GEWELDIG

De eerste beelden van de legendarische western “The Wild Bunch” uit 1969 tonen hoe spelende kinderen zich amuseren met rode mieren die een levende schorpioen oppeuzelen, waarna ze het hele zootje in brand steken. Een sterkere metafoor voor de visie van Sam Peckinpah op een wereld vol wreedheid en vernieling en de kinderen die het geweld van oudere generaties rustig voortzetten is moeilijk denkbaar. Peckinpah voerde in zijn meesterwerk zijn omstreden verwoestings-estetiek naar een absoluut hoogtepunt, met gulzige bloedballetten die veel navolging kregen, maar nimmer werden geëvenaard en hem tot de “Picasso van het filmgeweld” kroonden. De film, die nu ook in Brussel opnieuw in roulatie komt, is de gerestaureerde, integrale versie. De tien minuten die er door de bazen van Warner meteen na de Amerikaanse première werden uitgegooid, zijn er weer ingelast : het gaat vooral om flash-backs die ons inzicht geven in de motieven van de protagonist de bendeleider Pike Bishop en in het konflikt met zijn vroegere strijdmakker Deke Thornton, die nu voor rekening van de spoorwegmaatschappij hardnekkig jacht maakt op de plunderaarsbende van zijn oude partner.

Peckinpahs orgiastische gewelduitspattingen in slow motion, deden destijds zo veel inkt vloeien, dat vaak uit het oog verloren werd hoe stevig de karaktertekeningen wel zijn, hoe sterk de vertolkingen van een melancholische William Holden en een verbitterde Robert Ryan, en hoe gemotiveerd hun baldadig gedrag. De film opent en sluit met twee verbazende aktiescènes (een “shoot out” na een bankoverval en de futiel heroïsche zelfmoordaktie wanneer de vier overlevende bendeleden de strijd aangaan met het leger van een afvallige Mexicaanse generaal) waarin Peckinpah lessen geeft in gespierde filmregie. Hoe briljant ook geregisseerd, toch zijn het uiteindelijk niet de geweld-orgieën en macho-hoogstandjes die je door het hoofd blijven spoken, wel de meer elegische taferelen, zoals wanneer de bende het Mexicaans dorpje uitrijdt en de lokale bevolking de ten dode opgeschreven anakronistische helden uitgeleide doet. “The Wild Bunch” is de Laatste Grote Western en het spectaculair orgelpunt van een stuk Amerikaanse filmgeschiedenis.

* * * * “The Wild Bunch” van Sam Peckinpah, met William Holden, Ernest Borgnine, Robert Ryan, Edmond O’Brien, Warren Oates, Ben Johnson, Jaime Sanchez, Emilio Fernandez.

STUNTELIG

Terwijl we dank zij de reprise van “The Wild Bunch” de Amerikaanse cinema op zijn grootst kunnen bewonderen, krijgen we deze week ook een produkt te zien dat van Hollywood een scheldnaam maakt. Frank Marshall, die voor hij zelf aan het regisseren sloeg (“Arachnophobia”, “Alive”) de films van Steven Spielberg produceerde, bestaat het om een nog slechtere Michael Crichton-verfilming te maken dan “Jurrasic Park”. U denkt natuurlijk dat zoiets onmogelijk is ik geloofde het zelf niet, tot ik “Congo” zag. Dit verhaal over een diamantexpeditie naar het hartje van Afrika slaagt erin om terzelfder tijd racistisch te zijn, onnozel en kwasi-onverstaanbaar : de opbouw van de intrige is zo stuntelig dat je het eerste halfuur nauwelijks snapt wat er aan de hand is. Moeilijk te zeggen wat er het meest belachelijk is : de pratende gorilla, het Roemeense aksent van Tim Curry, de moordlustige apen in de finale of de ultieme, erbarmelijk getrukeerde vulkaanuitbarsting die alle onzin van de kaart veegt en alleen daarom als een verademing overkomt. Deze inkoherente zestig miljoen dollar produktie is absoluut een van de ergste dingen die de laatste jaren een grote filmstudio (in casu Paramount) uitrolden.

– “Congo” van Frank Marshall, met Dylan Walsh, Laura Linney, Ernie Hudson, Tim Curry, Grant Heslov, Joe Don Baker.

MEGALOMAAN

De makers van de absurde verfilming van de Britse comic strip “Judge Dredd” willen ons doen geloven dat we naar een elementaire strijd tussen goed en kwaad zitten te kijken, terwijl het konflikt in feite draait om diverse vormen van fascisme in de ultieme politiestaat uit het derde millennium. De wereld bestaat nog uitsluitend uit woestijnen en chaotische reuzensteden, volgestouwd met ellendig, archi-brutaal menselijk geboefte. De decors een kruising tussen “Metropolis”, de overmijdelijke “Blade Runner”, de ergste nachtmerrie van Albert Speer en de labyrinten van E.M. Escher zijn inderdaad indrukwekkend ; het is de ridikuul bombastische aktie die erin opgevoerd wordt die niet deugt. “I am the law”, debiteert Sylvester Stallone, als de titelheld die deel uitmaakt van een elitekorps dat tegelijk het misdadig gespuis arresteert, veroordeelt en bestraft. Deze “heavy metal” ordehandhaver draagt een volumineus paramilitair robotharnas dat versierd is met gouden epauletten van Versace, een outfit die nog belachelijker oogt dan de futuristische motorbike waarmee hij door deze cinematografische dystopie stuift. Dredd botst in de film met zijn verloren gewaande kriminele broer, Rico (Armand Assante) die hem een moord in de schoenen schuift en het megalomane plan koestert om alle rechters van Mega City One door klonen van hemzelf te vervangen. In de loop van hun strijd blijkt dat Dredd geen natuurlijke geboorte kende, maar het resultaat is van een genetisch experiment de casting van Stallone is dan toch perfekt. Diane Lane is een jonge rechter die Dredd verafgoodt ; Max von Sydow is de wijze mentor die een verbazend lange tocht maakt door de woestijn ; Jurgen Prochnov is de met zwaar Duits aksent brullende korrupte rechter.

– “Judge Dredd” van Danny Cannon, met Sylvester Stallone, Armand Assante, Rob Schneider, Jurgen Prochnov, Max Von Sydow, Diane Lane, Joan Chen.

PATRICK DUYNSLAEGHER

Een melancholische William Holden in “The Wild Bunch” : ongeëvenaard groots.

“Congo” : racistisch, onnozel en onverstaanbaar.

Stallone in “Judge Dredd” : ridikuul bombastisch.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content