In de rand van de proeverijen van het consor- tium van de Vino Nobile di Montepulciano, kwam ook het Fattoria del Cerro aan bod. Dat wijnbedrijf krijgt sinds 1995 advies van de Bordeauxse prof Denis Dubourdieu. Uitgerekend die professor begeleidde een sangioveseproeverij. “We hebben het hier over sangiovese aan de noordgrens van zijn mogelijkheden. Die rijpt hier – als hij rijpt – trager. Wijnboeren moeten dat interpreteren als ‘geluk hebben’. Om grote wijn te maken moeten er altijd problemen worden opgelost en met sangiovese is dat dikwijls het geval. Het is een moeilijke soort, waarvan de wijn niet spontaan schittert door diepe kleurconcentratie.” Bij het proeven trakteert hij ons op deze bedenking : “Voor smaak is er geen algemene norm. Om over smaak te kunnen communiceren moet er voorafgaandelijk een gemeenschappelijke proefactiviteit zijn. Samen bouwt men een norm op, dan heeft een gesprek zin.

Bij proeven kan men altijd van de anderen leren, een eigen visie is altijd gebrekkig of minstens partieel.”

Eerste staal : Vino Nobile di Montepulciano 2004, Antica Chiusina van Fattoria del Cerro.

Goede kleur met spanning van de lagering. De neus is er een van discreet vers hout en dominant zwart fruit ; in de mond komt een frisse smakelijkheid en een goed samenhangend evenwicht. Goede wijn, maar niet perfect of groot. Denis Dubourdieu : “2004 was moeilijk

en de rijping was niet evident. Men mocht dus niet overdrijven met de extractie, de onrijpe

tannines moesten vermeden worden en men ging op zoek naar het zachte frisse fruit.”

Tweede voorbeeld : Vino Nobile di Montepulciano 2001, Antica Chiusina van Fattoria del Cerro.

Donkere, inktachtige kleur met spanning en een nuance van rijp. Mooi hout aan de neus met fris fruit, rood en zwart samen en een smakelijke stevige en gevulde lengte. Grote wijn. Dubourdieu : “Een aantrekkelijke neus, fris en complex met reductietoetsen van leer en truffels, met rijp fris fruit zonder spoor van cuit. (Alle vers fruit is verschillend, alle gekookt fruit daarentegen is hetzelfde). In de mond komen compacte tannines en een grote finale lengte. (Wijnen moeten jong beginnen, wijnen die oud geboren worden, verouderen slecht).

Derde wijn : Brunello di Montalcino 2001 van

La Poderina.

Normale, iets zwakke kleurconcentratie en een wat simpele neus met een strenge smaak en wat ruwe tannines. Nipt goede wijn. Dubourdieu : “Minder fruit dan de vorige met al een reductieboeket van fijne tabak. Een zachte attaque in de mond en wat fruit. De smaak gaat verder met frisheid, bitterheid en lengte.”

Vierde wijn : Brunello di Montalcino 1998 van

La Poderina.

Goede sombere kleur, met een frisse nuance en een ontwikkelde neus met grote eenheid na walsen. De smaak is aangenaam in de aanzet en vertoont goed geknoopte lengte. Grote wijn.

Denis Dubourdieu : “De attaque is zacht en zijdeachtig, dan komt een kleine dip die overgaat in een stevige lange finale die maar langzaam uitsterft. Een voorbeeld.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content