IDEAAL

Overdag kunnen de winkelbedienden James Stewart en Margaret Sullavan mekaar niet luchten, maar ’s avonds schrijven ze elkaar anonieme romantische brieven zonder te weten wie nu precies de bestemmeling is. Stewart kent het meisje van zijn dromen alleen maar als “brievenbus 237”. Ze zijn beiden verliefd op een romantisch ideaal. Romantische illuzie en doordeweekse werkelijkheid botsen voortdurend in het wonderlijke blijspel “The Shop Around the Corner” (1940) van de grote Ernst Lubitsch.

Met als uniek decor een lederwarenwinkel in Boedapest, schotelt Lubitsch ons de mikrokosmos voor van een kleine stadssamenleving, een ongewoon milieu voor een regisseur wiens films doorgaans in verfijnde adellijke of high society-kringen spelen. Weinig regisseurs zijn erin geslaagd om de gevoelens van hun bescheiden karakters zo haarfijn te verkennen. Hun kwetsbaarheid, hun angsten, ontgoochelingen en verlangens, hun momenten van grootmoedigheid en vooral ook van menselijke zwakte worden door de meester geamuseerd gadegeslagen. Het ziet er allemaal vederlicht uit, oogt in alles moeiteloos, maar in feite steunt deze onverwoestbare klassieker op een briljant scenario van Samson Raphaelson (geïnspireerd op een toneelstuk van Nikolaus Laszlo), dat Lubitsch het stevige vangnet bezorgt waarboven hij zijn betoverende evenwichtsoefeningen kan uitvoeren.

“The Shop Around the Corner” bevat vele prachtige staaltjes van wat de “Lubitsch Touch” genoemd wordt, een sierlijke visuele stijl met als principe veel suggereren en weinig laten zien.

Zie bespreking in Knack nr. 6.

* * * * “The Shop Around the Corner” van Ernst Lubitsch, met James Stewart, Margaret Sullavan, Frank Morgan, Felix Bressart, Joseph Schildkraut.

FABEL

Liefhebbers van “Strictly Ballroom” en “The Adventures of Priscilla, Queen of the Desert” mogen ook het nieuwste Australische kitsch-sprookje, “Muriel’s Wedding”, niet missen. Het lelijke eendje dat zich transformeert tot sierlijke witte zwaan is een mollig, lui meisje van twintig dat echt niet van plan is haar leven te slijten in het vervelend kuststadje Porpoise Spit. Samen met haar broers en zusters wordt ze vernederd door haar vader, een nietige politicus die zijn gezin de schuld geeft van zijn mislukte carrière. Haar lelijk opgedirkte, vroegere vriendinnen verstoten haar omdat ze niet à la mode is. Muriel heeft geen enkel speciaal talent, maar koestert wel één grote droom : de bruid te zijn in een onvervalst romantisch huwelijk zoals dit aangeprezen wordt in damesbladen en bruiloftskatalogen. De zwierige liedjes van Abba helpen haar bij het ontsnappen in haar fantaziewereld. Op een goede dag loopt ze van huis weg en gaat ze in Sidney op zoek naar de ware Jacob.

Haar zoektocht naar het voorgekauwde geluk is bij vlagen hilarisch, maar bevat ook momenten van ontgoocheling en tragiek. Het fabeltje is minder simplistisch dan het op het eerste gezicht lijkt : Muriel wordt pas echt bevrijd en kan pas echt zichzelf zijn als ze beseft hoe leeg en vals haar hardnekkige wensdromen wel zijn.

“Muriel’s Wedding” is een uitbundige komedie in spetterende kleuren, maar onder de agressief dynamische verpakking schuilt ook een droefgeestige film over levens vol pijn en desilluzies. De film wordt voortgestuwd door de biezonder grappig gekozen Abba-hits en kan bogen op overrompelend ongedwongen vertolkingen van de onweerstaanbare Toni Collette en van Rachel Griffith als haar taaie vriendin die door het lot zwaar op de proef wordt gesteld.

