FILM
MYSTERIE
In “Carrington” draait alles rond de buitengewone liefdesrelatie aseksueel maar zeer hartstochtelijk tussen twee even buitengewone als eigenzinnige kreaturen : de kunstschilderes uit de jaren twintig Dora Carrington en de schrijver-essayist van de Bloomsbury-goep Lytton Strachey. Hij was homoseksueel, zij bang van de liefde, maar uitgerekend deze excentriekeling die huiverde van haar lichaam, werd haar grote liefde. De film is de zorgvuldige kroniek van hun relatie, van het moment dat hij haar opmerkt en eventjes denkt dat ze een jongen is, tot hun beider dood bij hem door ziekte, bij haar zelfgekozen. De film is strak opgebouwd in hoofdstukken, meestal genoemd naar de mannen in haar leven : minnaars en zelfs een echtgenoot komen en gaan, alleen Lytton blijft. Wat Carrington nu precies zag in Lytton ze verdiende toch wel een betere partij dan deze magere vrouwenhater met slecht gebit en vuile kabouterbaard is ook aan het eind niet helemaal duidelijk. Dit is geen zwakte van de prent, maar maakt integraal deel uit van de bespiegeling over het mysterie van liefde en begeerte, en de miserie die ontstaat als die twee niet synkroon lopen.
De toneelschrijver en scenarist van “Dangerous Liaisons” maakt zijn debuut als regisseur met een film over een onmogelijke liaison die toch maar zeventien jaar duurde. Terwijl ze met allerlei vormen van samenwonen experimenteren, tart het duo alle konventies van het post-Victoriaanse Engeland, al lijken ze wel de laatsten om dat te beseffen. Een zeer mooi in beeld gezette scène toont hoe op een nacht Carrington vanuit de tuin naar hun grote huis kijkt en vanachter de verlichte ramen de diverse paren gadeslaat. Carrington, Lytton en co leven meestal geïsoleerd op het platteland en in de vrije natuur, hun wereld lijkt één reusachtige Engelse tuin waar de buitenwereld maar met mondjesmaat binnensijpelt. Ze worstelen dan ook minder met hun omgeving dan met hun eigen tegenstrijdige gevoelens en verlangens. Hampton heeft meer gevoel voor het snedige gezegde dan voor het bondige beeld : veel scènes zijn nodeloos lang uitgesponnen en soms ziet zijn keurige maar houterige rekonstruktie er een beetje stoffig uit. De dynamiek van de prent is volledig op rekening van de akteurs te schrijven. Emma Thompson verhindert dat haar afstandelijk personage een abstraktie blijft ; ze maakt haar pittig en vitaal. Jonathan Pryce is briljant als de precieuze, gevatte, getourmenteerde Lytton. En zoals in de meeste Britse films wordt er ook in de bijrollen smakelijk geakteerd.
* * “Carrington” van Christopher Hampton, met Emma Thompson, Jonathan Pryce, Steven Waddington, Rufus Sewell, Penelope Wilton.
RETRO MEESTER
Wie alleen vertrouwd is met het recente werk van Roman Polanski (dat gaat van afgrijselijk tot teleurstellend) zal zich moeilijk kunnen voorstellen dat deze regisseur vijfentwintig jaar geleden één van de jonge meesters van de moderne cinema was. Dank zij een retrospektieve van zeven films (in gloednieuwe kopieën) uit zijn beste periode van de vroege jaren zestig tot halverwege de jaren zeventig kan u zich daar nu zelf van vergewissen. Het programma loopt tijdens de hele zomer in Brussel (UGC De Brouckère) en drie Vlaamse steden Gent (Sphinx), Antwerpen (Cartoon’s) en Leuven (Studio).
Polanski vestigde meteen zijn naam met zijn sterk debuut “Het mes in het water” (1962), een claustrofobisch boot-drama dat in een notedop al zijn latere obsessies en akelige sfeertjes bevat. Vervolgens draaide hij drie films in Engeland : “Repulsion” (1965) waarin we anderhalf uur lang worden opgesloten samen met een moordlustige, schizofrene Catherine Deneuve in een muf appartement in Kensington ; “Cul-de-Sac” (1966), een sterk door Beckett beïnvloede absurde komedie met Donald Pleasance en Françoise Dorléac als een bizar sadomasochistisch echtpaar dat op een eiland wordt lastig gevallen door de wachtende gangster Lionel Stander ; “The Fearless Vampire Killers” (1967), een vernieuwende persiflage op het bloedzuigende genre.
Hollywood was onvermijdelijk het einddoel van Polanski’s internationale carrière. Hij vergaarde wereldfaam met zijn satanische thriller “Rosemary’s Baby” (1968), niet alleen een meesterwerk in het genre maar ook een van de invloedrijkste films van de late jaren zestig, de voorloper van de religieuze horrorhausse van de jaren zeventig. “Macbeth” (1971), zijn eerste film na de gruwelijke moord op zijn zwangere vrouw Sharon Tate door de Manson-bende, ontbreekt jammer genoeg in deze retrospektieve ; het is zijn meest miskende film. Ook zijn Italiaans uitstapje “What ? ” (1972) met Marcello Mastroianni is er niet bij : niemand die daar zal om rouwen.
Met “Chinatown” (1974), de korrupte geschiedenis van de stad Los Angeles verpakt als een Chandler-pastiche, is het opnieuw raak : dit glorieuze meesterwerk groeide met de jaren uit tot de laatste klassieke Hollywoodfilm.
De laatste film in het overzicht, toont het begin van de aftakeling : “Le Locataire” (1976), een zwarte komedie die Polanski in Parijs draaide. Na een veelbesproken “schandaal” (de regisseur wordt ervan beschuldigd een minderjarig meisje tot seks te hebben gedwongen) zocht Polanski noodgedwongen zijn toevlucht in Parijs. Als hij terugkeert naar Amerika wacht hem gevangenisstraf. Het Franse filmklimaat heeft hem echter geen deugd gedaan. “Pirates”, “Frantic” en “Bitter Moon” zijn zijn talent onwaardig. Het recente “Death and the Maiden” toont slechts bij vlagen waar Polanski in zijn hoogdagen toe in staat was deze retrospektieve bewijst dat.
PATRICK DUYNSLAEGHER
Thompson en Pryce in “Carrington” : onmogelijke liaison.
Polanski en Shelley Winters in “Le Locataire” : het begin van de aftakeling.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier