REALISTISCH

De originele “Kiss of Death” uit 1947 was een van de eerste naoorlogse stedelijke thrillers in realistische stijl, met name door de wijze waarop regisseur Henry Hathaway dankbaar en dynamisch gebruik maakte van echte lokaties in plaats van over-skrupuleus belichte studiodecors van de asfalt-jungle. Bijna een halve eeuw later is dit lokatie-realisme de gewoonste zaak ter wereld, maar de nieuwe versie je kan het bezwaarlijk een remake noemen is toch een beklijvend en intens misdaaddrama in korrelig realistische stijl.

De film speelt onder autodieven in Queens, New York, een aparte subkultuur die door regisseur Barbet Schroeder met dokumentaire precisie wordt geobserveerd. De held, Jimmy Kilmartin (David Caruso) is een verbitterde gewezen autodief die vastbesloten is het rechte pad te bewandelen, maar onder dwang eerst bloedbanden, daarna chantage van het justitieapparaat onherroepelijk weer in de onderwereld wordt gedreven. Het liefst zou hij zich gedeisd houden en voor vrouw en kind zorgen, maar het fatum beslist er anders over en slingert hem heen en weer tussen politie en misdadigers. De ene noodlottige wending na de andere doet de valstrik rond hem langzaam dichtklappen. Het knappe aan het script van Richard Price is dat een in essentie mechanische “film noir”-intrige met een onverbiddelijke logika, geloofwaardig uit de doeken wordt gedaan. Hoofdbrok van de prent is een undercover-operatie waarbij Jimmy het vertrouwen moet winnen van de psychotische bendeleider Little Junior.

David Caruso, die na één seizoen de hit-serie “NYPD Blue” verliet om een filmcarrière uit te bouwen, is uitstekend als de gevoelige verklikker. Met zijn oranje haren, bleke huid en wat tengere fysiek oogt hij niet meteen als de geijkte aktieheld, maar zijn ingetogen intensiteit zorgt voor een magnetische présence. Er zijn sterke bijrollen, vooral van Samuel L. Jackson als een politieman die Jimmy de schuld geeft van zijn verwonding (waardoor hij nu een voortdurend tranend oog heeft) en wiens wraakgevoelens in de loop van het verhaal naar sympatie evolueren.

De film wordt echter gedomineerd door de kolossale verschijning van een opgezwollen Nicolas Cage als de maniak Little Junior, een rustige geweldenaar die zijn misdaden beraamt en executeert met een alarmerende doelgerichtheid. Little Junior mag dan nog een monster zijn, het is typerend voor de morele dubbelzinnigheid van de film dat de grootste schurk de politiek ambitieuze officier van justitie (Stanley Tucci) is die tot alle kompromissen bereid is om zijn carrière vooruit te helpen.

Zie interview met Nicolas Cage in dit nummer.

* * * “Kiss of Death” van Barbet Schroeder, met David Caruso, Nicolas Cage, Samuel L. Jackson, Helen Hunt, Michael Rapaport.

MISDADIG

“Malice” van Harold Becker is een knappe thriller over seks, hebzucht en chirurgie. Zowel de bedrieglijk zwoele Nicole Kidman ; de arrogante, zelfverzekerde Alec Baldwin als de sullige, kronisch ongelukkige Bill Pullman spelen karikaturen van zichzelf. Maar ze doen dit met zoveel verve en zelfspot dat het nauwelijks hindert. Zoals het ook niet echt stoort dat de verwikkelingen vaak vreselijk onwaarschijnlijk zijn. “Malice” is het soort thriller waarbij je je skepticisme in de vestiaire moet achterlaten om je over te geven aan de specifieke logika van het genre.

Pullman is een prof die met zijn favoriete studente trouwde, Kidman. Ze leven nu vreedzaam in een even knus als vervelend universiteitsstadje. Tot de buurt wordt opgeschrikt door verkrachting en moord. Pullman begaat de vergissing van zijn leven als hij een huurder in huis neemt, topchirurg en topversierder Baldwin die meteen een willige verpleegster mee naar bed neemt en het luidruchtig doet op de melodie van “Slave to Love”. De échte problemen beginnen pas als Kidman met ondraaglijke pijnen naar het ziekenhuis wordt gebracht en Baldwin een zware medische fout begaat door haar beide eierstokken te verwijderen. Meer weggeven van de plot, dat zou pas misdadig zijn. Wel mag ik wijzen op een verrukkelijke uitbarsting van de verwaande Baldwin, scène die belooft klassiek te worden. Beschuldigd van goddelijke arrogantie, ontpoft Baldwin bijna en snauwt hij : “You ask me if I have a God complex ? Let me tell you something : I am God ! “

* * “Malice” van Harold Becker, met Alec Baldwin, Nicole Kidman, Bill Pullman, George C. Scott, Anne Bancroft, Peter Gallagher, Josef Sommer.

WANSTALTIG

Wat het evenement van het jaar had moeten worden voor de Franse cinema, gelijkt helaas meer op de Franse “Taxandria”. Na de revelatie van “Delicatessen” vijf jaar geleden, waren de verwachtingen voor de tweede film van duo Jean-Pierre Jeunet en Marc Caro hoog gespannen. “La Cité des enfants perdus”, waarmee het Festival van Cannes vorige week roemloos opende, is een pijnlijk fiasko. Caro en Jeunet proberen de syntese te brengen van allerlei sprookjes en literaire klassiekers (Grimm, Dickens, “Alice in Wonderland”) en moderne wetenschappelijke mytes (van Dracula en Frankenstein tot Internet en Virtual Reality) maar komen te voorschijn met wanstaltig gedrocht.