“Muriel’s Wedding” is het veelbelovend regiedebuut van P.J. Hogan en werd geproduceerd door zijn vrouw Jocelyn Moorhouse, die zelf enkele jaren geleden de uitstekende Australische film “Proof” regisseerde.

* * “Muriel’s Wedding” van P.J. Hogan, met Rachel Griffiths, Toni Collette, Bill Hunter, Jeanie Drynan.

REÜNIE

Het uitgangspunt lijkt gejat uit “The Big Chill”, maar afgezien daarvan waait met “Le Péril Jeune” een frisse wind door de Franse film. Lawrence Kasdan toonde in “The Big Chill” de reünie van zeven vrienden uit de sixties nu dertigers bij de begrafenis van de radikaalste uit het gezelschap. In de tweede lange speelfilm van Cédric Klapisch (“Riens du Tout”) komen vier vrienden weer samen, jaren nadat ze afstudeerden aan het lyceum. Ze wachten in het ziekenhuis op de bevalling van Sophie, het vriendinnetje van hun beste maat de onaangepaste rebel die een week geleden aan een overdosis bezweek.

Eén voor een halen ze herinneringen op aan hun eindejaarsperiode in de jaren zeventig, hun eerste liefdes, hun problemen om een diploma te halen, hun wrijvingen met het gezag, hun eerste maatschappelijk engagement, de overgang van adolescentie naar volwassenheid.

Soms willen hun herinneringen nog wel eens van elkaar verschillen, al maakt Klapisch er geen “Rashomon”-konstruktrie van. Hij toont alleen dat mensen die veel met elkaar delen toch andere aksenten leggen en dat ieder het leven op zijn manier ervaart en trotseert.

Hoewel de kineast ernstige zaken aankaart, is de toon van de film schalks, nonchalant en pretentieloos. De onopgesmukte verteltrant past uitstekend bij de vaak rauwe, ongecensureerde emoties die Klapisch wil overbrengen en de uit het leven gegrepen vertolkingen en dialogen.

* * “Le Péril Jeune” van Cédric Klapisch, met Romain Duris, Julien Lambroschini, Nicolas Koretzky, Vincent Elbaz, Joachim Lombard.

FANTAZIE

Voor wie ogen in zijn hoofd heeft, is het duidelijk dat de carrière van John Carpenter al jaren door een diep dal gaat. “In the Mouth of Madness” is al iets interessanter dan “Memoirs of an Invisible Man”, maar Carpenter is er zeker nog niet uitgeklauterd.

Zijn jongste film is tegelijk een hommage aan een klassieke huiverauteur (H.P. Lovecraft) en een vergezochte fantazie rond een Stephen King-achtig modern griezelfenomeen.

De fiktieve schrijver van huiverbest-sellers heet hier Sutter Cane (Jurgen Prochnow). Net voor zijn nieuw boek uitkomt, lijkt hij op een mysterieuze manier verdwenen. Een cynische verzekeringsexpert (Sam Neill) gaat samen met de uitgever (Julie Carmen) op zoek naar de auteur. Blijkt dat die verzwonden is in Hobb’s End, het stadje uit zijn fantazie. Ook Neill en Carmen stranden na een bizarre reis in dit fiktief stadje : ze zijn halsoverkop terechtgekomen in het nieuwste boek van Crane. Neill houdt lang vol dat hij het slachtoffer werd van een ingenieuze reklamestunt, tot hij uiteindelijk de ware omvang van de demonische samenzwering ontdekt. “In the Mouth of Madness” is een even vermoeiende als verwarrende film-in-het-boek-spielerei, gelardeerd met grillige speciale effekten. Zoals het duo worstelt om weg te geraken uit Hobb’s End, zo worstelt Carpenter om de toeschouwer wegwijs te maken in zijn verhalende hokus-pokus.

De regisseur van “Halloween” en “The Thing” is een expert in strak lineaire genre-oefeningen, bijna op het abstrakte af. De trend die nu danig in zwang is, de postmoderne griezelfilm vol auto-referenties, dubbele bodems en versplinterde narratieve struktuur, ligt hem duidelijk minder.

