Na Sardinië kan de hemel alleen nog tegenvallen, luidt een plaatselijk spreekwoord. De zeven zaligheden van het zuiden, met als thuisbasis het luxe vakantiecomplex ‘Forte Village’.

Er bestaat een simpele methode om je de goede dingen van het leven eigen te maken. Wil je een mooi kapsel ? Vraag aan je kapster wie haar haar doet. Wil je een gezond gebit ? Informeer naar de tandarts van je tandarts. Wil je weten wat het mooiste plekje van Italië is ? Vraag een Italiaan waar hij met vakantie gaat en je bent meteen zeker van zon, zalige stranden, succulent voedsel en een royale dosis stijl. Welkom in Sardinië, het favoriete vakantieparadijs van één op de vijf Italianen. Leraar of loodgieter, profvoetballer of modeontwerper, allemaal willen ze er ’s zomers zijn. De Italiaanse premier bezit er met zijn familie inmiddels zes huizen en je kunt Berlusconi van veel beschuldigen, maar niet van een beperkte aanleg voor levensgenieten.

Wie ook van wanten weet, is de jury van de World Travel Award die de afgelopen zes jaar Forte Village, het luxe vakantiecomplex aan de zuidwestkust, met de onderscheiding van World’s Leading Resort bedacht. Het domein, tegenwoordig in handen van Le Meridien Hotels & Resorts, beslaat 25 hectare, waarvan 15 voorbehouden voor weelderig groen, en herbergt de Thaermae del Forte Village, een van de schitterendste zeewaterkuurcentra van Europa. Omdat er niets gaat boven de proefondervindelijke methode, mochten wij daar graag een rondje meebubbelen. Zeven momentopnamen uit een weekje vorstelijke verwennerij.

De zoete geur van jasmijn

Buongiorno, signora. Tuttobene ? Welja, de signora heeft geen klachten. Heerlijk geslapen, ook in een vijfsterrenhotel als Castello is een goed bed de grootste luxe. Vanuit dat bed heb ik een kamerbreed uitzicht over de kruinen van een pijnbomenwoud en de zon die blikkert op vele tinten middellands blauw. Op het terras adem ik diep in : de dag geurt naar jasmijn, het zoete parfum van een zuiderse zomer. Geklapwiek, schor gekrijs, een blauwgele kaketoe scheert rakelings over mijn hoofd, een mens zou zich godbetert in de Cariben wanen. Op de begane grond is de wereld net opnieuw uitgevonden : perken zijn vers aangeharkt, wandelpaden schoongesproeid, aan het zwembad staan de ligbedden en de parasols keurig in het gelid. Discreet pianogetinkel wijst de weg naar het ontbijtbuffet, in restaurant Cavalieri wordt al fresco en bij livemuziek gespijsd. Minder discreet zijn de hoeveelheden voedsel die ik hier naar binnen gewerkt zie worden ; ook in beschaafde eters maakt het weelderige buffet de laagste instincten wakker. Een verkenningswandeling ter stimulering van de stofwisseling ? Dan neem je maar beter een plattegrond mee : Villa del Parco, La Pineta, Ill Villagio, Il Borgo en Le Dune, in het begin loopt een mens hier reddeloos verloren in het labyrint van schaduwrijke paden en paadjes tussen de verschillende ‘wijken’. Nochtans is het domein gestructureerd als een Italiaans dorp rond een centrale piazza. Elektrisch aangedreven golfwagentjes voeren nieuwe gasten aan, werklui, koks, managers in deftig pak verplaatsen zich per fiets, een grappig gezicht. De tropische tuinen zijn prachtig onderhouden, alles ademt rust en een ontspannen weelde uit.

Zwoegen voor de kost

Fitnessruimten zijn geen onbekend terrein voor mij. Een middelbare mens die graag lekker eet, moet iets doen om zijn eenparig versneld uitdijende vormen binnen de perken te houden. Wie het menens is, kan in de Forte Village Fitness Club een test ondergaan en zich door een assistent een persoonlijk trainingsprogramma laten aanmeten volgens het smartkey systeem, dat je trainingsresultaten opslaat in een computer, zodat je je prestaties geleidelijk kunt zien verbeteren. Aangezien ik niet van plan ben elke dag een paar uur in het gym door te brengen, stel ik mijn eigen programma samen. De Technogym-apparatuur is state of the art, voor het programmeren moet de leesbril op. Daarna weer af en waar blijf je er dan mee tijdens het steppen en nep-langlaufen ? Oud worden deugt niet. ‘Langlaufen’ in een mediterraan klimaat ook niet. Ondanks de airconditioning druipt het zweet langs mijn kin, de trainer werpt bezorgde blikken in mijn richting. Buiten lokt het zwembad met waterval en glijbaan, geen wonder dat ik de enige ben die zich hier de ziel uit het lijf zwoegt.

