BETOVEREND

Na drie kortfilms en twee lange speelfilms (“Distant Voices, Still Lives”, “The Long Day Closes” waarin hij zijn afwisselend gefolterde en gelukzalige jeugd in Liverpool in magnifieke tableaus stileerde, ging Terence Davies in Amerika een roman van John Kennedy Toole verfilmen, met in één van de hoofdrollen Gena Rowlands. De grote Amerikaanse aktrice en weduwe van John Cassavetes speelt in “TheNeon Bible” de tante die het leven opvrolijkt van een knaap die opgroeit in een klein stadje in de Bible Belt in de jaren veertig. Ondanks de verandering van milieu, berijdt Davies andermaal zijn vertrouwde stokpaardjes : sensueel estetische jeugdherinneringen, verloren onschuld, ontgoocheling in de wereld van de volwassenen, wegdromen in de muziek en private fantazie, leren leven met het gevoel er niet echt bij te horen, inspirerende of smartelijke vrouwen en verdwaasd brutale venten. In één van de vele betoverende travellings waarvan hij het geheim bezit, brengt Davies prachtig eerbetoon aan de cinema : op de tonen van Max Steiners muziek voor “Gone with the Wind” trekt de camera de tuin in om langzaam in te rijden op een laken dat tussen de rest van de was hangt te drogen en hoe langer hoe meer de allures krijgt van het magische witte doek waarop dromen geprojekteerd worden.

* * * “The Neon Bible” van Terence Davies, met Gena Rowlands, Denis Leary, Diana Scarwid, Jacob Tierney.

VERBLIND

De vitaliteit van de nieuwe cinema uit Hongkong mag andermaal blijken uit het schitterende “Chungking Express”. Regisseur Wong Kar-wei draaide dit kwasi-geïmprovizeerd tussendoortje in drie maanden tijd, om zich wat te ontspannen tijdens het moeizame, twee jaar aanslepende produktieproces van zijn historisch fresko “Ashes of Time”. Het is een vernuftig, zeer gedisciplineerd verhalend experiment waarin Wong ons twee films in één geeft. De twee verhalen lossen elkaar halverwege de film bruusk af, maar de hele tijd door jongleert Wong subtiel met allerlei echo-effekten. Twee maal gaat het om onmogelijke liefdesgeschiedenissen en politiemannen met een gebroken hart. In het eerste luik zweert een ontroostbare jonge inspekteur dat hij verliefd zal worden op de eerste de beste vrouw die hij ontmoet. Dat blijkt een intrigerend meisje te zijn dat als “film noir”-ikoon (blonde pruik, zonnebril, glimmende regenjas) kordaat door de film stapt en na een verraderlijke drugsdeal in levensgevaar verkeert.

In de tweede episode treurt een straatagent om de stewardess die hem in de steek liet en merkt hij niet dat het meisje van de snackbar Midnight Express verliefd op hem is. Ze steelt zijn sleutels en dringt bij zijn afwezigheid binnen in zijn appartement, waar ze grote schoonmaak houdt en zelfs aan het herdekoreren slaat, wat de door liefdesverdriet verblinde flik niet eens in het snotje krijgt.

“Chungking Express” speelt in de overbevolkte, klamme labyrinten van Hongkong, waar de (hand)camera zich rusteloos voortbeweegt. De toon van deze raadselachtige film over kommunikatiestoornissen en de onmogelijkheid tot intimiteit in de miljoenenstad, doet soms aan de vroegste Franse Nouvelle Vague-films denken, maar alle mogelijke invloeden worden door Wong persoonlijk verwerkt en hij voegt er ook verbazende technieken aan toe, zoals een furieus gefilmde achtervolging waarin hij “slow motion” en “freeze frame” vernuftig kombineert. Interessant om te vergelijken met het veel strengere “Vive l’Amour” van de Taiwanees Tsai Ming-liang.

* * * “Chungking Express” van Wong Kar-wai, met Takeshi Kaneshiro, Tony Leung Chiu-wai, Brigitte Lin Ching-hsia, Faye Wang, Valerie Chow.

