekt hij op gezette tijden met een Russische ijsbreker naar de noordpool.

“De Titanic-expedities zitten nog voor een paar maanden geblokkeerd door juridisch getouwtrek, en omdat we geen risico’s willen nemen op dat vlak wachten we nog even af. Het internationaal zeerecht is daaromtrent overigens duidelijk: je kan overal van internationale wateren gebruikmaken, en dat willen we doen. Eén Amerikaanse rechtbank ligt nog dwars, maar niemand verwacht dat dat nog lang duurt.” (Bij het ter perse gaan, vernemen we dat McDowell zich niet langer gestoord heeft aan het verbod en toeristen naar het wrak van de Titanic heeft gebracht. red.)

Het Titanic-programma ligt inmiddels vast: vanuit St. John’s op Newfoundland stoomt de Akademik Keldysh 368 mijlen zuidoostwaarts naar de plek waar de Titanic rust. Ter plaatse worden lezingen gehouden door specialisten en kunnen twee opvarenden om beurten mee met de kleine MIR’s die naar het wrak duiken.

“Reken op een trip van negen uur, inclusief de verkenning rondom het wrak die twee tot drie uur in beslag neemt. Dat is minder eenvoudig dan men denkt. In de hele wereld bestaan slechts vijf duikbootjes die tot op een diepte van 13.000 voet kunnen afdalen. Twee daarvan worden door ons gebruikt, dezelfde overigens die ingezet werden voor de filmopnames. Ze werden in 1978 in Finland gebouwd, vijf jaar geleden helemaal opgeknapt, en ze hebben elk twintig keer op die diepte geopereerd. Het gaat er allemaal zeer professioneel aan toe: een van mijn adviseurs, de oceanograaf Don Walsh, is houder van het wereldrecord diepzeeduiken, met 63.000 voet. Beide piloten, Anatoly Sagalevitch en Alfred McLaren, bezitten een gigantisch duikpalmares. Sagalevitch was overigens zowel bij de opnames van de Imax-film Titanica als bij de jongste film tientallen keren van de partij.

Maar wie wil er nu negen uur lang in een enge ruimte zitten om de resten van een wrak te gaan bekijken? En daarvoor nog 35.000 dollar uitgeven ook?

Mike McDowell: Omdat het fysiek geen moeilijke opgave is, ligt de leeftijd van de deelnemers tussen 25 en 75 jaar. Hun drijfveren liggen wel vaak ver uiteen. Mijn belangstelling gaat eerder uit naar de grote diepte dan naar het wrak zelf, en ik wil zo snel mogelijk ook op andere plaatsen duikreizen organiseren. Bijvoorbeeld om naar de gevolgen van vulkanische activiteit te gaan kijken. In ieder geval heeft al 45 man een zitje gereserveerd, en was het juridisch getouwtrek er niet geweest, dan hadden we het voorbije jaar zestig man naar de Titanic kunnen brengen. De beschrijvingen van de piloten zijn in ieder geval fascinerend: ze spreken van rivieren van roest en van gigantische ijzerstalactieten, terwijl bijvoorbeeld al het hout al verdwenen is. Beide delen van het schip liggen overigens een halve kilometer uit mekaar. En zo eng is de ruimte in de bolvormige MIR nu ook niet: je kan er rechtop in staan, de doorsnede is ongeveer twee meter.

Helemaal van een andere orde, maar nog steeds in het hoofdstuk onmogelijke opdrachten, zitten de suborbital flights die McDowell over vier tot vijf jaar wil organiseren.

Het is toch onvoorstelbaar dat er 36 jaar na de eerste vlucht in de ruimte nog steeds geen zitje vrij is voor betalende gasten. Ik heb dat altijd een beetje ondraaglijk gevonden omdat er alvast geen onoverkomelijke technische problemen bestaan om mensen zoals u en ik tot op een hoogte van 100 km te brengen. Het voornaamste probleem is de kost om zo’n tuig vanaf de grond in de ruimte te lanceren. Met een klassieke raket wordt een gigantische hoeveelheid brandstof opgebruikt, en dat maakt de klus voor privé-initiatieven nauwelijks betaalbaar. Daarom zijn alternatieve ontwikkelingen onderweg. Momenteel werken drie fabrikanten aan tuigen die bedoeld zijn om op een betaalbare manier satellieten te lanceren en die passen perfect in ons schema. De Pioneer Pathfinder stijgt ongeveer op zoals een jet fighter, en krijgt dan op grote hoogte extra brandstof toegevoegd die nodig is om de Russische RD-120 raketmotor te ontsteken. De Eclipse Astroliner wordt als een zweefvliegtuig door een Boeing 747 op sleeptouw genomen. Op 20.000 voet wordt het tuig losgelaten en worden de raketmotoren opgestart, waardoor de zwever in een raket verandert. De derde oplossing is de duurste en de origineelste, de Roton is een soort spacehelikopter die zoals een raket vanaf de grond de lucht ingaat en een hoogte van 200 kilometer wil bereiken. Elk van die toestellen begint volgend jaar of ten laatste in het jaar 2000 aan de proefvluchten, de makers van de Eclipse Astroliner hebben zelfs al een contract ter waarde van 89 miljoen dollar op zak om voor Motorola 20 iridium-satellieten te lanceren.