Nee, dan liever een fietstochtje naar de archeologische site van Nora, acht kilometer noordwaarts langs de kust, dat haal ik nog net. In Sardinië liggen alleen de alleroudste nederzettingen aan zee. Furat chievenit da e su mare, wil de overlevering, wat zoveel betekent als ‘Hij die uit de zee komt, is een dief’. Nadat de Sarden achtereenvolgens de Feniciërs, Carthagers, Romeinen, Barbaren, Arabieren en nog wat piraten met een onduidelijke stamboom over zich heen gekregen hadden, vonden ze het welletjes en bouwden ze hun steden landinwaarts, waar ze ze beter konden verdedigen. Maar de ruïnes van Nora met hun redelijk goed bewaarde Romeinse mozaïeken liggen wél aan zee, met ten behoeve van de amateurfotografen nog een stuk of wat zestiende-eeuwse Spaanse wachttorens op de achtergrond. Op de terugweg heb ik wind tegen, dat scheelt weer een paar happen van het dessertbuffet.

Aperto, chiuso

Op naar de Thaermae. Een mens verblijft niet alle dagen in Europe’s Leading Spa Resort. Een informatieprogramma op televisie geeft een overzicht van alle mogelijke behandelingen. Mijn God, dat is niet min. Wil ik met modder of chocolade (?) ingesmeerd worden, mijn rug door twee tengere Aziatische meisjes laten betokkelen of in een bassin met zeewater tegen een mooie meneer aanleunen die zachtjes mijn ledematen open- en dichtvouwt ? Geef ik de voorkeur aan shiatsu, pilates, lymfedrainage of osteopathie ? Of aromatherapie, waarna ik kwistig met bloemblaadjes bestrooid zal worden ? Euh nee, doe mij maar iets simpels. Een trattamento profondo anti age, bijvoorbeeld. Een delicate Italiaanse leidt me naar een soort bungalow omringd door tropisch groen. Uit onzichtbare luidsprekers klinken vagelijk oosterse klanken. Ik ga op mijn rug op de behandelingstafel liggen en stel vast dat de wanden van de bungalow in een onaantrekkelijk oudroze geverfd zijn. Een opfrissing zou geen kwaad kunnen, stelt de verwende hotelgast in mij vast. Mijn de luxe rooftop room baadt immers in blij citroengeel.

Het volgende anderhalf uur beperkt de conversatie zich tot “aperto, chiuso” en wat onduidelijk gegrom van mijn kant, want de therapeute is eentalig Italiaans. En telkens ik bij ‘aperto’ mijn ogen opensper, kijk ik tegen twee TL-lampen in het plafond aan, achter bijzonder stoffig glas, bovendien. Maar dat is dan ook het enige minpunt, want de behandeling zelf is heerlijk. Mijn gezicht wordt gereinigd en nog dieper gereinigd. Er worden papjes en zalfjes opgesmeerd en weer afgehaald. Behoedzame vingers glijden vederlicht over mijn vel, daarna volgt het stevigere massagewerk, waarbij ook nek en schouders onder handen genomen worden. Een fris ruikend masker mag een kwartiertje inwerken. Achteraf zie ik in de spiegel een roodglimmende kop, als een opgeblonken bellefleur. Niet echt flatterend, maar zou het kunnen dat de fronsjes aan bovenlip en ooghoeken wat minder uitgesproken zijn ? Hoop doet leven !

