WERELDANTIEK

The European Fine Art Fair, die vanaf zaterdag plaatsvindt in de MECC-exporuimtes in Maastricht, is de belangrijkste kunst- en antiekbeurs ter wereld geworden. TEFAF, dat vorig jaar 60.000 bezoekers trok, prezenteert dit jaar een honderdzestigtal deelnemers uit Europa en de Verenigde Staten, met een kunst- en antiekaanbod in zeven sekties : schilderijen en tekeningen, kunstnijverheid, textura, boeken & prenten, klassieke oudheden, 20ste-eeuwse kunst en juwelen. Aan TEFAF in Maastricht nemen achttien Belgische top-antiquairs deel. Onder hen Axel Vervoordt uit ’s Gravenwezel, die onder meer een unieke Franse kollektie gordelbeursjes uit de 17de eeuw prezenteert ; Bernard Blondeel uit Antwerpen toont een Brussels wandtapijt van ca. 1550, voorstellende een “Allegorie van de Maan” ; Gisèle Croës uit Brussel is al jaren één van de leidende antiquaires qua kunst-objekten uit het Verre Oosten ; Patrick Derom uit Brussel is een naam op het vlak van de 19de- en 20ste-eeuwse Belgische schilderkunst ; de hedendaagse kunst wordt bij de Belgische deelnemers vertegenwoordigd door Maurice Keitelman en Emiel Veranneman.

TEFAF gaat vanaf dit jaar ook “decentralizeren” met een tweede beurs in het Zwitserse Bazel, die in september plaatsheeft. In dat licht wordt tijdens de beurs in Maastricht een extra-tentoonstelling opgezet die Kunstschatten uit Bazel gaat heten. Aan de hand van kunstobjekten, afkomstig uit verschillende periodes en uit vier Bazelse kunstmusea, wordt een overzicht gegeven van de kultuurgeschiedenis van Zwitserland. De vier musea het Historisches Museum, het Antikenmuseum & Sammlung Ludwig, het Kunstmuseum Basel en het Jüdisches Museum lenen samen zowat vijftig werken uit, gaande van voorwerpen uit de Romeinse opgravingen, over 16de-eeuws zilverwerk van de plaatselijke gilden, tot schilderijen van kunstenaars als Paul Klee en Ferdinand Hodler. De stad Maastricht maakt er dit jaar overigens extra-werk van, met een lonkend oog naar de gegeerde “kultuurtoerist” : ook op zaterdag 11 maart gaat aan de oevers van de Maas het gloednieuwe Bonnefanten-museum open, gebouwd door de wereldberoemde Italiaanse architekt Aldo Rossi. Dat museum bezit waardevolle kollekties aan archeologische en oude kunst. De belangrijke verzameling hedendaagse kunst is opgebouwd rond een kern van werken van Beuys, Broodthaers, Dibbets, Fabro, Kounellis, LeWitt, Mangold, Merz, Ryman en Serra.

TEFAF van 11 tot en met 19 maart in het MECC-expocentrum in Maastricht (voor automobilisten : neem de snelweg A2). Alle dagen van 10 tot 20 uur, in het weekend van 10 tot 18 uur. Toegang 50 gulden, catalogus inbegrepen. Info : (00-31) 73-145.165.

“Allegorie van de maan”, Brussels wandtapijt uit 1550 : topstuk van Bernard Blondeelin Maastricht.