Hoe moeten we ons zo’n ruimtereisje voorstellen?

De lancering tot op 100 kilometer hoogte en terug zal tussen één en twee uur duren, afhankelijk van het soort tuig dat we gebruiken. Op het topje van de parabool zullen de deelnemers voor één à twee minuten in gewichtloze toestand verkeren. En onderweg zullen ze vooral van een uniek uitzicht genieten, met boven hen een absoluut inktzwarte ruimte, en daaronder de kromming van de aarde. Nee, ze zullen niet de volledige aardbol zien zoals we die kennen van maanfoto’s.

Fysiek lijkt zo’n operatie in ieder geval een hele belasting.

Dat valt wel mee, iedereen met een normale gezondheid kan mee. De versnellingen bereiken maxima tussen 2,5 en 4 g, dat is ongeveer de versnelling die gevoeld wordt in een volwassen rollercoaster. Een andere hindernis is het prijskaartje van 90.000 dollar.

Dat Mike McDowell geen utopist is en over een behoorlijke dosis organisatorisch talent beschikt, bewijzen zijn talrijke vorige exploraties. In eigen land vond hij in Herman Hannon, de man achter Asteria-Travel, alvast een gelijkgestemde ziel. Hannon, die op hemelvaartdag van 1939 in een taxi tussen Zeebrugge en Blankenberge ter wereld kwam, verwierf naam en faam met zijn reizen naar Papoea-Nieuw-Guinea. Later ontlook zijn passie voor zuidpoolreizen, en was hij de man die vorig jaar mee instond voor de logistieke begeleiding van de sledetocht van Alain Hubert en Dixie Dansercour doorheen Antarctica. Wat McDowell verkoopt, verdeelt Hannon in eigen land, met zijn aanstekelijk enthousiasme. McDowell van zijn kant sprak voor de suborbital flights alvast een indrukwekkende reeks mensen aan, waaronder acht astronauten.

“Onder hen Buzz Aldrin, de tweede man op de maan, kapitein Hoot Gibson, die vijf shuttlevluchten tot een goed einde bracht, en commanderMosgrave, die met zijn 62 de oudste shuttlecommandant is. Geen mensen die hun naam aan een project verbinden voor een gratis etentje. Ze geloven allemaal in het ruimtetoerisme, en eigenlijk zie ik geen echte technische of financiële bezwaren. Het moeilijkst wordt het allicht om de bureaucratie van de veiligheid van dit soort operaties te overtuigen.”

In afwachting van de uitvoering van die vele plannen gaat McDowell door met zijn zuidpoolexploraties, terwijl hij ook aan de noordpool druk bezig is. Twee keer per jaar stevent zijn Quark Expeditions met de Russische door kernenergie aangedreven ijsbreker, de Sovetskiy Soyuz, naar de noordpool.

“Het schip breekt zich letterlijk een weg door het ijs, dat, in tegenstelling tot wat iedereen denkt, nooit dikker dan vijf tot zeven meter is. Al is ook dat op sommige momenten geen eenvoudige klus en moet het schip zich letterlijk met zijn hele gewicht op het ijs werpen, een indrukwekkende ervaring. We zoeken ter plaatse de exacte ligging van de noordpool en gaan dan zwemmen, maken een tochtje met de helikopter en drinken een glaasje. Maar eigenlijk heb ik ook voor de noordpool nog andere plannen: het is de bedoeling om binnenkort met een van onze duikbootjes het vasteland, dat zich zo’n vierduizend meter onder de pool bevindt, te verkennen. Dat kan alleen met een combinatie van een ijsbreker en zo’n kleine duikboot. Terwijl de duikboot de bodem exploreert, moet de ijsbreker het water ijsvrij houden zodat de terugkeer vlot kan verlopen.”

Houdt u dan nooit op met plannen maken?

Niet echt. Ik word gedreven door nieuwsgierigheid en door het zoeken naar nieuwe uitdagingen. Eind volgend jaar willen we met de helikopter de eerste expeditie rond Antarctica tot een goed einde brengen.

Koestert u nog wildere dromen?

Natuurlijk. Het is logisch dat de volgende stap het reizen in de tijd is. (lachend) Dat noem ik pas een fascinerende uitdaging. Al begrijp ik ook wel dat het misschien nog net iets te vroeg is om daarover te filosoferen. Maar het houdt me allemaal al wel bezig, en wie zich waagt aan de lectuur van Michio Kaku’s Hyperspace, a scientific odyssey through the 10th dimension, merkt wel dat we nog maar aan het begin van boeiende evoluties staan.

Wie wil deelnemen aan een van de buitengewone reizen van McDowell, kan terecht bij Asteria Travel, Tel. (02) 660.70.70 en (02) 687.58.86, fax (02) 675.11.88 en (02) 687.35.50.

foto 1:

Mike McDowell: “De volgende stap is reizen in de tijd.”

(DSP/Jean-Patrick Meert)

foto 2:

De Titanic-verkenning: negen uur in een zakduikbootje.

foto 3:

Het echte afstand nemen: de aarde vanop 100 kilometer hoogte.

foto 4:

Schitterend maar breekbaar: zuidpoolexploratie.

foto 5:

De nucleaire ijsbreker Sovetskiy Soyuz: tot aan de noordpool.

Pierre Darge

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content