ESSENTIEEL

Ooit (in 1977 met name) zei de Belgische schilderes Marthe Wéry (1930) : “Mijn hele werk bestaat uit een elementaire poging om het oppervlak te beleven. Elementair, dat wil zeggen vanuit het minimum het wezenlijke trachten op te sporen. ” Wie moeite heeft om deze zin meteen te vatten, moet een bezoekje brengen aan het Museum Dhondt-Dhaenens in Deurle, waar Marthe Wéry momenteel een even uitgepuurde als sterke tentoonstelling heeft. Wéry’s werk past binnen de fundamentele schilderkunst die sinds het eind van de jaren zestig op zoek ging naar de meest doorgedreven vorm van evenwicht tussen ruimte, vorm en kleur. Daarbij werd elke mogelijke ballast overboord gegooid : geen verhaaltjes meer, geen anekdotiek, geen figuratie, geen lyrisch geklieder. Op het eerste gezicht klinkt dat allemaal erg koel en zakelijk, maar het is verrassend om zien hoe het werk van Wéry lééft in de museumruimte. Dat heeft met verschillende facetten te maken, en niet in het minst met het architekturale : Wéry had altijd al veel interesse voor “De Stijl” van Mondriaan en Rietveld, en bouwde haar tentoonstelling dermate op dat haar werken perfekt aansluiten op de strakke museumruimte. Dat doet ze onder meer door te werken in bijna monochrome reeksen, zodat de aandacht niet meteen naar één werk, maar naar het geheel getrokken wordt. Bovendien lijken haar geometrische, mooi en glad ogende panelen perfekte visuele rustpunten, maar wie de panelen intenser bekijkt, merkt dat de kunstenares elke gewilde estetiek bewust weert : de schilderijen hebben als het ware zichzelf geschilderd, omdat Wéry de verf haar eigen weg heeft laten zoeken door de panelen lichtjes te kantelen. Het toeval gekontroleerd, maar de subtiele ingrepen van de kunstenares, met sporen van aanzetten, wrijven en afdruipen, reveleren zelfbewustzijn en originaliteit. Boeiend.

– Marthe Wéry in Museum Dhondt-Dhaenens, Museumlaan 14 in Deurle, tot 2 april. Info : (09) 282.51.23.

ENSEMBLES

Elk plastisch oeuvre die naam waardig toont cyclische bewegingen. Met het werk van Camiel Van Breedam (1939) is dat niet anders. In de jaren vijftig werd hij één van de grondleggers van de herontdekte assemblage-kunst, waarbij hij met allerhande recyclagemateriaal assemblages maakte die twee grote kenmerken hadden : ze zetten zich af tegen onze geïndustrializeerde konsumptiesamenleving, en ze namen alsmaar drakonischer en extremere vormen en afmetingen aan. Maar de slinger zou mettertijd weer de andere richting uitslaan : het werk van Van Breedam werd soberder, rustiger, geluidlozer. In de Antwerpse Zwarte Panter loopt momenteel een tentoonstelling van recent werk waarbij die soberheid haast tot perfektie is gebracht. Van Breedam toont een hele reeks vaalwit geschilderde kijkkastjes waarin de vanzelfsprekende lelijkheid van allerhande afval-, afbraak- en recyclagemateriaal een nieuwe schoonheid meekrijgt. Geen assemblages meer, maar ensembles of “natures mortes”, waarin een roestig scharnier van een staldeur, een stuk regenpijp of loden gaspijp, zelfs gewoon een kapot venster of een paar oude vloerstenen met minimale ingrepen een nieuw leven aangeboden krijgen. Waar Van Breedam vroeger van alles bleef toevoegen (assembleren), lijkt hij nu alsmaar huiveriger te staan tegenover de minste ingreep op een oud, doorleefd materiaal dat zijn anonieme, maar essentiële funktie had in een wereld waarin de mens niet alleen creëert, maar nog liever weggooit.

– Camiel Van Breedam in de Zwarte Panter, Hoogstraat 70-74 in Antwerpen, tot 9 april. Info : (03) 233.13.45.

