Na “Trainspotting” ging het opeens heel hard voor Ewan McGregor. Dat hij de wereld aan zijn voeten heeft, is wellicht een understatement. Wat hij ook speelt, Obi-Wan “may the force be with you”, Kenobe in de langverwachte Star Wars-proloog of een Iggy Pop-achtige rockster in “Velvet Goldmine”, als McGregor zich geeft, geeft hij zich helemaal.

Ewan McGregor is in grote vorm en dat zullen we geweten hebben. In “Velvet Goldmine” is hij Curt Wilde, een nauwelijks verhulde Iggy Pop, terwijl Jonathan Rhys Meyers zijn mentor, tegenpool, Nemesis en minnaar speelt. Brian Slade heet die man in de film, maar iedereen weet dat het om David Bowie gaat.

McGregor had er veel voor over om Iggy te spelen: hij nam zang- en danslessen en raakte een flink aantal kilo’s kwijt. Niet zoveel als toen hij in “Trainspotting” de uitgeteerde junk Renton vertolkte, maar genoeg om zijn personage als een rauwe, pezige bundel Amerikaanse energie te spelen, in scherp contrast met Slade/Bowies theatrale, zelfbewuste Britse decadentie. In de film is er een scène waarin Curt/Iggy tijdens een concert in volle vervoering het publiek zijn derrière toont. Mooning heet zoiets in het Engels en het is die scène die hij nu per se even wil overdoen, tot de niet geringe verbazing van de tooghangers in een pub in Covent Garden, die nochtans een en ander gewend zijn. “Zo ging dat”, demonstreert hij met zijn kop tussen zijn knieën. “Maar dan zonder broek, en omdat ik toen toch bezig was, heb ik de rest ook maar laten zien.” Komt overeind, slaat zijn hand voor zijn mond: ” Disgusting! Stiepelzat natuurlijk, anders durf ik zoiets niet. Mensen worden daarvoor gearresteerd en ik word ervoor betaald!” Hij is nu echt niet meer te houden. “Stinkend rijk en nog altijd even onnozel”, hikt hij in de cassetterecorder. “Maar wat is acteren anders dan op tijd op de set zijn en doen alsof je iemand anders bent? En als ik daarvoor mijn broek moet laten zakken, dan moet dat maar. Al de rest is flauwekul.”

McEwan is een fenomeen, een vat vol tegenstrijdigheden ook. Na vier pinten op een sombere Londense middag ziet hij eruit als zijn eigen oudere broer, met een buikje onder zijn Spullenhulp-trui, een slechtzittende jeans en een korte, rossige Keltenbaard. Hij rookt en drinkt op een heroïsche schaal en wentelt zijn Schotse tong vol wellust rond vloeken en schuttingwoorden. Maar daar houden de stereotiepen op, want McGregor is ook keurig getrouwd en heeft een dochtertje, Clara, aan wie hij nog meer gehecht is sinds ze bijna doodging aan hersenvliesontsteking. Zijn zeven jaar oudere vrouw Eve, een Franse decorontwerpster, leerde hij kennen tijdens een opname van de tv-serie Kavanagh QC. Ze trouwden in een Frans kasteel, “met al mijn vrienden erbij en omringd door zonnebloemen.”

Wie hem in Trainspotting aan het werk zag, wist niet beter dan dat hij in een of andere gore achterbuurt met portieken vol weggegooide injectiespuiten opgroeide. Maar niets is minder waar: McGregor is de jongste zoon van een liefdevol lerarenechtpaar en kreeg zijn opleiding in een privé-school. De kerel speelt zelfs golf! Iedereen is het erover eens dat Ewan totaal ongeaffecteerd is door zijn huidige sterrenstatus: hij bezit geen auto en sloft privé bij voorkeur in zijn meest afgedragen kleren rond. Een psychiater zou wellicht van oordeel zijn dat die evenwichtigheid uit een gelukkige en beschermde jeugd voorkomt.

McGregor besloot acteur te worden onder invloed van zijn oom, Dennis Lawson. Die speelde een Schotse herbergier in Bill Forsyth’s cultfilm “Local Hero” en, ironisch genoeg, een bijrol als piloot in “Star Wars”. In de jaren ’70 was Lawson bij zijn bezoeken aan het ouderlijke Crieff uitgedost in een Afghaanse jas en kralen, en dat liet een onuitwisbare indruk na op zijn jonge neef.