– “In the Mouth of Madness” van John Carpenter, met Sam Neill, Julie Carmen, Jurgen Prochnow, Charlton Heston, John Glover, David Warner.

NACHTMERRIE

Arnold Schwarzenegger wordt zwanger. Dit “high concept” is komisch bedoeld, maar hoort veeleer thuis in een biologische nachtmerrie van David Cronenberg. Ivan Reitman probeert een genetische aberratie als iets leuks voor te stellen, maar er is maar één ding angstaanjagender dan zijn gevoel voor humor : zijn onweerstaanbre drang tot moralizeren. Zwangerschap maakt van de man een beter mens, zo leren we.

Dat Schwarzenegger en Danny De Vito graag samen de onnozelaar uithangen, wisten we al uit “Twins”. Wat Emma Thompson ertoe bewoog om zich tot dit zielig spektakel te lenen, blijft een raadsel. Of zijn mensen voor geld dan toch tot àlles bereid ?

Met deze gruwelijk inkompetente komedie van Ivan Reitman bereiken we het absolute dieptepunt van het nieuwe filmjaar. Zo hopen we tenminste, want het idee dat er nog iets ergers op komst zou zijn, is schier ondraaglijk.

– “Junior” van Ivan Reitman, met Arnold Schwarzenegger, Danny De Vito, Emma Thompson, Frank Langella, Pamela Reed.

PATRICK DUYNSLAEGHER

Stewart en Sullavan in “The Shop Around the Corner” : romantische illuzie.

Toni Collette in “Muriel’s Wedding” : sierlijke witte zwaan.

“Le Peril Jeune” : rauwe, ongecensureerde emoties.

ANIMATIE

Elf dagen lang van 16 tot 26 januari wordt in het Auditorium 44 in Brussel de animatiefilm in al zijn mogelijke vormen belicht. Een flink deel van het programma van het “Festival van de Animatiefilm 1995” wordt voor het eerst ook vertoond in Studio Skoop in Gent, maar dan wel over een langere periode, van 16 februari tot 5 maart.

In dit jaar van het eeuwfeest van de film is er natuurlijk de onvermijdelijke terugblik op de pioniers, met zeldzame filmpjes van Lumière, Emile Cohl, Méliès en Edwin S. Porter. De nieuwste tendensen op het vlak van de animatie komen aan bod in een techno-sektie, gewijd aan computeranimatie, onder meer afkomstig van ILM, de special effects-fabriek van George Lucas. Van de beroemde Tsjech Jan Svankmajer is de tweede lange film te zien, “Faust”, een ingenieuze mixture van échte opnamen met akteurs, poppenfilm en animatie. Voorts is er een retrospektieve van Ozamu Tezuka, bekend voor zijn “mangas”-strips en -tekenfilms. Dit luik bevat ook de tv-film “Jungle Emperor” waar de makers van de Disney-tekenfilm “The Lion King” gretig uit plukten.

Info : (02) 343.65.61.

Japanse mangas op het Festival van de Animatiefilm.

TOP 10

1. The Shop Around the Corner : zie bespreking.

2. Andy Warhol Retrospektieve : gerestaureerde avant-gardefilms uit de jaren zestig van de paus van de pop-art ; Stuc, Leuven. Zie bespreking in Knack.

3. Martha : herontdekking van een “verloren” meesterwerk van R.W. Fassbinder uit 1973.

4. Muriel’s Wedding : zie bespreking.

5. Le Péril Jeune : zie bespreking.

6. Love and Human Remains : beklemmend en sardonisch beeld van de zoektocht naar liefde en relaties in tijden van angst en onzekerheid. Van Denys Arcand.

7. Vanya on 42nd Street : biezonder originele en onthullende Tsjechov-verfilming door Louis Malle.

8. Manneken Pis : beloftevol Vlaams speelfilmdebuut van Frank Van Passel.

9. Exotica : verdiende Grote Prijs van de Unie van de Filmkritiek voor intrigerende filmpuzzel van Atom Egoyan.

10. Festival van de Animatiefilm : zie bespreking.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content