Martelaars en vingerhoeden

De verleiding is groot om de hele week geen stap buiten de muren van Forte Village te zetten. Maar dat zou jammer zijn, want Zuid-Sardinië heeft veel te bieden. Witte stranden en roze stranden en rotsstranden waar reuzen een wedstrijdje kogelslingeren gespeeld lijken te hebben. En in de buurt van Capo Teulada een ‘koeienstrand’, waar de naar tijm en lavendel geurende macchia bijna tot de zee reikt en runderen stoïcijns herkauwend naar de branding staren. Het populairste cliché over Sardinië wil dat er meer schapen wonen dan mensen. En het is waar, op de maanden juli en vooral augustus na, als de Italianen met vakantie komen, hoort het lege landschap toe aan een paar eenzame herders met hun kuddes en honden. Met de ferry gaat het vanuit Calasetta naar het eiland San Pietro. De afstand tot Afrika bedraagt hier maar 190 kilometer, geen wonder dat de sfeer in het dorp Carloforte die van een medina is.

Het naburige eiland San Antioco is tegenwoordig via een brug met het vasteland verbonden. De heilige Antioco was een uit Mauretanië afkomstige vroeg-christelijke prediker die door de Romeinen vervolgd werd en zich in de catacomben verstopte. Maar niet zo best, want uiteindelijk werd hij toch gesnapt en doodgemarteld. Alsof dat nog niet erg genoeg was, staat in de aan hem gewijde sobere basiliek een bijzonder onnozel beeld. Niet van een zwarte, maar van een met een chocoladesausje overgoten Ariër met lang sluik Jezushaar en een beate blik in zijn ogen. De catacomben zijn er overigens nog altijd. Er liggen een stuk of wat skeletten van dode Romeinen in, die ook nooit hadden kunnen vermoeden dat ze het nog eens tot toeristische attractie zouden schoppen.

Sardinië is trouwens een eldorado voor de liefhebbers van archeologie. Beroemd is de Nuraghe su Nuraxi in de buurt van Barumini, een megalithische versterking waarvan de oorsprong tussen de vijftiende en elfde eeuw voor Christus zou liggen. Nuraghi zijn mysterieuze bouwwerken, je vindt de zonder mortel op elkaar gestapelde basaltblokken enkel op Sardinië, waar er zo’n zevenhonderd van die gigantische vingerhoeden in het landschap verspreid staan.

Als een verwenteld schaap

Zeeolie heet het geheime wapen van de ‘nieuwe’ thalassotherapie die in de Thaermae del Forte Village wordt toegepast. Een groenig papje met een zeer hoog gehalte magnesiumchloride en bovendien rijk aan allerlei oligo-elementen en andere organische componenten. Goed tegen onder meer oedeem, spiertrauma’s en krampen, gewrichtsaandoeningen, acute psoriasis en cellulitis. Klinkt veelbelovend, te meer omdat de universiteit van Milaan zich met de zaak bemoeid heeft en de behandeling goede punten geeft.

Alles bij elkaar zijn er zes zeewaterbaden met verschillende zoutconcentraties en temperaturen. De temperatuur van het eerste bad bedraagt 38 °C en de zoutconcentratie is er hoger dan in de Dode Zee. ” Not wit zee face in zee water”, zegt de assistente, maar dat was ik toch al niet van plan, want het sop lijkt sprekend op dat van het nijlpaardenbassin in de Antwerpse zoo. Er dobbert één Duitser in het bad, ruggelings met de armen gespreid, duidelijk in diepe gedachten verzonken. Om hem niet te storen, probeer ik me zo zachtjes mogelijk in de bruingroene brij te laten glijden, maar dat is niet simpel, als je benen prompt naast je oren floepen. “Als een verwenteld schaap”, flitst het door me heen, als ik van rug- tot buiklig probeer te spartelen.

Het tweede bad combineert de voordelen van zeeolie met die van ontstekingwerende aloë. Een Russisch damesclubje geniet luidruchtig, de Duitser neemt de benen. De volgende baden hebben nog altijd een hoog zoutgehalte, maar het water is helder. Behaaglijk krom ik mijn rug tegen de krachtige jetstreams. “Zee exchanges between zee body and zee sea continue”, verzekert de assistente me. Geen idee wat mijn body precies met de zee moet uitwisselen, maar we doen ons best. En verdraaid als het niet waar is, na anderhalf uur dobberen en bubbelen voel ik mij een zouter, maar ook fitter mens.