Ewan deed zijn eerste toneelervaring op in Perth, waar hij in het stadstheater decors versleepte. Na een figurantenrol in “A Passage to India” (“een beetje rondhossen onder een tulband”) volgde hij een lokale toneelcursus. In de Londense Royal Academy of Dramatic Art wilden ze van hem niet weten, wél in de Guildhall School of Music and Drama. Nog voor hij zijn diploma op zak had, kreeg hij een rol in Dennis Potters’ televisieserie “Lipstick on your collar”, als een kantoorbediende die droomt dat hij Elvis is.

Het cruciale moment in zijn carrière was zijn casting als een brutale Edinburghse journalist in “Shallow Grave” van het driemanschap Danny Boyle (regisseur), Andrew MacDonald (producer) en John Hodge (schrijver). Met hetzelfde trio maakte hij het beruchte Trainspotting. Sindsdien mocht hij in “A Life Less Ordinary” Cameron Diaz zoenen (breed grijnzend: “Mét tong. Mannen of vrouwen, ik tongzoen iedereen!”) en werd hij een beetje berucht omdat in “The Pillow Book” de camera de neiging had om nogal nadrukkelijk op zijn intieme delen in te zoemen. Zijn vader stuurde hem achteraf een fax: “Mooie film. En ik ben blij vast te stellen dat je één van mijn voornaamste karakteristieken geërfd hebt.”

Seks speelt ook een prominente rol in Velvet Goldmine van de 37-jarige onafhankelijke filmer Todd Haynes. Geen household name, ook al verwierf hij enige bekendheid met zijn nep-documentaire “Safe”, met Julianne Moore als een rijke Californische huisvrouw die allergisch is voor de 20ste eeuw en met “The Karen Carpenter Story” waarin Barbiepoppen (!) de zelfuithongering van de populaire zangeres uitbeelden.

Niet bepaald commerciële films dus, en Velvet Goldmine zou lang niet zoveel aandacht gekregen hebben, als R.E.M.-frontman Michael Stipe niet in het project geïnteresseerd was geraakt. Hij kreeg een rol in de film, fungeerde bovendien als executive producer en trok een hele rist vrienden uit het rockmilieu aan. Muzikanten van Radiohead, Placebo, Sonic Youth, Pulp en oldtimers Andy McKay van Roxy Music en Ron Asheton van The Stooges geven in wisselende formaties gestalte aan The Wylde Rattz (Iggy’s groep) en Venus in Furs (Bowies groep).

De filmtitel Velvet Goldmine verwijst naar een Bowie-song, maar Bowie weigerde materiaal vrij te geven voor de soundtrack. Daar hoeft niets sinisters achter gezocht te worden. The Thin White Duke bleek achteraf zelfs redelijk opgezet met zijn nauwelijks gemaskeerde portret in de film. Maar toevallig is hij zelf bezig met een Ziggy Stardust-film en daarvoor heeft hij zijn oude songs nodig. Gelukkig was er voldoende materiaal van T.Rex, Roxy Music, Slade en Lou Reed beschikbaar om de soundtrack van Velvet Goldmine een authentieke seventies-klank te geven.

Ewan McGregor stemde toe om Curt/Iggy te spelen, op voorwaarde dat hij live mocht zingen. “Ik heb altijd al rock’n roll-fantasieën gehad. Toen ik klein was, hing er een poster van Elvis in mijn kamer, die met al dat zwart leer. En op de middelbare school speelde ik in een band die Scarlet Pride heette. We zagen er verschrikkelijk uit: gestreepte broeken, bandana’s, rode verf in ons haar. Ik was de drummer. Dat betekent dat ik voortdurend een stuk in mijn kraag had, want om de een of andere reden tracteert iedereen altijd de drummer. En de drummer kan ook al de meisjes krijgen… Ik accepteerde die rol in Velvet Goldmine omdat ik niets liever wilde zijn dan een rockster. Om eerlijk te zijn: ik wilde Noel of Liam Gallagher zijn. Eigenlijk liep het een beetje uit de hand, die Oasis-obsessie, mijn vrouw kan je daar alles over vertellen. Als er vrienden kwamen eten, dan haalde ik mijn Oasis-videotapes boven en kreeg ik slaande ruzie met iedereen die hen niet briljant vond. Ik dacht dat het misschien zou overgaan als ik zelf een rockzanger zou spelen, dat ik het op die manier uit mijn systeem zou krijgen, maar het was natuurlijk net het tegenovergestelde. Met een band in de Brixton Academy spelen!”