TUINSPOREN

In de Kunsthalle in Loppem heeft Marc Goethals (1956) sporen van een ingebeelde tuin achtergelaten. Goethals vertrok voor zijn tentoonstelling van het boekje “Het circumcentrisch tuinstelsel” dat hij bij wijze van inleiding maakte (en dat ook als catalogus dient). Een tekst in dat boekje maakt de vergelijking tussen een mooie vrouw en een tuin : “Het vrouwenlichaam als landschap is geen onnozele metafoor, beide zijn goeie producenten van verlangen. (…) Ook de natuur kan opgesmukt worden, om het effekt van verlangen te verhevigen (…), en daar geniet de tuinier het meest van. Niét de bezoeker, want die botst op het schone. ” In dat grensgebied tussen verlangen en bevrediging maakte Goethals op het eerste gezicht hermetische, maar in se intieme en sterk subjektieve beelden. Her en der duiken sporen op van mensen in de tuin, vogels, een rups, slak of muis. De vlucht van een vogel wordt vastgelegd in een smeedijzeren lijn. Naast elkaar hangen een kippebil en een knuppel, in dezelfde kalebas-vorm. In “Food & Sex Connection” wordt de suggestie van seksuele organen versterkt door een rupsje, bedreigd door een geopende vogelbek. Niet alle visuele geestesoefeningen zijn even sterk, maar de sfeer van het “onzichtbare beeld” is er. Het mooist wordt dat geuit met het werk “Washandje”, waarbij de bewegingen van de pols over de contouren van het afwezige aangezicht weer in smeedijzer gegoten worden : de beweging creëert het beeld. Een ingebeelde tuin van Eden, vaak sterk verwijzend naar erotiek en met haast kinderlijk plezier toegevend aan het spel dat zich afspeelt tussen de eerste blik van het oog en de verwerking van die impuls door de hersenen, het chemische mysterie dat van de mens altijd opnieuw een interpretator maakt.

– Marc Goethals in Kunsthalle Loppem, Torhoutsesteenweg 52 a in Loppem-Zedelgem, tot 25 maart. Info : (050) 84.02.63.

WOESTIJNSPOREN

Sporen van een heel andere orde zijn te zien in het kultureel centrum Berchem. Daar loopt de tentoonstelling Desert Tracks, met schilderijen uit de afgelegen woestijngebieden in Centraal-Australië. Sinds de jaren zeventig ontwikkelde zich in de wijde omtrek rond Alice Springs een belangrijke aboriginal-kunststroming, de Western Desert Style of “dot and circlepainting”. De oeroude traditie van tekenen in zand, op rotsen of gebruiksvoorwerpen en van lichaamsbeschildering wordt hier aangevuld met kanvas en acrylverf, waarbij spiritualiteit en symboliek zoveel mogelijk bewaard blijven. De eindeloze variaties van punten en cirkels op de zeventig in Berchem getoonde werken vertellen over waterplaatsen, dieren en planten, de mensen en de veertigduizend jaar oude regels die moeten nageleefd worden. Die Law, waarin strikte normen en waarden gehanteerd worden, heeft ervoor gezorgd dat de aboriginals tot op de dag van vandaag hun kultuur hebben kunnen bewaren. De gebruikte vormen en beelden zijn beperkt in aantal, maar hebben een rijk geschakeerde betekenis : een U-vorm kan bijvoorbeeld zowel een mens, een vrouwenborst als een boemerang uitbeelden. De “dots” kunnen vonken zijn, grond, rook, regen of wolken.

De groeiende belangstelling voor de aboriginal-kunst heeft de jongste jaren voor een ware export gezorgd, waar commerciële galerieën handig op inspelen. De Nederlandse Stichting INMA, die de hedendaagse Australische aboriginal-kultuur in Europa meer bekendheid wil geven, doet een en ander in nauwe samenwerking met verschillende aboriginal art centres, zodat de verkoop van de schilderijen in de eerste plaats de aboriginals zelf ten goede komt. Maar het blijft uitkijken dat deze “wereldkunst” geen gimmick wordt.

– “Desert Tracks” in het kultureel centrum van Berchem, Driekoningenstraat 126 in Berchem-Antwerpen, tot 2 april. Info : (03) 239.59.08.

