Brad Pitt speelt de omstreden Oostenrijkse alpinist Heinrich Harrer, boezemvriend van de jonge Dalai Lama, als een blondgeverfde, gebronsde arische god met fake-accent : verwaand, superieur en nog geen beetje zeker van zijn stuk. Terwijl hij in 1939 deelneemt aan een expeditie om de hoogste pieken van de Himalaya te veroveren, breekt de Tweede Wereldoorlog uit en wordt hij samen met zijn landgenoot Peter Aufschnaiter ( David Thewlis) opgepakt door de Britten en in een krijgsgevangenenkamp in India geïnterneerd. Hij weet uiteindelijk te ontsnappen en na twee jaar omzwervingen strandt hij in het neutrale Tibet en wordt er de mentor van een aanbeden kind, de latere geestelijke en wereldlijke leider van de verdreven Tibetanen.

De boodschap van ?Seven Years in Tibet? (gebaseerd op Harrers gelijknamige autobiografie) is dat deze arrogante, super-egocentrische westerling door zijn verblijf in de heilige stad van Lhasa en het contact met de tiener-Dalai Lama een medevoelend mens werd, en dat deze Übermensch er ook nederigheid en spirituele genade vond. En dat is nog niet alles : behalve persoonlijke verlossing, is hij nu eindelijk ook klaar voor het vaderschap. (Bij de aanhef van het verhaal liet hij zijn zwangere verloofde onverschillig achter.)

We zouden dit zeer graag slikken, maar er rijzen toch twee problemen. Ten eerste staan de makers van deze stichtende fabel over een morele rehabilitatie er niet bij stil dat Harrer niet alleen een nazi was, maar enige tijd ook een overtuigde SS’er wat toch een verschil uitmaakt ! Ten tweede, en dat is misschien nog erger, slaagt regisseur Jean-Jacques Annaud er nooit in enige spirituele dimensie te verlenen aan zijn fraai new age-achtig prentjesboek van onmetelijke berglandschappen (gedraaid in de Andes). Wat Harrers miraculeuze transformatie betreft, moeten we de makers op hun woord geloven. Annaud en zijn cameraman Robert Fraisse vatten zeker de exotische pracht van Tibet, maar niet echt de sereniteit (de enige verheven dimensie zit in de weergaloze muziek van de grote John Williams). Alle scènes tussen Harrer en het wonderkind zijn bijgevolg erg slapjes en bijzonder ondramatisch. De geestelijke verlichting heb ik in ieder geval niet gezien. Er komt pas enig leven in de brouwerij wanneer Mao in de Chinese Volksrepubliek aan het bewind komt, het Rode Leger in 1950 Tibet binnenvalt en de onwezenlijke rust van de boeddhistische monniken verstoort. Geweldtaferelen, die ons zouden moeten schokken. In plaats daarvan zijn we veeleer dankbaar dat er eindelijk iets gebeurt.

?Seven Years in Tibet?van regisseur Jean-Jacques Annaud met Brad Pitt, David Thewlis, B.D. Wong, Mako, Victor Wong.

Pitt in Seven Years in Tibet : waar is de geestelijke verlichting gebleven ?

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content