Honing op mijn huid

Of ik misschien geïnteresseerd ben in de hammambehandeling, wil de vriendelijke juffrouw vervolgens weten. Waarom niet, we zijn hier nu toch. De hammam is een schemerige, koepelvormige ruimte met marmeren zitbanken rondom. Uit de nevelen doemt plots een indrukwekkende kolos op, type sumoworstelaar. Van puur schrikken schiet een van mijn contactlenzen uit focus, de wereld wordt nog neveliger. Van dichtbij blijkt de worstelaar enkel gekleed in een touwtje en een badhanddoek. Zijn schedel is kaal, op zijn kin groeit een vlechtje. Blauwe slangen slingeren zich over dikke witte huidplooien. Liggen, gebaart de kolos neutraal. En badpak afstropen. Mijn God, als dit maar goed afloopt. Er komt grof zout aan te pas en citroensap. En een paar krachtige handen. Gommage heet dit onderdeel volgens de brochure : Imagine a wave of marine freshness that revitalises you. Ik hou het bij pekelen. Resoluut onerotisch, wel efficiënt. Mijn vel is zacht als dat van een boreling. Na het zandstralen volgt het politoeren. Softening honey melts muscular tension. Vrouw wordt honingkoek, Winnie the Pooh zich onthouden. Tot slot besprenkelt de kolos mij met fris rozenwater. Waarna hij zuinig glimlacht en me een schouderklopje geeft. Brave meid, geweldig proper bovendien.

Tavola per una persona

Ik ken vrouwen die nog liever verhongeren dan alleen een restaurant binnen te stappen. Die moeten dan vooral geen reisreportages maken, want dan zit je wel vaker in je eentje te smikkelen. Vooral op bijzonder romantische locaties is dat een tikkeltje sneu, maar om mijn appetijt te bederven is meer nodig. Bovendien observeer ik graag andere eters, veel boeiender dan ingetogen lezen tussen de gangen. Forte Village telt alles bij elkaar een twintigtal restaurants en eettentjes. In principe eten de gasten van hotel Castello in restaurant Cavalieri, maar een simpel telefoontje zou moeten volstaan om een tafel in een ander etablissement te reserveren. Dat blijkt wonderwel te lukken. ” Tavola per una persona ? No problema,signora”, zegt de receptionist van Le Dune, het meermaals onderscheiden Italiaans specialiteitenrestaurant.

Bij aankomst word ik bijzonder hartelijk onthaald door een batterij heren in pak waarvan de pikorde me niet geheel duidelijk is, plus een paar appetijtelijke jonge kelners. Kijken kost niets, zeg ik altijd maar. Niemand stelt de ergerlijke vraag Sola ? Le Dune is een eenvoudig, maar elegant ingericht strandpaviljoen met een onbetaalbaar uitzicht. Ik krijg een tafeltje aan het raam. De branding likt aan het witte zand, de laatste zonnestralen vallen op een uitvarend vissersbootje. Na het wachthapje, een subtiele vismousse bekroond met lompviseitjes, volgen drie vederlichte cannelloni gevuld met pecorino, op een bedje van rucola en een carpaccio van zee-egel. Tot nu toe had ik zee-egel alleen vermengd met eieren gegeten, maar in flinterdunne plakjes blijkt het bijzonder fijn te smaken. Ik drink er een frisse Vermentino di Sardegna Costamolino bij. De ‘pakken’ komen om beurten een praatje slaan, geen kans om mij te vervelen.

Als hoofdgerecht heb ik krokant gebakken zeebaarsfilets gekozen, vergezeld van groene asperges en een kransje primeurgroenten in een lichte saus op basis van artisjokken. Na het assortiment schapenkaas in verschillende stadia van rijpheid mag de rijk gevulde dessertkar nog even wegblijven. De jongste kelner blijkt familie in Hasselt te hebben. “Duvel, Trappist !” herinnert hij zich de voornaamste bezienswaardigheden. Als ik de eerste hap tartufo met warme sinaaschocoladevulling naar mijn lippen breng, barst op het strand een geweldig vuurwerk los. Niet voor mij, voor een paar hoge pieten van Campari, maar het is mooi meegenomen. De fooi die ik die avond achterlaat, was toch wel aan de hoge kant, realiseer ik mij de volgende morgen. n

Tekst Linda Asselbergs

“Doe mij maar iets simpels. Een ’trattamento profondo anti age’, bijvoorbeeld.”

Ik probeer zo zachtjes mogelijk in de bruingroene brij te glijden, maar dat is niet simpel, als je benen prompt naast je oren floepen.

Liggen, gebaart de kolos neutraal. En badpak afstropen. Mijn God, als dit maar goed afloopt.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content