MISTIG

De beste definitie van “The Crimson Tide” las ik in “The New Yorker” : “Het is een film voor mensen die de Koude Oorlog echt missen voor zij die het leven zonder de nucleaire holocaust een beetje saai vinden. “

Bij ontstentenis van de oude vijanden nazi’s en later kommunisten heeft scenarist Michael Schiffer er nieuwe verzonnen, alhoewel zijn fantazie in het licht van de huidige geopolitieke onstabiliteit maar al te reëel lijkt. Tijdens de Russische burgeroorlog, overmeestert een groep rabiate nationalisten een raketbasis en dreigt hun leider de VS te bombarderen. De bedreigde Amerikanen sturen de met kernkoppen bewapende USS Alabama-onderzeeër naar de troebele wateren. De kapitein van de harde lijn (Gene Hackman) krijgt het bevel om de rebellen met kernwapens aan te vallen, maar een vijandelijke torpedo vernietigt de radiokommunikatie net op het moment dat er een nieuw bevel werd doorgeseind een aanmaning om de aanval echt uit te voeren of stop te zetten ? Rond deze forse premisse wordt een spannende race tegen de klok opgebouwd (de Russische rebellen hebben maar één uur nodig om hun raketten in gereedheid te brengen) waarin het voortbestaan van de wereld afhangt van een konflikt tussen twee vurige tegenstanders : de kapitein, een veteraan van de Koude Oorlog die staat te trappelen om de vijand van de kaart te blazen, en zijn nieuwe officier (Denzel Washington) die weinig ervaring heeft maar te allen prijze Wereldoorlog III wil vermijden en dus wil wachten op ontcijfering van het onduidelijke bevel.

Soms lijkt “Crimson Tide” op een atoomtijdperk-versie van “The Caine Mutiny”, maar de tegenstelling tussen de bevelhebber die de arrogante autoriteit inkarneert en de “challenger” die luistert naar de stem van zijn geweten, is uiteindelijk subtieler dan op het eerste gezicht lijkt. De sterkste scènes zitten in het begin en worden fors maar onherroepelijk toegebouwd naar het eerste openlijke konflikt tussen de twee leiders. Daarna wordt het een vrij eentonig spelletje van machtsgrepen : Washington die het bevel overneemt van Hackman, Hackman die met zijn getrouwen weer de boel onder kontrole krijgt, de muiter die opnieuw zijn slag slaat en ga zo maar door tot de twee uur gevuld zijn. Ofschoon “Crimson Tide” de allure heeft van een aktieprent, en de toeschouwer ook met die verwachtingen in de zaal wordt gelokt, is dit in feite een ouderwetse karakterstudie annex akteursduel. Dat het blijft boeien, komt vooral door de prima vertolkingen. Tjonge, wat is Gene Hackman weer groots, de beste akteur van zijn generatie, daarover bestaat geen twijfel. Hoe goed hij hem ook van repliek dient, de arme Denzel Washington heeft bijlange niet het charisma van deze oude rot in het vak, zodat onze sympatie onvermijdelijk uitgaat naar de ijzervreter die met de kiezen op elkaar op het armageddon afstevent.

Vergeleken met al die oude onderzeeër-avonturen waaraan je onvermijdelijk zit te denken, roept de film nooit de claustrofobie op die bij dit sub-genre van de oorlogsfilm hoort zoals je je geen western kan voorstellen zonder grandioze buitenopnamen. Regisseur Tony Scott goochelt echter weer zo veel met mistige sfeertjes, kleurenfilters en telelens-effekten, raast zodanig met zijn razende camera door de zogezegd benepen ruimtes, dat je je minder in een echte duikboot waant dan in een high-techdiskoteek met “submarine” tema-avondje.

* * “Crimson Tide” van Tony Scott, Denzel Washington, Gene Hackman, George Dzundza, Viggo Mortensen.

VIDEO SUF

Lewis Carrolls klassiekers van Britse “nonsense”, “Alice’s Adventures in Wonderland” en “Through the Looking Glass”, inspireerden Walt Disney tot zijn tekenfilm met de gekste kreaturen (in het biezonder de alsmaar verdwijnende Cheshire Cat), het felst opgedreven tempo en de meest surrealistische decors.

