Geboetseerd met beton

In Sint-Martens-Latem staat een revolutionaire villa uit 1973, met betonnen muren, een zwevend bureau, een slaapkamer zonder plafond en een grillig dak. Binnenkort kun je hier een weekendverblijf boeken. Een gesprek met ontwerper Juliaan Lampens, de laatste grote modernistische architect in België.

In het muziekprogramma The Voice op VTM hoor je het geregeld “er zit een korrel op je stem”, wanneer het gaat over alternatieve stemmen met een grain. In Sint-Martens-Latem staat een villa waarvan je hetzelfde kunt zeggen. Er zit een korrel op. Figuurlijk, maar ook letterlijk, op de betonnen muren. Sommigen omschrijven de woning als een zeldzame brutalistische architectuurparel, anderen als een koude seventiesbunker. Woning Van Wassenhove, genoemd naar de eigenaar, breekt radicaal met de architectuurregels van toen en nu.

Loft avant la lettre

Juliaan Lampens (90) was een visionair, een architect als geen ander. Hij bouwde huizen van beton en hout, met grote glaspartijen en open leefplannen. Hij hield niet van muren en gebruikte meubels om ruimtes af te bakenen. De loft avant la lettre. De villa heeft geen kamers zoals de meeste huizen. Het bureau zweeft op een tussenverdieping, de slaapkamer zit verscholen in een houten cirkel van amper één meter hoog. Als hij al muren bouwt, reiken ze zelden tot het plafond. “Mensen moeten mét elkaar leven”, aldus Juliaan Lampens. Negentig is hij intussen, niet meer zo mobiel als vroeger maar wel nog helder van geest. Hij zocht en vond manieren om toch privacy te creëren in een grote open ruimte. De villa is niet zomaar een architectuurkunstje, ze herdefinieert onze ervaring van wonen.

In de betonnen muren zie je nog de houten nerven van de bekisting. “Het beton werd gegoten in een bekisting gemaakt van ruwe planken. Die werden vervolgens weggehaald en dan moesten de muren 28 dagen drogen”, legt jongste zoon Dieter Lampens uit, die samen met vzw Juliaan Lampens zorg draagt voor het archief.

“Mijn vader houdt van ruw beton. Van de textuur en de plastische mogelijkheden. Het mocht niet gepolijst zijn”, vertelt Dieter. De stempelafdruk van de nerven laat een korrel na. Neem het van ons aan : het ‘geboetseerde’ beton alleen al loont de moeite om Woning Van Wassenhove te bezoeken. “Voor veel mensen kan beton koud aanvoelen, maar voor mij is het een warm materiaal”, zegt Juliaan.

Tussen de bomen geschoven

Het dak van de villa maakt als het ware bokkensprongen. Het gaat omhoog, dan weer omlaag. “Het volgt de glooiingen van de grond”, legt Juliaan uit, over het reliëf van het licht heuvelachtige Sint-Martens-Latem. “Een woning is ondergeschikt aan de natuur, ze moet de proporties van haar omgeving aannemen. Je moeten buiten binnen krijgen en omgekeerd.” Als je vanop tien meter naar de woning kijkt, wordt duidelijk wat hij bedoelt. Alsof ze tussen de bomen geschoven is. “Op termijn moet de natuur de laatste medewerker worden.” Denk : mos op de muren of bomen die het gebouw haast omarmen.

De massiefheid van het beton wordt binnen doorbroken door hout. Op de grond ligt een ‘pistevloer’ : hetzelfde hout als in ’t Kuipke in Gent. De vader van Juliaan Lampens was schrijnwerker en maakte de vloer van de wielerbaan.

Ook de meeste meubels in de villa zijn van hout. De architect tekende in zijn carrière meerdere meubels, zoals een lange eettafel, een salon in Japanse stijl en een multifunctionele kruk. Die laatste twee staan ook in Woning Van Wassenhove. Op het krukje kun je gaan zitten, maar als je het omdraait, kun je er evengoed magazines in bewaren. En als je er twee tegen elkaar zet, krijg je een salontafel.