JONGE SNOEK

Edmond Schietekat (1933-1981) begon op zijn eenentwintigste te schilderen én te schrijven. Dat was dus begin jaren vijftig, toen het Cobra-geweld en de Vijftigers respektievelijk de schilderkunst en de poëzie domineerden. De jonge Schietekat zou beroemd worden als de dichter Paul Snoek, en veel minder als de schilder Paul Snoek. De nieuwe Antwerpse galerie Hom’Art toont schier vergeten schilderwerk van hem uit die periode, en ze reveleert een begaafd kunstenaar die alle boeiende stijlen en genres uit die tijd gretig in zich opzoog : niet alleen Cobra, maar ook Joan Miro en Jean Dubuffet schemeren doorheen zijn lyrisch-abstrakte werk. Er zitten zelfs dingen bij die hij schilderde tijdens zijn duffe legertijd in Soest en waarbij hij noteerde : “Ik ben de schepper van een luchtkasteel, want ik beschik over de zachte handen van een uitvinder. ” In de jaren zeventig zou Snoek opnieuw gaan schilderen, doelbewust om geld te verdienen, want van zijn poëzie zei hij dat ze hem in vijftien jaar wel 5000 frank had opgeleverd. Die seventies-kunst wordt hier niet getoond, omdat ze braaf poëtisch, gedateerd en klantvriendelijk heet te zijn. Maar de jonge Snoek, dat was wel wat.

– Paul Snoek in Galerie Hom’Art, Kreeftstraat 13 in Antwerpen (tijdens het weekend), tot 26 maart. Info : (03) 272.41.41.

ALS EEN PAAL

Een paal van graniet en vlees, een wichelroede, een paars smeulende piek, een erektie van zuurstof… Dat zijn maar enkele van de omschrijvingen die Freddy De Vree maakt bij het unieke tema in het teken- en schilderwerk van Marie-Ange : de opgerichte penis. Marie-Ange verhult, vervormt, symbolizeert, sublimeert, bewondert, vervrouwelijkt en vergoddelijkt die penis in diverse technieken : acryl, akwarel, pastel, ets en dies meer. De beste werken zijn die op groot formaat, waar de sublimatie voldoende plaats en licht krijgt om tot haar recht te komen. Te zien in de Gentse stripwinkel “9e Kunst” aan de Nederkouter 6, tot 31 maart.

SIGNALEMENTEN

– De Antwerpse vereniging Kerk in de Stad wil religieuze tendensen in eigentijdse kunst op het spoor blijven. Ze organizeert daartoe tentoonstellingen, waarbij het niet de bedoeling is om één of andere kerk of belijdenis te promoten, wel om kunst te zien als “een vorm van hoop”. Tot 17 april loopt in de Antwerpse katedraal een expositie met schilderijen en tekeningen van Jacky Duyck en André Van Laere, twee kunstenaars die elk op hun manier die hoop plastisch gestalte proberen te geven.

– Tot 26 maart loopt in het Kasteel van Schoten (Kasteeldreef) de tentoonstelling Van steen tot sierobjekt. De organizerende Academie voor Mineralogie, die 25 jaar bestaat, bouwde een overzicht op van mineralen, edelstenen, fossielen en edelmetalen die door de eeuwen heen als sierobjekt werden bewerkt en gebruikt. Het historische overzicht start bijna 30.000 jaar geleden. Nog open dit weekend van 10 tot 18 uur, toegang gratis.

– “Personae” is de naam van tentoonstelling én boek, gemaakt door kunstfotografe Malou Swinnen. De expo met de typische gemaskerde vrouwenportretten van Swinnen is te zien in de Universiteitsbiblioteek aan het Mgr. Ladeuzeplein tot 1 april. In De Brakke Grond in Amsterdam stelt Swinnen eveneens vrouwenportretten tentoon, samen met de Nederlandse Jolande des Bouvrie, tot 7 mei.

MARC RUYTERS

Marthe Wéry in Museum Dhondt-Dhaenens : wisselwerking met de ruimte.

“Waait het ? ” (1993) van Camiel Van Breedam : schurend scharniertje.

“Sans Paroles” (1956) van Paul Snoek : schilderen in de fifties.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content