De Parijse decorateur Patrice Gruffaz laat nostalgie samenwonen met een vleugje humor à la Cocteau. ,,Te minimaal vind ik gauw vervelend.”

Geen half jaar geleden was mijn hele interieur oranjerood geschilderd, zegt Patrice Gruffaz terwijl hij me rondleidt in zijn flat bij de Parijse Jardin du Luxembourg. “Zelfs de fauteuils waren in die tint gestoffeerd. Bovendien was het decor veel minder druk, er hing weinig aan de muur.” De nieuwe decoratie zorgde dus voor een gedaanteverwisseling, want de woning oogt nu vrij romantisch en klassiek. We merken typisch Franse fauteuils, bekleed met motiefjes, leuke antiquiteiten en muren vol lijsten.

Gruffaz verandert om de paar jaar zijn interieur. Hij schrikt er niet voor terug om alles buiten te gooien en een volkomen nieuwe inrichting te verzinnen. Dat is in Parijs gewoner dan je denkt. Omdat het vinden van een nieuwe stek moeilijk is, verandert men gewoon van look.

“De vorige decoratie zag er minimalistischer uit. Maar eigenlijk past dat niet zo goed bij mij, omdat ik er wel van hou dat alles volstaat, in een echt minimaal decor verveel ik me”, bekent Gruffaz. “Ik ben immers een verzamelaar. Geen echte – saaie – collectioneur, maar iemand die van alles mee naar huis neemt. Gelukkig heb ik nog een landhuis met veel plaats waar ik wat kan opbergen. Ik verhuis constant objecten van daar naar hier en weer terug.”

Wie oog heeft voor mooie objecten kent de Parijse goudmijnen: ’s morgens vroeg schuim je de markt van Saint-Ouen af en daarna trek je naar de veilingen van Drouot. Je diept overal wel wat fraais op. “Unieke oudheden kosten wel een aardige duit. Veel mensen zoeken tegenwoordig trouwens decoratieve objecten, siervoorwerpen worden zelfs prijziger dan meubelen. Ik zoek niet altijd de duurste stukken uit, ook leuke prullaria trekken mijn aandacht”, vertrouwt de decorateur ons toe.

Maar voor zijn laatste aanwinst, vier prachtige beeldjes van porselein, die de seizoenen voorstellen, heeft hij een flinke stuiver opgehoest. Deze achttiende-eeuwse kleinodiën komen uit de fabriek van Capodimonte, de beroemde porseleinateliers van Napels. “Fascinerende dingen, niet? Die beeldjes zijn zuivere sieraden: ze dienden eigenlijk tot niets. Ze werden destijds gemaakt voor de feesttafel. Ze stonden tussen de gerechten om de mensen eventjes te laten wegdromen: dat is zoiets als opera, weet je?”

Gruffaz heeft wat met frivoliteiten. Wie zijn decoratiewinkel Lieux aan de boulevard Henri Quatre bezoekt, komt in een opwindende wereld terecht die eventjes doet denken aan de humor van de vermaarde Franse schrijver en cineast Jean Cocteau. Je ontdekt er gekke spiraallampen, serviesgoed versierd met slangen en allerlei ruw meubilair waarop Gruffaz snel wat schetsen heeft gekrast. Hij heeft zo’n paravent in zijn appartement staan, tussen de woonkamer en de eethoek.

Voor ons, noorderlingen, zijn Patrices grappige creaties pittige verrassingen, want wij vinden dat surrealistische gedoe erg ongewoon. Hij combineert ook smaken en stijlen met elkaar: “Ik hou bijvoorbeeld van brute materialen, maar met daarnaast iets heel fijn: dat zorgt voor een boeiend contrast. Dat heb je ook met weefsels, leg een kostbaar stuk zijde op een wrak van een meubel en het resultaat wordt erg spannend.”

Ontwerper Gruffaz hoort niet thuis in het wereldje van het moderne design. Hij voelt zichzelf veeleer verwant aan de Italiaanse kunstenaar Piero Fornasetti, die op een bijzonder speelse wijze meubilair en siergoed ontwierp. Veel hedendaags design vindt Gruffaz een beetje saai. “Ik vind het ook jammer dat er in de tweede helft van de twintigste eeuw zo’n verwijdering is gegroeid tussen de architect en de decorateur. In oorsprong horen ze samen te werken. In Frankrijk was dat een grote traditie die pas in de jaren vijftig is teloorgegaan. Maar ik heb hoop, want de ontwerpers krijgen weer kansen en ik stel ook een revival vast van kleine, artisanale ateliers.”

Gruffaz geeft het voorbeeld, want veel van zijn humoristische creaties werden door belangrijke bedrijven uitgevoerd, zoals glaswerk bij Daum, linnengoed bij Lesage en porselein bij Limoges. De leukste plek om zijn creaties te bewonderen, is natuurlijk zijn eigen woning waar zijn grapjes te pronk staan tussen eeuwenoude antiquiteiten: hij is nu eenmaal tegelijk frivool én nostalgisch.

Piet Swimberghe / Foto’s Jan Verlinde

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content