Onzichtbare aanraking

Wie goed kijkt, ziet nog meer details die Lampens typeren. Zoals de geometrische vormen. De slaapkamer is een cirkel, de keuken een driehoek en het bureau een vierkant. Zoek ook geen regenpijp want die is er niet. Althans, niet in de klassieke vorm. Visuele vervuiling, volgens Lampens, en dus bouwde hij een kunstige constructie in het midden van het schuine dak, waarlangs het regenwater naar beneden druppelt in een rond vijvertje.

“En kijk ook naar de hoge ramen, let op de lichtinval”, tipt Dieter nog. “Het huis wordt in twee gesneden door het licht.” Aan de ramen, toen al van dubbel glas, valt nog iets anders op : ze zijn in de muren gestoken zonder kozijnen. “Ik wilde alle tussenstukken vermijden”, legt Juliaan uit. “Als twee materialen elkaar raken, moet die aanraking onzichtbaar gebeuren. Ik had daar een trucje voor.” Pretlichtjes in zijn ogen. Hij had daar ook een aforisme voor, vult Dieter nog aan. Wie Lampens kent, weet dat hij graag praat in markante spreuken, zoals ‘ontmoeten is ontdoen van moeten, mogen in volle overgave’.

Katholieke ‘landingsbaan’

De villa is genoemd naar Albert Van Wassenhove, de vrijgezel die het gebouw bij Juliaan Lampens bestelde. Hij had Lampens’ kapel Onze-Lieve-Vrouw van Kerselare uit 1963 in Edelare gezien en die stond gebrand op zijn netvlies.

De kapel is een betonnen constructie met een imposant hellend vlak van bijna veertien meter lang en met metershoge glaspartijen. In de volksmond werd ze wel eens ‘de landingsbaan’ of ‘de springschans’ genoemd. Ze lijkt in de verste verte niet op de katholieke gebouwen zoals we die in Vlaanderen kennen. Het gebouw bestaat vandaag trouwens nog altijd en is vrij te bezoeken. Het staat momenteel wel in de steigers voor een renovatie.

De vrijgezel gaf de architect carte blanche en net door die vrijheid is Woning Van Wassenhove misschien wel de meest radicale constructie van Juliaan Lampens. Er zijn zó weinig compromissen gesloten dat je hier Lampens’ woonideeën in al hun puurheid kunt zien.

Enkele jaren geleden, op Open Monumentendag, stond de woning waar Juliaan Lampens zelf woonde open voor bezoek. Dat huis ligt in een vijverdomein, heeft maar één dragende muur, binnenmuren bekleed met hout, een binnentuin, een handvol kippen en twee pauwen genaamd Helena en Hector. Mensen stonden urenlang in lange rijen aan te schuiven.

Zeggen dat Juliaan Lampens een onbekende naam is, is zijn erfenis dus oneer aandoen. Als je in zijn woonplaats Eke rondrijdt, kom je meer dan één gebouw tegen dat doet denken aan zijn stijl. Bijna al zijn klanten wonen nog altijd in hun Lampenswoning, en ook hun kinderen klopten bij hem aan. “Eens je een open leefplan ervaart, wil je nooit meer anders wonen”, vertelt Dieter, die zelf in een huis woont dat getekend is door zijn vader.

Administratieve trucjes

Maar bij het grote publiek is Lampens onbekend, en dat is jammer. Hij was geen trofeearchitect, zijn 140 projecten waren voornamelijk privéwoningen en weinig openbare gebouwen.