De avonturen van Alice die in een droomwereld wordt geslingerd waarin ze nu eens te groot, dan weer te klein is voor haar omgeving, maar altijd onaangepast, lenen zich natuurlijk uitstekend tot de visuele overdrijvingen waarop het animatie-genre is gebaseerd. Geen wonder dus dat Disney al van in 1933 van verfilming droomde. Desondanks is zijn tekenfilmversie uit 1951 een weinig opbeurend spektakel. In Disney’s ogen is Alice een nuffig, suf en humorloos kind dat passief en verbijsterd door een bizar en desoriënterend verhaal sukkelt, gevuld met rare, karikaturale wezens. Drastische veramerikanizering vernietigt ook ten dele wat de kinderboeken zo uniek maakt. Jammer ook dat de gladde, gestroomlijnde grafische stijl nog maar weinig allusies bevat naar de oorspronkelijke illustraties van John Tenniel (de cartoonist van “Punch” magazine).

* * “Alice in Wonderland” (Disney Classics).

PATRICK DUYNSLAEGHER

Rowlands in “The Neon Bible” : wegdromen in de muziek.

“Chungking Express” : onmogelijke liefde.

Hackman in “Crimson Tide” : kiezen op elkaar.

TOP-10 VIDEO

Een selektie van de beste videocassettes van de maand. (H = huurvideo ; K = koopvideo)

1.

Star Wars Trilogie : (1977-1983) de ontzettend populaire en op het gebied van de speciale effekten grensverleggende SF-reeks van George Lucas komt in digitaal vernieuwde edities weer op de markt. En in “widescreen” versie, de enige manier om de films te zien zoals ze ook werden gekoncipieerd. (K, CBS/Fox)

2.

Little Odessa : (1994) deze indringende familiekroniek van James Gray, gesitueerd in een troosteloze wijk in New York waar de Russische maffia de lakens uitdeelt, is één van de meest indrukwekkende debuutfilms van de laatste jaren. (H, PolyGram)

3.

The Shawshank Redemption : (1994) de film die dit jaar de oscars had moeten winnen, is een meeslepend verteld gevangenisdrama met schitterende vertolkingen van Tim Robbins en Margan Freeman. (H, PolyGram)

4.

The Snake Pit (1948) : Olivia de Havilland schittert in deze sterke aanklacht tegen mensonterende kondities in psychiatrische inrichting ; geregisseerd door Anatole Litvak. (K, Fox Video).

5.

Once Were Warriors (1994) : intens geakteerd, rauw drama over huiselijk geweld in een ontworteld Maori-gezin in Nieuwzeelandse krottenwijk. (H, PolyGram)

6.

National Velvet (1945) : prima familiefilm over vriendschap tussen een meisje en een paard maakte een ster van de verrukkelijk mooie Elizabeth Taylor. Regie van Clarence Brown. (K, MGM/UA)

7.

Barcelona (1994) : scherpzinnige praatkomedie van Whit Stillman over avontuurtjes van twee Amerikanen in Spanje tijdens laatste stuiptrekkingen van Franco-regime. (H, Columbia/Tristar)

8.

Soleil Trompeur (1994) : oscar-winnende film van en met de Rus Nikita Mikhalkov over bedrieglijk paradijslijke intriges tijdens stalinistische terreur. (H, The Collection)

9.

The Green Berets (1968) : kolonel John Wayne krijgt de opdracht een Noordvietnamese generaal te ontvoeren. Een brutale travestie van de western-kodes, overgeheveld naar de vuile oorlog in Zuidoost-Azië. De (karikaturale) Hollywood-film die de officiële Vietnam-politiek onderschrijft, werd destijds doelwit van de jeugdige protestbeweging. Rechtse rakker John Wayne stond ook achter de camera. (K, Warner Home Video)

10.

Farinelli (1994) : fenomenaal suksesrijke film van de Belg Gérard Corbiau over een legendarische achttiende-eeuwse kastraatzanger. (H, PolyGram).

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content