Ignas Goorhuis en Leontine van Vlerken houden niet van nette interieurs en voelen zich pas lekker in het Zuiden. Daarom is hun interieur zo on-Hollands van stijl.

We werken sinds tien jaar in de antiek- en decoratiehandel, dus niet ons hele leven”, vertelt Ignas Goorhuis. “Ik ben psycholoog van opleiding en Leontine zat in het welzijnswerk. Als psychotherapeut was ik altijd met cliënten bezig. Als je dat vak ernstig neemt, dan vergt het enorm veel van je energie. De laatste jaren had ik er mooi genoeg van. Ik dacht bij mezelf: ‘Ik wil niet nog twintig jaar doorgaan met iets dat me amper bevrediging schenkt, want uiteindelijk draait het altijd om de anderen.’ Ik was al een tijd geboeid door antiek. Daarvan hebben we dan maar ons nieuwe vak gemaakt.”

Ze bouwden een prachtige zaak op, MCM, antiques & eccentricities in de Roelof Hartstraat in Amsterdam-Zuid, waar de mooiste gebouwen van Hendrik Berlage staan. Het is een aparte winkel vol warm, zuiders getint decoratiegoed, niet de kleurrijke mediterrane glitter, maar fraai versleten oudheden uit het binnenland van Frankrijk en Italië. Vlakbij, in het Duivelseiland achter het Museumplein, kochten ze een – naar Amsterdamse normen behoorlijk ruime – werkplaats, om die tot woning te verbouwen. “Het is erg moeilijk om hier iets voor een redelijke prijs te vinden. Bovendien zijn de meeste panden in Amsterdam stadseigendom, dus staat er sowieso weinig te koop. We hebben zeker twee jaar gezocht. Toevallig kwamen we in dit bedrijfsgebouwtje terecht. Ik was er meteen weg van omdat het hoge plafonds heeft. Het was een karkaswoning: de ruimtes waren ingedeeld maar onafgewerkt. Op de vloer lagen nog spaanplaten. Dat was geen probleem, we hebben daar oude planken op gespijkerd en haalden een oude keuken bij de sloper”, vertelt Ignas enigszins fier, omdat hij zich ervan bewust is dat zijn nonchalante werkwijze nogal ongewoon is. In Nederland toch, waar verzamelaars enkel puntgave stukken kopen en de woningen meestal netjes zijn ingericht. “Dat is precies wat wij niét willen”, zegt Leontine. “We houden van wat vergane glorie met patina. Een smaak die minder voorkomt bij Nederlanders dan bij Belgen of Fransen. Ga maar eens kijken in de Spiegelstraat, de antiekstraat van Amsterdam, daar glimt alles en is alle slijtage weggepolijst: dat is zeer Nederlands. Nonchalant decoreren, daar houden de meesten niet van. Het grote publiek zweert bij mahoniehouten meubels en zilverwerk.”

Volgens Ignas heeft het verschil tussen Noord en Zuid te maken met het protestantisme: “Hier moet alles er liefst een beetje kaal uitzien en niet barok of zuiders. Dat merk je nog het best in de handel. Ik verkoop bijvoorbeeld graag een antiek beeld. Maar hier raak je dat niet kwijt, omdat de mensen niet gewend zijn dat te zien. In Nederland hebben ze immers vijfhonderd jaar geleden alle beelden verbrand. Alleen schilderijen verkopen goed, tweedimensioneel werk; beelden niet. Er gaat dus een cultuurhistorische verklaring achter schuil.”

Echt barok is dit interieur nu ook weer niet, omdat Ignas en Leontine houden van vale, versleten kleuren en een mengelmoes van objecten. Hun hart gaat uit naar de schilderachtige tinten van de Farrow & Ball-verf, waarmee het hele interieur werd geverfd. Dat is ook het palet van het afgebladderde meubilair en de sierlijke trouvailles die je overal ontdekt. “We houden vooral van wat ooit bij de betere stand behoorde maar later is verarmd, zoals de achttiende-eeuwse spiegel boven de tafel of de beeldhouwwerkjes op de kast. Het mogen ook fragmenten zijn, spullen die herinneren aan een rijker verleden: dat is spannend. Vooral als je die durft te combineren met iets heel gewoons, zoals de houten vensterluiken die tegen de muur staan”, zegt Leontine. Al die objecten lijken opgediept uit ruïnes. Ignas en Leontine vonden ze op oude zolders, in een bouwval of visten ze op bij een Franse brocanteur. Niet de zeldzaamheid of de ouderdom spelen een rol, wel het patina, de door weer en wind geteisterde huid: daarvoor vallen ze.

Ignas gebruikt zijn woonkamer ook als atelier. Enkele jaren geleden begon hij door een toeval kunstwerken te maken. Zijn artistiek avontuur begon met een stapel fragmenten van oude gravures: “Ze waren eeuwenoud, maar versnipperd en verscheurd; volgens de restaurateur onmogelijk te herstellen. Ze waren te mooi om weg te gooien, dus wilde ik er iets mee doen. Uiteindelijk heb ik er een soort collages van gemaakt met een patina. Ze lijken verbazend goed op de objecten die we zoeken. Zo zie je dat de ene zoektocht uit het andere voortvloeit.”

MCM, Antiques & Eccentricities, Roelof Hartstraat 30, Amsterdam-Zuid, Nederland.

Piet Swimberghe / foto’s Jan Verlinde

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content