OntwerperAls kind wilde ik alles worden wat iedereen ooit wilde worden. Maar meestal redelijk hoogdravend. Vliegtuigingenieur bijvoorbeeld, want ik ben vrij ambitieus.

De vanzelfsprekendheid waarmee we dingen doen is een familietrek. Ik ben een oplosser van problemen, van technische details. Hoe een object er uiteindelijk uit zal zien is de minste van mijn zorgen.

Esthetiek staat niet op zichzelf. Hoe meer de dingen beantwoorden aan onze algemene verwachting, hoe mooier we ze vinden en hoe meer we ons ertoe aangetrokken voelen. Dat heeft te maken met de waarden die we hebben meegekregen, hoe we de dingen bekijken. Daarom voelt niemand iets voor een stoel met vijf poten.

Ik ben een beetje per toeval ontwerper geworden. Toen ik afstudeerde in de schilderkunst was ik werkloos en opende een discotheek die ik zelf inrichtte – omdat ik geen geld had om iemand anders te betalen. Het ontwerp werd een cultplek, anderen hebben me overtuigd dat het goed was.

Ik ben iemand die dingen uitdenkt, niet iemand die dingen vormgeeft.

In een goed ontwerp moet iets slims zitten. Al is dat op het eerst gezicht vaak niet evident. Mijn crosslegged stoel vind ik een geslaagd object, omdat ik een oplossing vond om het zitvlak als het ware te laten zweven – een probleem dat gedurende een halve eeuw vele ontwerpers had beziggehouden.

Inspiratie is hard werken. Tot de deus ex machina langskomt en alle stukken op hun plaats vallen.

Als mijn broer Maarten een goed ontwerp maakte, was ik jaloers. En omgekeerd. Onbewust werden we als kemphanen opgevoed, deelden dezelfde kamer, werkten een jaar lang samen, gedreven door dezelfde passie. Tot de ego’s botsten. Door uiteen te gaan, bereikten we veel meer dan we samen ooit hadden kunnen doen.

Ik voel me geen kunstenaar, ik word gestimuleerd door vragen. Die vragen komen vanuit het publiek, uit het materiaal, uit de productiewijze. En vooral uit de vraag of er meer uit te halen is.

Generaties lang is onze familie bezeten door eenzelfde passie. Mijn grootvader was huisschilder en een begiftigd zondagsschilder die op vraag van mijn vader ooit Het hondje van Van Eyck borstelde, een pracht van een klein schilderijtje dat doorheen de generaties gekoesterd wordt.

Misschien is een brug ontwerpen de ultieme uitdaging. Omdat ik in een brug een extreme vorm van een tafel zie : een zo groot mogelijke overspanning met zo weinig mogelijk pijlers. Diezelfde betrachting lag aan de basis van mijn Fold & Profile-tafel, nog altijd een van mijn succesvolste ontwerpen.

Zeilen is de beste manier om zich te verplaatsen. Ik heb jaren gezeild, een eigen boot ontworpen en sinds kort heeft die passie me opnieuw te pakken. In zoverre dat ik het zeilen als een doel op zich zie.

Ecologie draait vooral om minder weggooien. Het komt eropaan dingen te ontwerpen die een intrinsieke waarde hebben, zodat de mensen ze blijven gebruiken. Of ze doorgeven. Ecologie heeft niet enkel met hout en stro te maken, want een ontwerp in kunststof vraagt vaak minder energie.

Van elk object denk ik dat het het laatste is. Maar altijd komt er een nieuwe vraag opduiken.

Werk van Fabiaan Van Severen (49) is te zien in de Krijgslaan 38 in Gent. www.fabiaanvanseveren-may17.com

Door Pierre Darge / Foto Saskia Vanderstichele

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content