De schurk van dienst is een zekere Krank die van een booreiland zijn laboratorium maakte. Omdat hij zelf niet kan dromen, steelt hij dan maar de dromen van ontvoerde kinderen uit de naburige havenstad. Heldin is een negenjarig meisje dat de weeskinderen aanvoert en hulp krijgt van een dwaze maar ijzersterke ex-walvisharpoenier die naar zijn verdwenen broertje speurt. Volgt een verwarde aaneenschakeling van konfrontaties tussen dit ongelijk duo en de rare kornuiten van Krank : een Siamese zuster, een lilliputter-moeder, een half dozijn klonen (vertolkt door dezelfde onuitstaanbaar geagiteerde akteur) en een pratend brein (stem van Jean-Louis Trintignant). Hoe vreemd de personages zich ook gedragen, de show wordt weer gestolen door het grillige studiodecor, dat zo overdonderend en claustrofobisch is dat het al de rest verstikt. Daarin wordt een soort “voorbije toekomst” in elkaar geknutseld die zwalpt tussen Jules Verne en het poëtisch realisme. Wat het duo in dit donker wereldje opvoert, ischaotisch, irriterend en verschrikkelijk vermoeiend. Hoeveel extreme groothoek close-ups van afzichtelijke smoelen kan een film verdragen ? Jeunet & Caro kunnen wel een sneeuwbaleffekt van bizarre katastrofen orkestreren, maar ze hebben er geen flauw idee van hoe ze een simpele aktie- of dialoogscène in beeld moeten zetten.

– “La Cité des enfants perdus” van Marc Caro (artistieke leiding) en Jean-Pierre Jeunet (regie), met Ron Perlman, Daniel Emilfork, Dominique Pinon, Judith Vittet.

VIDEO IJSELIJK

Wat eminente filmhistorici ook mogen beweren, van alle grote meesters is S.M. Eisenstein de meest over het paard getilde. Het merendeel van zijn films is voor nuchtere wersterse ogen gewoon niet om aan te zien : het zijn momumenten van hyper-karikaturale sovjet-kunst, bijna te smaken als camp ware het niet dat elke vorm van humor ver zoek is. Zo wordt ook “Alexander Nevsky” in de geschiedenisboeken beschreven als een meesterwerk uit de zevende kunst, opgebouwd met de polyfonische complexiteit van een opera. Wat we te zien krijgen, is echter een draak van een film waarin de gekunsteld gekadreerde beelden als statische museumstukken over het doek schuiven. Eisenstein draaide deze film in 1938, in opdracht van vadertje Stalin om het patriottisme te promoten nu een Duitse invasie dreigde. De Russische prins Alexander Nevsky was namelijk de krijgsheer die al in de dertiende eeuw zijn volk voor een gelijkaardige inval behoedde. Wanneer de film niet grotesk is, is hij oervervelend, met uitzondering van het pièce de résistance : de strijd tussen de Russen en Teutoonse ridders op de dichtgevroren Neva-rivier, een inderdaad ijselijke montage-brok die trouwens in “Billion Dollar Brain” spitsvondig door Ken Russell werd geparodieerd.

De echte ster van deze film was altijd de stormachtige muziek van Sergei Prokofiev en dat is in deze gerestaureerde versie niet anders. Zo lachwekkend bombastisch de beeldtaal is van Eisenstein, zo overdonderend grandioos en aangrijpend is de score van Prokofiev, hier majestatisch uitgevoerd door Yuri Temirkanov, met koor en symfonisch orkest van Sint-Petersburg.

– “Alexander Nevsky” (BMG Classics Video).

PATRICK DUYNSLAEGHER

Caruso in “Kiss of Death” : undercover-operatie.

Kidman en Baldwin in “Malice” : goddelijke arrogantie.

“La Cité des enfants perdus” : chaotisch, irriterend en vermoeiend.

TOP 10

1. Heavenly Creatures : overrompelend inventieve film van Nieuwzeelander Peter Jackson over de fatale passie tussen twee slimme tienermeisjes die tot berucht moordschandaal leidde.

2. Little Odessa : tragisch familiedrama in het milieu van Russisch-joodse immigranten in New York. Indrukwekkend en beklemmend speelfilmdebuut van James Gray.

3. Through the Olive Trees : bedrieglijk simpele film-in-de-film van de grote Iraanse kineast Abbas Kiarostami, gedraaid in de provincie die in 1989 door een verwoestende aardbeving werd getroffen.

4. Kiss of Death : zie bespreking.

5. Little Women : niet opdringerige feministische interpretatie door Australische Gillian Armstrong van menigmaal verfilmd klassiek kinderboek van Louisa May Alcott. Prachtige vertolkingen, in het biezonder van Winona Ryder.

6. Mrs. Parker and the Vicious Circle : boeiend portret van de trieste koningin van de wisecrack uit het literair klubje van de Algonquin Round Table. Glansrol voor Jennifer Jason Leigh. Van Alan Rudolph.

7. Once Were Warriors : archi-brutaal drama over huiselijk geweld in ontworteld Maori-gezin in Nieuwzeelandse stadsjungle. Imponerend vertolkt debuut van Lee Tamahori.

8. The Last Seduction : venijnige “film noir” van John Dahl, met Linda Fiorentino als harteloze “femme fatale” in het kwadraat. Biezonder grappig boosaardig.

9. Priest : kordaat, aktueel gewetensdrama van Antonia Bird over onmacht van goedmenende priester die worstelt met celibaat. Kleinschalige, alerte Britse cinema op zijn best.

10. Malice : zie bespreking.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content