ONFATSOENLIJK

Fotocriticus Johan De Vos, die ook geregeld voor Knack werkt, publiceerde onlangs het voortreffelijke boek Nogal Onfatsoenlijk Maar Zeker Verleidelijk. Daarin selekteerde hij uit de tienduizenden foto’s die hij in zijn loopbaan al zag (van beroemde fotografen tot anonieme kiekjes) negenenzestig eksemplaren die hem op een of andere manier intrigeerden en bijbleven : het onverwachte, het erotische, het wrede dat hem in die foto’s trok, beschreef hij op de hem eigen lucide wijze. Het Antwerpse Museum voor Fotografie heeft de goeie inval gehad om die geselekteerde foto’s te tonen. Johan De Vos schreef bij elke foto een zin. “Het zijn leugens, insinuaties en halve waarheden, ” zegt hij, maar ze onthullen juist de originele manier waarop De Vos naar foto’s kijkt. Zo is er een foto bij met de lijken van opgehangen SS-kopstukken onder wie Göring, bij wie men de ogen slecht geloken heeft. “Een open oog verraadt sneller de dood, ” schrijft De Vos erbij en dat is raak. Of bij twee foto’s uit een “vuil boekje” : “Het oksel met zijn specifieke verleidingsgeur”. Of bij een foto van een vrouw met hond (zelfportret in het Charabang-projekt) : “Aan haar lippen kunnen we zien dat ze moeite doet”. Een verfrissende foto-expo, aangevuld met Russische foto’s van de Nederlandse fotografe Bertien van Manen en Cuba-foto’s van vijf Belgische fotografen.

– “Nogal onfatsoenlijk… ” in het Museum voor Fotografie, Waalse Kaai 47 in Antwerpen, tot 17 april. Info : (03) 216.22.11.

SPANNING

– Beredenering versus impulsieve daad, geometrie versus chaotisch kluwen, vertikaal versus horizontaal, syntetisch versus organisch materiaal : het beeldend werk van Fred Boffin is één grote dualiteit. Het kruis is het belangrijkste tema, omdat het een teken is zo oud als de mens, symmetrisch, een beladen symbool. Dat kruis is de basis voor andere geometrische vormen die overal opduiken : vierkant, rechthoek, ruit, diagonalen. Eén balk kan een snede loodblad zijn, zorgvuldig opgepoetst en vastgemaakt op de drager, de andere balk kan een impulsieve verfstreep zijn. De kruispunten kunnen worden gevormd door een dot verf of door een kluwen koperdraad, een lijn gesuggereerd door stippen. Die hele symmetrische “beheersingsdwang” wordt ontkracht door niet-vanzelfsprekende materialen als het al genoemde bladlood, inpakpapier, delen van een oud bed, tafelpoten, of door de plots opduikende impulsieve schilderdrang. Fred Boffins strijd is nooit gestreden, de toeschouwer kijkt verwonderd toe en wacht op de artistieke sublimering van dit verwoede gevecht.

– Te zien in het kultuurcentrum van Heusden-Zolder, Dekenstraat 40 tot 19 maart. Info : (011) 53.33.15.

– Het werk van Paul Gees, momenteel te zien in de Tieltse Galerie CD, draagt een meer skulpturaal verwerkte spanning in zich. Gees grijpt minimaal in op de materialen hout, staal en steen, die elkaar evenzeer aanvullen als afstoten. Het natuurlijke, buigzame hout wordt gekombineerd met harde, onwrikbare steen of staal, in skulpturen die zichzelf in een “spannend evenwicht” houden. Gees gebruikte ook de wanden van de galerie als drager en tegengewicht, zodat een interessant spanningsveld opgeroepen wordt : houdt de ruimte de werken recht of houden de werken de ruimte recht ?

– Tot 26 maart in CD, Kortrijkstraat 44 in Tielt. Info : (051) 40.77.81.

MARC RUYTERS

“Food & Sex Connection” (1994) van Marc Goethals : op de slinger zit een rupsje, op de drager wacht de vogelbek.

Het kruis van Fred Boffin :strijd tussen ratio en emotie.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content