TEGENSPOED

Wat een filmmaker van extreme low budget-films lijden kan, vormt het onderwerp van “Living in Oblivion” van de jonge Amerikaan Tom DiCillo, die zich daarbij baseerde op allerhande pech en tegenslag bij het vervaardigen van zijn vorige film “Johnny Suede”. Het is een goedgeluimde, ingenieuze film-in-de-film-satire over de nachtmerries van een regisseur figuurlijk maar ook letterlijk, want vaak zitten we zonder het te beseffen in de droom van de betrokkenen. De hele film is knap opgebouwd rond het draaien van drie problematische scènes. Tijdens de opname krijgt DiCillo’s alter ego (Steve Buscemi) de perfekte illustratie van de wet van Mur-phy te verwerken. Alles, maar dan ook werkelijk àlles, dat kan mislopen, loopt inderdaad fout : van de melk die zuur is tot de lampen die stukspringen, van de akteurs die over hun dialogen struikelen tot de moeder van de regisseur die plots op de set verschijnt. Desondanks weet de belaagde filmmaker het hoofd koel te houden en de tegenspoed in zijn voordeel om te buigen. Zijn wanhopige worsteling om zijn visie zo integer mogelijk op het doek te toveren, is afwisselend aandoenlijk, hilarisch en absurd heroïsch. James Le Gros speelt de rol van de prima donna als een parodie op Brad Pitt, de ster uit “Johnny Suede”. Alle verhoudingen in acht genomen is “Living in Oblivion” de “La Nuit Américaine” van de Amerikaanse independents.

* * “Living in Oblivion” van Tom DiCillo, met Steve Buscemi, Catherine Keener, Dermot Mulroney, James Le Gros, Danielle Von Zerneck.

HARTSTOCHT

Met “Atame”, “High Heels” en “Kika” nog fris in het geheugen, komen de eerste twintig minuten van “La Flor de mi Secreto” behoorlijk desoriënterend over. Waarom is het allemaal niet grappiger, kleurrijker, flamboyanter dit is toch Almodovar ? Tot het natuurlijk tot je doordringt dat de regisseur dit keer een echt melodrama heeft willen maken en daar voor driekwart ook nog met glans in geslaagd is. Zoals de avonturenfilms van Sergio Leone met reden spagetti-westerns werden genoemd, zou je dit een paella-tearjerker kunnen noemen. Hoewel de personages in hun trots, driften en Madrileense gekte door en door Spaans zijn, zijn de verwijzingen naar het Hollywood-melo niet van de lucht. Maar ook nu weer is de vrolijke postmodernist Almodovar voorstander van een bonte mixture van genres en tradities. Je denkt onvermijdelijk aan Douglas Sirk, maar ook aan Tennessee Williams en Jean Cocteau in deze prent, waarin alle geijkte ingrediënten aanwezig zijn : jaloezie, bedrog, ontrouw, poging tot zelfdoding, drankverslaving. In een film die opent met een bedrieglijk tranige scène, draait alles rond rollenspel, het leiden van een dubbelleven of een of andere vorm van bedrog, misleiding en zelfbegoocheling. De heldin wier kalvarie we geschetst krijgen, is een vrouw van in de veertig, Leo (Marisa Paredes). Onder de schuilnaam Amanda Gris, schrijft ze stationsromans waarin alles rozegeur en maneschijn is, terwijl haar eigen leven kompleet in puin ligt. Ze wil niet aanvaarden dat haar huwelijk met een Nato-militair uitgeblust is, een ontgoocheling in de liefde die ook gevolgen heeft op beroepsvlak en haar aanport tot artistieke zelfmoord : onder een ander pseudoniem schrijft ze een vernietigende kritiek op het oeuvre van Amanda Gris. Almodovar toont hoe zijn heldin door de hel gaat, door iedereen in haar omgeving verraden en verlaten wordt, en er bijna aan ten onder gaat, maar uiteindelijk toch overleeft. De verrassende redding gaat gepaard met een terugkeer naar haar geboortedorp in La Mancha (niet ver van de plek waar de kineast opgroeide). Dat dit happy end niet geforceerd overkomt, geeft al een idee van hoe Almodovar oprechte emoties weet te creëren binnen een kunstmatige struktuur vol melodramatische clichés. Hij heeft ook aandacht voor de geheimzinnige omstandigheden die mensen bij elkaar brengen (dit vooral in Leo’s relatie met een redakteur van “El Pais”) en Almodovar zou natuurlijk Almodovar niet zijn, mocht het ingetogen drama over hartstocht en verdriet niet geregeld worden verlicht door een beetje waanzin, humor en wilde fantazie. Het is vooral de entourage van de beproefde heldin die voor hilariteit mag zorgen, in het biezonder haar halfblinde, twistzieke moeder en de loyale huishoudster, die dank zij haar opnieuw in een flamenco-spektakel kan schitteren.

* * “La Flor de mi Secreto” van Pedro Almodovar, met Marisa Paredes, Juan Echanove, Rossy De Palma, Chus Lampreave, Imanol Arias.

