MONDRIANITIS

Het heeft heel wat voeten in de aarde gehad, maar het is dan toch gelukt : op de valreep van 1994 werd in Den Haag de grote restrospektieve rond Piet Mondriaan (1872-1944) geopend, precies een halve eeuw na zijn overlijden dus. Dat het voor de Nederlandse toeristische industrie zo belangrijke Mondriaan-jaar zowat vijgen na Pasen zijn geworden, heeft technische oorzaken : door de precaire staat waarin de meeste werken zich bevinden, moest het Haags Gemeentemuseum intern zwaar aangepast worden, om te voldoen aan de strenge veiligheids- en klimatologische eisen die privé- en museale bruikleengevers stelden. Na Den Haag reist de expo nog naar Washington en nadien New York, maar dan zal Mondriaan dus éénenvijftig jaar dood zijn.

In de grote retrospektieve wordt vooral de nadruk gelegd op de abstrakte periode van Mondriaan, van 1917 tot aan zijn dood in 1944 dus. In totaal zijn 154 werken te zien, maar enkele essentiële late doeken als “Victory Boogie Woogie” en “Broadway Boogie Woogie”, beide uit 1942-1943, ontbreken wegens hun verregaande fragiliteit. Over de tentoonstelling en over de figuur van Mondriaan leest u alles in Knack van deze week.

Naast het hoofdgebeuren in Den Haag werden nog enkele interessante randaktiviteiten georganizeerd. In Den Haag zelf loopt in het Paleis Lange Voorhout De eeuw van Mondriaan. Nederlandse kunst van de 20ste eeuw, met werk van Mondriaans tijdgenoten (tot 13 februari). In de Beurs van Berlage in Amsterdam werd het atelier gerekonstrueerd dat Mondriaan zelf inrichtte in zijn Parijse periode in de rue du Départ 26. Het beantwoordde helemaal aan zijn eisen en inzichten qua kleuren- en harmonieleer (tot 6 februari).

Dichter bij ons : in het Zeeuws Museum in Middelburg loopt nog tot 15 januari de kleine, maar fijne tentoonstelling Mondriaan en Toorop temidden van hun tijdgenoten in Domburg. Piet Mondriaan verbleef tussen 1908 en 1916 verschillende keren in de Zeeuwse badstad waar hij, samen met andere kunstenaars, naar toegehaald was door zijn kollega-schilder Jan Toorop. Het Zeeuws Museum toont hun werk : naast Toorop en Mondriaan zijn dat onder meer Leo Gestel, Théo Van Rysselberghe, Henri Le Fauconnier, Konrad Kickert, Jacoba Van Heemskerck en Jan Sluijters.

In 1911 lieten die kunstenaars in Domburg vlak achter de duinen een tentoonstellingsgebouwtje neerzetten. Daar werden tot in 1920 elke zomer verkooptentoonstellingen georganizeerd. In het kader van het Mondriaan-jaar werd dat gebouw in het centrum van het stadje opnieuw opgetrokken en omgedoopt tot Marie Tak van Poortvliet Museum. In dat kleine museum is nu de haast aandoenlijke rekonstruktie te zien van de zomer-tentoonstelling uit 1912, met tweeëntachtig werken van vijftien deelnemende kunstenaars.

Ten slotte, ook tot 15 januari : Fotografen ontmoeten Mondriaan in de Vuurtoren in Westkapelle. Die toren was één van de geliefkoosde tema’s van Mondriaan in zijn lange weg naar de abstraktie.

– Piet Mondriaan in het Haags Gemeentemuseum, tot 30 april. Kaarten (450 fr.) moeten vooraf gekocht worden in de kantoren van Best Change-Interchange (GWK) in België. Adressen : Anspachlaan 117 en Gulden Vlieslaan 30a in Brussel, Steenstraat 2 in Brugge, Mageleinstraat 36 in Gent, Suikerrui 36 in Antwerpen, Oosthelling 9 in Oostende. Mondriaan-info-lijn voor België : (077) 351.951.

