PIERRE DARGE

Het is verbazingwekkend hoe traag het autolandschap evolueert. De onefficiënte ontploffingsmotor (inmiddels meer dan een eeuw in gebruik) is nog altijd de voornaamste krachtbron en met de koetswerkvormen is pas de jongste tien jaar geëxperimenteerd. De grote en kleine monovolumes hebben eindelijk de stap gedaan naar een flexibel interieur en pas de jongste jaren werden de handige, uitklapbare, van een tafelblad en cupholders voorziene stoelen gelanceerd.

Wie ten volle van die flexibiliteit wilde genieten, moest zich een monovolume aanschaffen, die viel aanvankelijk behoorlijk groot uit. De Renault Scenic verlaagde die instapdrempel drastisch, maar nu is er nog meer goed nieuws: met de komst van de Peugeot 307 SW geniet ook de break van die voorzieningen.

De Peugeot 307 SW (wat staat voor station wagon), die 22 centimeter langer uitvalt dan de berline, werpt een brug tussen het gebruiksgemak van de monovolume en het rijcomfort van een berline. Dat gebruiksgemak kon ten volle worden uitgewerkt door de wielbasis (de afstand tussen beide assen) tien centimeter ruimer te tekenen, een ingreep waar de passagiers achterin dankbaar om zijn. Doordat ook de overhang achteraan twaalf centimeter is toegenomen, hoeft de autoconstructeur geen bagageruimte weg te snoeien, bovendien is er nu ruimte om twee extra stoeltjes te monteren.

De moduleerbaarheid wordt bereikt door een flexibiliteit van de stoelen: die kunnen versteld, weggeklapt, rechtgezet of uitgenomen worden en krijgen verschillende verankeringspunten. Daardoor kan de gebruiker met de indeling van het interieur spelen, binnen vooraf bepaalde mogelijkheden uiteraard. Al dromen we zelf van een systeem met rails, wat zowel in de breedte als in de lengte traploze verplaatsingen mogelijk zou maken. In afwachting daarvan flankeren twee brede stoelen (46 cm) op de tweede rij een smallere van 41 cm, met op de rug een vormgegoten schaal met bekerhouders en bergvakjes die neergeklapt als tafeltje kan worden gebruikt. Een idee dat ook door sommige vliegtuigmaatschappijen is opgepikt. De brede stoelen kunnen na het verwijderen van de middelste dichter naar elkaar worden gemonteerd of op de derde rij vastgeklonken (dat laatste lukt niet voor een passagier met volwassen lengte, anders krijgt die nekpijn).

Als optie kunnen nog twee stoelen worden aangekocht, specifiek geconcipieerd voor de derde rij. Eigenlijk zijn dat noodoplossingen, hulpjes die allicht het grootste deel van het jaar ruimte kosten in de garage.

Opmerkelijk is de omvang van het glazen dak, dat zorgt voor een cabrio-effect. Het reikt tot boven de hoofden van de passagiers achterin. Dat dak kan niet worden geopend, maar draagt wel warmtewerend glas, zodat de inzittenden niet roosteren op weg naar het zuiden. Aan beide kanten van dat transparante dak zitten satijnglanzende verchroomde dakrails gemonteerd, die kunnen honderd kilo torsen, om aan te tonen dat het de ontwerpers menens was met de vele gebruiksmogelijkheden.

Door de toegenomen lengte en het monteren van allerlei voorzieningen nam het gewicht van de SW-versie onvermijdelijk toe, met 125 tot 180 kilo, afhankelijk van de motorkeuze. De SW wordt met drie motoren gelanceerd: een 1.6 en 2.0 liter benzine, telkens handgeschakeld of met automaat en natuurlijk in turbodiesel, met de befaamde 2.0 Hdi met de revolutionaire roetpartikelfilter, naar keuze in een 90- of 110 pk-versie. Zelf gingen we met de handgeschakelde 2.0 liter benzine op pad. Die levert 138 pk af, kan vlot mee, maar bezit geen uitzonderlijke trekkracht. Toch beoordelen we de kennismaking uitermate positief, onder meer door de wegligging en afwerking, de geweldige lichtinval en de passagiersruimte achterin.

Standaard krijgt de 307 SW een fraai pakket mee: ABS, ESP, elektronische remdrukverdeler en noodstopremhulp, adaptieve frontale airbags vooraan, zijdelingse airbags en gordijnairbags, evenals zeven driepuntsgordels.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content