Juliaan Lampens is de laatste levende grote modernistische architect in ons land. Hij was ver voor op zijn tijd. Zijn eigen huis had al een carport, toen er nog nauwelijks auto’s rondreden. In Woning Van Wassenhove zitten al dubbel glas en vloerverwarming, vandaag evident maar toen vooruitstrevend. Toen hij bouwtekeningen indiende voor vergunningen, moest hij de ambtenaren overtuigen. In Sint-Martens-Latem vond de gemeente het gebouw niet ‘chic’ genoeg. “Het materiaal was niet ‘rijkelijk'”, herinnert Lampens zich de papieren lijdensweg. “Maar ook daar had ik trucjes voor.” Daar zijn de pretlichtjes weer. Hij voerde niet altijd alles uit wat hij getekend had.

Lampens geldt als een van de grondleggers van het modernisme in ons land. Toen hij zijn praktijk in de jaren vijftig opstartte, bouwde hij aanvankelijk nog klassiek. Na de wereldexpo in ’58 kwam de kentering. Hij bouwde zijn eigen woning in een compleet nieuwe stijl die aansloot bij Le Corbusier, Mies van der Rohe of zelfs Alvar Aalto. Zijn betonarchitectuur zonder versiering wordt ook brutalisme genoemd, maar voor Lampens zijn architectuurtermen irrelevant. “Ik hou niet van -ismes”, zegt hij. “Ik pas niet in een stroming.”

De architect woont sinds enkele jaren in een rusthuis in Eke. Hij heeft er vanuit zijn kamer uitzicht op verkavelingen waar een reeks identiek dezelfde huizen zijn neergeplant. Banaliteit op zijn Belgisch. “Huizen die geen huizen zijn”, zegt Juliaan. Omdat er niet is nagedacht over wonen. “De oorzaak daarvan moet je niet ver zoeken. Er scheelt iets aan ons onderwijs. Leerlingen krijgen geen onderwijs over architectuur, over het concept van wonen en de betekenis ervan. Een huis is het duurste wat je in een leven koopt en mensen staan zelden stil bij de functie ervan.”

Betontoerisme

Albert Van Wassenhove woonde tot aan zijn dood in 2012 in de Latemse villa. Hij schonk het huis als erfenis aan de Universiteit Gent en die gaf het in ‘opstal’ – langdurige bruikleen – aan het nabijgelegen Museum Dhondt-Dhaenens in Deurle, op voorwaarde dat ze zelf het geld inzamelden voor onderhoud en renovatie. De centen voor de renovatie vond het museum bij Philippe en Miene Gillion, een mecenaatskoppel. Ze financierden uit liefde voor architectuur. Gillion is geen onbekende naam in de betonwereld, de bekende familie goot in de vorige eeuw het beton voor de Gentse Boekentoren.

Het museum stelt het gebouw nu open voor bevriende kunstenaars en schrijvers die er tijdelijk kunnen verblijven. Wie wil, kan een rondleiding in groep reserveren en in de zomermaanden kun je er zelfs gaan slapen. Iedereen kan het dan boeken als weekendverblijf. Bed and breakfast tussen het beton dus. Niet talmen is de boodschap, want het werk van Lampens trekt meer en meer architectuurtoeristen aan.

Tijdens het interview krijgt Juliaan in het rusthuis bezoek van voormalige klanten, intussen goede vrienden. Ze lieten meer dan vijftig jaar geleden door hem een huis bouwen en vandaag wonen ze er nog altijd. “Bijna wekelijks bellen onbekenden aan de deur met de vraag of ze mogen rondkijken”, vertellen ze. Op iconichouses.org, een website met ’s werelds meest indrukwekkende huizen, staan in België zeven huizen vermeld. Dieter heeft contact met de organisatie om er een achtste aan toe te voegen : Woning Van Wassenhove.

Boeken in de B&B kan vanaf 11/4 voor verblijven van 29/4 tot 2/10 (500 euro voor 2 nachten). Meer info op www.museumdd.be. Een groepsbezoek (80 euro, enkel op maandag) reserveren kan via info@museumdd.be.

Door Veerle Helsen

De vergunning voor Woning Van Wassenhove liet op zich wachten omdat de gemeente Sint-Martens-Latem het gebouw niet chic genoeg vond

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content