PAPEGAAIEN

Hoe komt een hedendaagse kunstschilder plots zo nadrukkelijk in de belangstelling ? Met de Belgische Nederlander Albert Mastenbroek (Amsterdam 1946) verschenen recent in talloze respektabele dag- en weekbladen pagina-grote interviews, ook al beweert de man niet goed te kunnen praten. Zijn werk is de jongste jaren heel populair in de trendy milieus en dat heeft het media-circus allicht in gang gezet. Alles heeft te maken met de aantrekkingskracht van zijn doeken, die door het publiek als herkenbaar en eerlijk ervaren worden : reuzengrote teddyberen, ara’s, fruitsoorten, vissen, koeien of zonnebloemen, geschilderd in krachtige, expressieve kleuren, zodat het beeld haast letterlijk van de forse doeken àfspat. Mastenbroek is niet uit op een gemakkelijk sukses, daarvoor is hij een te gedreven artiest. Hij heeft zowat alle stijlen doorgemaakt om te komen tot dit procédé : de aloude, haast ambachtelijke schildertechniek gekoppeld aan tema’s die zo banaal zijn dat ze in deze tijden bijna een kultuurschok veroorzaken. Mastenbroeks werk illustreert des mensens onuitroeibare behoefte aan krachtige, onverwachte beelden, die het alledaagse even uit zijn haak doen schieten. Tegelijk doet het sukses van zijn figuratieve werk de hedendaagse kunst-puristen huiveren : zit daar wel genoeg raisonnement achter ? Dat zal alvast hém, u en mij een zorg zijn.

– Albert Mastenbroek in galerie Arte Domus, Stationsstraat 10 in Kortrijk, tot 21 januari. Info : (056) 20.43.32.

BRUGES LA MORTE

De Brugse galerie Bruges la Morte sluit zijn deuren : de naam van de galerie kon niet beter van toepassing zijn op het kunst-klimaat in dit stadje, dat zich hardnekkig (en met toeristisch sukses, dat wel) vastklampt aan zijn roemrijke verleden, toen er nog scheepjes door het Zwin konden varen. Galerist Johan Vansteenkiste, die uitwijkt naar een stek in Gent, neemt in schoonheid afscheid met een tentoonstelling van Niek Kemps. Deze Nederlandse kunstenaar vertegenwoordigde zijn land onder meer op de Biënnale van Venetië in ’92 en staat bekend om zijn ‘beelden’, die bij de toeschouwer overkomen als geestelijke en emotionele doolhoven, waarbij de gedachte van vergankelijkheid altijd impliciet aanwezig is. Zo is in Bruges la Morte een opstelling te zien van vijf strak architekturaal aandoende konstrukties, die aan de achterkant evenveel foto’s blijken te bevatten van bloederige operatie-taferelen. De lichtwerking en het specifieke zwart rondom geven er een Rembrandteske dimensie aan. Elders staan twee ‘huizen’ in polyester, schuiloorden voor geschilderde decors van Peter De Graaff en Herbert Brandl. In twee kistjes zit een transparant werk letterlijk weggeborgen : de bezoeker moet het aandurven de strik errond los te maken. Dit soort hermetische beeldtaal lokt niet meteen de massa, maar hopelijk vindt Vansteenkiste in Gent beter aansluiting bij het publiek dat de nieuwe tendensen op de hedendaagse markt op de voet volgt.

– Niek Kemps in Bruges la Morte, Krom Genthof 1 in Brugge, tot 15 januari. Info : (050) 33.89.56.

CONCORDIA DISCORS

Het kultureel centrum van Berchem voert een niet voor de hand liggende expo-politiek. Ook in de nu lopende tentoonstelling Concordia discors worden kunstenaars bij elkaar gebracht die werken op de grens van fotografie, video, schilderkunst, beeldhouwkunst en installatie. Centrale figuur is Hugo Roelandt die in twintig jaar een stevige video- en performance-reputatie heeft opgebouwd. In Berchem brengt hij tweedimensioneel werk via de colorframe-techniek, waarbij hij het medium ‘video’ in feite ontmaskert in zijn technische elementen en dus beperkingen. Greet Verlinden maakte fotografisch letterlijk ‘delen voor een nieuw geheel’, Theo Dirkx maakte een objekt-installatie gebaseerd op video-prints, Joseph & IRA laten een haas en een eend een Wittgenstein-diskussie aangaan, of vergroten filozofische teksten via visbokalen, waarin een wanhopige goudvis rondzwemt. Gerd Dillen toont gekonstrueerde travestie-foto’s. “Concordia discors” of “eenheid in verscheidenheid” is een hárde tentoonstelling : houden de arme goudvisjes het nog vol tot 15 januari ?

– “Concordia discors” in het kultureel centrum van Berchem, Driekoningenstraat 126 in Berchem. Info : (03) 239.59.08.

MARC RUYTERS

“Composition no. III” (1929) : Piet Mondriaan is weer in Nederland.

“Ara” (1991) van en met Albert Mastenbroek : direkt aanspreekbaar.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content