Extreem subtiel

Eigenzinnig, bizar en intrigerend. Dat tekent de juwelen van Saskia Van Wesemael en Liesbet De Schepper. Samen: Eau de Javel.

In 1994 studeerden ze allebei af aan de Academie van Antwerpen, richting edelsmeden. Daarna gingen ze hun eigen weg: Saskia Van Wesemael begon een eigen winkel, Liesbet De Schepper combineerde het ontwerpen met een parttime-job. Een toeval brengt hen weer bij elkaar: als Saskia voor een opdracht binnen drie weken liefst 120 juwelen moet klaarkrijgen, vraagt ze Liesbet om haar te assisteren. Het is het begin van een nieuwe samenwerking, met als resultaat de eerste juwelencollectie van een duo dat luistert naar de eigenzinnige naam: Eau de Javel. Hoe kom je daar in vredesnaam bij? Met veel gelach en gegiechel, blijkt.

Saskia: Van Wesemael en De Schepper, dat was wel héél Wouters & Hendrix.

Liesbet: Lies & Sas klonk te Hollands, dus dat ging ook niet.

Saskia: We hebben nog even gedacht aan Atelier Lier, maar dat vonden we toch een beetje té. En Eau de Javel, ja, dat klonk gewoon goed. Bovendien heeft het iets van een parfum. Dat vond ik wel een plezante link, die dan weer mogelijkheden bood qua styling en zo. Kijk naar ons embleem: heel strak, heel parfum. Ik vind Eau de Javel perfect omvatten wat wij doen. Er zit humor in en tegelijk is het poëtisch.

De collectie heeft een thema: microkosmos en transistorradio’s. Een tikje mysterieus, een bizarre combinatie. “Het lijken twee tegengestelde dingen, maar ze hebben met elkaar te maken”, meent Saskia. “Die transistorradiootjes van de jaren ’50 hebben iets organisch. En een insect is organisch, maar tegelijk superstrak, afgelijnd en technisch.”

Het thema is als een boek met twaalf hoofdstukken: twaalf series rond één, uitgepuurde vorm. Het pantser van een kever, de vleugels van een libel, het microfoontje, de ogen van een vlieg… de vormen zijn herkenbaar. Soms heel extreem uitgewerkt in een opvallende hanger, soms supereenvoudig en subtiel. Mikken ze dan op een breed publiek?

Saskia: Ja en nee. Ik denk dat we vooral een modebewust publiek voor ogen hebben. Mensen die met hun kleding bezig zijn. Vandaar ook onze keuze om onze juwelen te verkopen in modezaken. Daar komen de klanten die wij zoeken. Mensen die niet zomaar gewoon een gouden ketting willen, maar die iets méér zien in een juweel en wel eens iets anders willen. En omdat we de prijzen binnen bepaalde perken houden, zijn onze sieraden voor een grote groep bereikbaar. Dat doen we bewust. Een juweel is een versiering van het lichaam en moet gedragen worden. En dat kan alleen als de prijs redelijk is. Dat betekent dat we veel onderdelen laten gieten, maar het ineenzetten en afwerken doen we zelf. Het is belangrijk, denk ik, om voeling te houden met het ambacht. Als je dat niet doet, gaan je ontwerpen uiteindelijk verzwakken. We willen ook blijven experimenteren, zonder duur te worden.

Twee mensen die samenwerken, beïnvloeden elkaar. Dat is onvermijdelijk, maar eigenlijk vinden ze dat alleen maar plezant. Want een klankbord hebben, daar worden de ontwerpen alleen maar beter van. Of: de een begint met een vorm, de ander bouwt erop voort. Telkens opnieuw, steeds verder. Toch hebben ze elk een eigen stijl: de een iets frivoler, de ander werkt vaker met strakke vormen. De een ziet het groot – Saskia: “Ik wil altijd het onmogelijke” -, de ander denkt praktisch. Lies: “Over de ontwerpen van Sas moeten we altijd twee keer nadenken: misschien ís het wel onmogelijk om te maken.”

Denkend aan de mensen die de collectie al hebben gezien, barsten ze weer in lachen uit. “Soms is het toch wel heel grappig als mensen allerlei dingen beginnen te zien in de juwelen die je hebt gemaakt”, lacht Lies.

Saskia (proestend): We hebben een serietje rond insectenogen. Weet je wel, grote bolle ogen. Twee naast elkaar… En bijna iedereen zag daar kloten in. Als we het dan uitlegden, dan zagen ze het wel, mààr…

Lies: Wat ik plezant vind aan sommige ontwerpen is dat mensen ermee kunnen spelen. Zoals die lange kettinkjes met aan de uiteinden een vormpje. Je doet die aan zoals je wil: geknoopt of rond je hals gedraaid, wat langer gehangen of net kort. Je moet ermee doen wat je zelf het mooiste vindt. Het is niet alleen onze fantasie die moet werken, ik vind het even belangrijk dat de draagster haar fantasie gebruikt als zij het juweel draagt.

Hilde Verbiest / Foto Lieve Blancquaert

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content