MISLUKKING

De revisionistische vervalsing van de recente Amerikaanse geschiedenis in “Forrest Gump” wordt schaamteloos voortgezet in “Apollo 13”, waarin een desastreuze reis naar de maan uit 1970, wordt getransformeerd tot een ware triomf van menselijke moed en vindingrijkheid “a successful failure” volgens de Nasa. Die tegenstrijdige formule gaat zeker niet op voor de film zelf, die op elk gebied maar vooral cinematografisch een mislukking is. Ron Howard bestaat het om dit doku-drama rond drie astronauten, die tegen alle obstakels en falende technologie in toch ongedeerd naar de aarde terugkeren, om te buigen tot zijn zoveelste kleverig eerbetoon aan de beproefde “all-American” familie.

Zie bespreking in Knack.

– “Apollo 13” van Ron Howard, met Tom Hanks, Kevin Bacon, Bill Paxton, Gary Sinise, Ed Harris, Kathleen Quinlan.

HALFBAKKEN

Is er dan niemand die een eind kan maken aan die vreselijke tendens om in Amerikaanse romantische komedies schaamteloos uit het repertoire te plukken van Gershwin en Cole Porter, in de ijdele hoop om daarmee de dodelijke visuele en dramatische banaliteit van het nieuwe produkt te verdoezelen ? De trend werd gestart door Woody Allen, slaafs nagebootst in penibele prenten als “When Harry met Sally” en “Sleepless in Seattle”, en wordt nu ad nauseam voortgezet in “Forget Paris”. Komiek Billy Crystal stond ook àchter de camera : hij moet zo ongeveer de enige persoon ter wereld zijn die akteur Billy Crystal onweerstaanbaar charmant vindt. Hij speelt een arbiter die in Parijs verliefd wordt op Debra Winger. Nadat Crystal met handen en voeten heeft uitgelegd dat de twee voor elkaar geschapen zijn, mogen ze trouwen en door allerhande druk (zijn beroep, maar ook het moderne leven tout court) uit elkaar groeien. Crystal maakt het personage van Winger ook onvruchtbaar, zodat hij een pijnlijk nadrukkelijke gag kan ensceneren van hoe op bevel sperma te produceren. Een ander halfbakken idee is de raamvertelling, waarin vrienden in flash-back het wel en wee van het paar voor de geest roepen. “Forget Paris” ? Je kunt beter de hele film vergeten.

– “Forget Paris” van Billy Crystal, met Billy Crystal, Debra Winger, Joe Mantegna, Richard Masur, Cathy Moriarty.

VIDEO VLIJMSCHERP

De beste film van Fred Schepisi (“A Cry in the Dark”, “The Russia House”) sinds jaren is een schitterende verfilming van een vlijmscherp satirisch toneelstuk van John Guare, “Six Degrees of Separation”. De scheiding uit de titel slaat op het chaotische sociale systeem in New York waar blank en zwart, oud en jong, rijk en arm zowel maatschappelijk, geografisch als mentaal in een totaal andere wereld leven. Will Smith (rapper en tv-ster uit “Prince of Bel Air”) is een handige en vindingrijke zwarte knaap, die door een aantal listen weet te infiltreren in het luxueuze Fifth Avenue-appartement van kunsthandelaar Donald Sutherland en zijn vrouw Stockard Channing (die ook de rol op Broadway creëerde). Hij doet alsof hij op straat werd bestolen, beweert dat hij de zoon is van Sidney Poitier en een Harvard-klasgenoot van hun snobistische kinderen. Het ruimdenkend echtpaar is danig onder de indruk van zijn charme en offreert hem onderdak, geld en vriendschap. Ze ontdekken al gauw dat hun gast een poseur is en dat hij op gelijkaardige manier al een aantal van hun vrienden om de tuin wist te leiden. Hem nu uit hun leven doen verdwijnen, blijkt heel wat moeilijker dan hem in hun riant heiligdom inviteren. Vooral daar Channing niet echt zeker is of ze de oplichter echt kwijt wil, nu hij haar attent maakte op de steriliteit van haar leventje vol oppervlakkige praal.

Ofschoon de dramatische zedenkomedie voortgestuwd wordt door Guare’s fijngeslepen dialogen, heeft Schepisi het teatraal koncept tot pure cinema herschapen : hij plaatst de konfrontaties en diskussies in de echte lokaties van de Newyorkse kulturele elite (musea, kunstgalerijen, trendy bistrots, sjieke lofts) en rekonstrueert in een virtuoos-geritmeerde montage de verhalen en anekdotes van een mondain gezelschap, dat niet in klasse en rassenverschillen gelooft tot het erop aankomt. Jammer dat de superelegante widescreen komposities bij de videoversie verloren gaan. Onuitgegeven in de bioskoop.

* * * “Six Degrees of Separation” (Warner Home Video).

PATRICK DUYNSLAEGHER

“Living in Oblivion” : absurd heroïsch.

Paredes in “La Flor de mi Secreto” : rozegeur en maneschijn.

“Apollo 13” : tegenstrijdige formule.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content