In het begin van de 20ste eeuw woonden er meer Italianen in New York dan in Napels, meer Ieren dan in Dublin en meer Grieken dan in Athene. Dat is een van de vele dingen die ik deze week heb geleerd door naar New York te kijken, een veelbesproken twaalf uren durende tv-documentaire over de geschiedenis van onze stad. Een verhaal over de mythische goeie oude tijd is het niet. Het verhaal van New York is er een van zweet, bloed, tranen, gewroet, energie en bovenal geld. Zoals de schrijver Brendan Gill in het begin van de documentaire onomwonden zegt: “New York City werd gesticht door de Nederlanders. Die hadden maar interesse in één ding: geld. Al de rest kon hen verdommen.” Een andere commentator voegt eraan toe: “Godsdienst, cultuur en goede manieren kwamen in New York maar op een verre tweede plaats.”

New York, dat weet iedereen, draait nog steeds rond het slijk der aarde. Daarvoor kwamen ze met miljoenen van overal naar hier, vroeger zowel als nu. Mijn Pakistaanse kruidenier, Russische apotheker, Taiwanese kapper, Italiaanse kaasboer, Koreaanse droogkuiser en Albanese garagist, de Nigeriaanse kassierster, Poolse benzinepompbediende en Mexicaanse kelner: ze hebben allemaal hetzelfde doel.

De documentaire werd op een passend moment uitgezonden. Net deze week gaf de New Yorkse Dienst voor Stadsplanning een studie vrij over immigratie in de jaren negentig. Wat blijkt? Onze stad beëindigt de twintigste eeuw zoals ze die begonnen is: overspoeld door nieuwe immigranten. Tussen 1990 en 1996 kwamen er elk jaar zo’n 113.000 immigranten toe, ongeveer evenveel als rond de eeuwwisseling. Er zijn grote verschillen natuurlijk. Toen kwamen ze slechts uit een handjevol landen. Vandaag komen ze letterlijk uit heel de wereld. Een ander verschil is dat immigranten zich nu over heel New York verspreiden in plaats van zich te vestigen in wijken waar bijna enkel landgenoten wonen. Het is een trend die de verdraagzaamheid alleen maar in de hand kan werken. De immigratiewet van 1965 die de nationale en etnische quota afschafte, heeft ook geholpen. Ik zie er dagelijks het resultaat van in mijn eigen wijk en zoveel andere polyglotte buurten van New York. In de winkels van mijn buurt kan ik mijn boodschappentas vullen met producten uit India, China, Afrika, Zuid-Amerika, Rusland, de Caraïben en andere exotische plaatsen. De kinderen van de New Yorkse scholen komen uit niet minder dan 196 landen. Geen wonder dat zoveel mensen zeggen dat New York de stad van de toekomst is. “De toenemende diversiteit is een karakteristiek van de New Yorkse immigratie en een van haar sterkten”, zegt Joseph Rose, directeur van de stadsplanning.

Wie denkt dat het blanke ras het door God gegeven recht heeft om de wereld en dus ook New York te domineren, moet niet naar hier komen. De stadsplanners voorspellen dat in het jaar 2001 blanken nog 35 procent van de New Yorkse bevolking zullen uitmaken, tegenover 63 procent in 1970. Zonder de immigrantenstroom zou de stad bovendien een scherpe bevolkingsdaling hebben gekend. In andere oudere steden, zoals Detroit, had zo’n daling catastrofale gevolgen. Al die jonge immigrantjes doen sommige stadsscholen wel uit hun voegen barsten natuurlijk, maar ook dat is al lang een deel van het leven in New York.

In de jaren negentig kwamen er het meest immigranten uit de Dominicaanse Republiek, de voormalige Sovjet-Unie en China. De snelst groeiende groepen kwamen uit Ghana, Nigeria, Bangladesh en Egypte. Hoeveel illegale immigranten er elk jaar naar New York komen, weet niemand precies. De schatting loopt in de tienduizenden. Wat we wel weten is dat er vorig jaar 4000 illegale New Yorkse immigranten werden gedeporteerd. In heel het land werden er vorig jaar 177.000 illegalen uitgewezen.

“New York is een experiment dat al bijna vier eeuwen duurt”, zo werd in de documentaire meer dan eens gezegd. Tolerantie maar ook raciale spanningen en misverstanden zijn ingrediënten van dat experiment. Deze week nog stuurde de burgemeester 150 agenten in burger de straat op om taxichauffeurs te strikken die niet willen stoppen voor donkerhuidige klanten of die weigeren om passagiers naar zwarte of Latinowijken te brengen. De actie volgde op een klacht van de bekende zwarte acteur Danny Glover, nadat hij en zijn dochter begin oktober vijf vrije taxi’s aan hun neus zagen voorbijrijden. Wat niet per se betekent dat de taxichauffeurs in kwestie racisten waren. Het is nu eenmaal zo dat er in de armste wijken het meest misdadigers zijn. En ook dat de bewoners van die wijken donkerhuidig zijn. De taxichauffeurs zijn dat meestal ook. Hun beroep is een van de gevaarlijkste en minst betaalde. Een typisch beroep voor pas gearriveerde immigranten, waar de nakomelingen van de pas gearriveerde joodse, Italiaanse, Griekse en Ierse taxichauffeurs van vroeger hun neus voor ophalen.

Jacqueline Goossens vanuit New York

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content