Zijn ogen schitteren, hij straalt een aanstekelijke gretigheid uit. “Het liefst van al had ik voor 125.000 man gestaan, maar er was maar net genoeg budget voor 400 figuranten. Maar zelfs dat was fucking fantastic! Maar wel totaal uitputtend: na één song al hingen mijn longen uit mijn lijf, de laatste 500 sigaretten die ik gerookt hadden, probeerden uit mijn keel te kruipen. Hoe houdt zo’n gast als Iggy Pop dat vol? Nu, ik kan het mij wel voorstellen…”

Hij mimeert hoe iemand een cocaïnelijntje snijdt. “Ik ben doodbenieuwd of hij de film gezien heeft en wat hij ervan denkt. In het begin probeerde ik zijn bewegingen exact na te doen, maar dat ging gewoon niet. Als Iggy op het podium staat, ontploft hij, er is geen stoppen aan, en zo heb ik het dan ook maar gedaan.” (grinnikend, terwijl hij de croissant-schilfers bijeenveegt waarmee hij in zijn enthousiasme iedereen besprenkeld heeft).

“Nog een geluk dat ik Bowie niet moest spelen, want dan had ik nog meer moeten vermageren. En zelfs dan zou ik niet het juiste figuur hebben om een catsuit te dragen. Verrek, die kerels zagen eruit als vliegende zotten. Ik ben van ’71 en ik herinner me dat ik als kleine jongen naar Top of the Tops zat te kijken en me afvroeg waarom die onnozelaars zich zo raar uitdosten.”

Velvet Goldmine speelt zich af in het Londen van de vroege jaren ’70. Een saaie, grijze achtergrond voor de felgekleurde hemden met wervelende motieven, de gruwelijke brede dassen, post- Woodstock floppy hoeden en wolkenkrabber-achtige platformzolen van het vroege Glam-tijdperk. Glam was het decadente, zelf-geabsorbeerde kleine broertje van het hippiedom. Free love, de wereldrevolutie en geestverruimende drugs moesten het afleggen tegen narcistische eigenliefde, “vrijetijdsdrugs” en een individuele seksuele revolutie. Todd Haynes’ film – tegelijkertijd sociale geschiedenis, love story, musical, lofzang op de bi-seksualiteit en een Citizen Cane-achtig mysterie – brengt al die elementen samen in het verhaal van Bowie en Iggy’s wederzijdse obsessie en van Arthur, een homofiele tiener die hen ooit verafgoodde.

“Eén van de strafste scènes”, zegt McGregor, “is die waarin ik ‘Bowie’ zoen. Het geluid valt weg en de regisseur laat het net iets te lang duren, zodat iedereen ongemakkelijk wordt. Brilliant! Een andere favoriete scène is die waarin ik het “doe” met Arthur ( Christian Bale) op een dak in Kings Cross.” Hij schudt van het lachen. “Als acteurs een vrijscène moeten spelen, en zeker als twee hetero’s moeten doen alsof ze de herenliefde bedrijven, dan wordt iedereen op de set heel fijngevoelig: Geef die jongens de ruimte. Laat hen met rust. Niemand praat nog tegen je en dan heb ik iets van: Alles in orde, jongens?

Maar goed, wij stonden dus op een dak en de scène werd vanop een ander dak gefilmd, met een lange lens. Hij imiteert een nerveus, beverig stemmetje: Oké jongens, als jullie er klaar voor zijn… Wij beginnen er dus aan, eerst voorzichtig, daarna wat energieker en op de duur geven we echt van katoen, mijn pruik vliegt van hier naar daar. En dat gaat maar door en niemand roept “Cut!” Ik wilde die jongens laten weten dat het zo wel kon, dat ik in de realiteit al lang voor pampers gelegen had. Maar toen ik voorzichtig over Christians hoofd loerde, zag ik dat het andere dak leeg was. Die jongens waren zo tactvol, die waren er stilletjes vanonder gemuisd, terwijl wij het beste van onszelf gaven. Het is een beetje een rare manier om aan de kost te komen, natuurlijk: je kleren uittrekken en doen alsof je seks hebt met iemand die je niet eens kent. En omdat het zo extreem is, vind ik het wel tof. Behalve natuurlijk als je omringd bent door een hoop mensen die je seksuele techniek bekritiseren: Neenee, niet op die manier, zo moet je het doen… Dan heb ik de neiging om te roepen: Jamaar, voor mij werkt het wél op die manier. En ik heb nog nooit klachten gehad.

Als acteur heeft McGregor een zekere reputatie verworven, “omdat ik zo vaak in mijn blote flikker rondloop”, maakt hij de zin af. Met de vuist in de lucht: “Maar ik doe het voor de sisters, het is een feministisch gebaar! Vrouwen hebben in films altijd al uit de kleren gemoeten, terwijl je van mannen hoogstens hun bloot gat ziet. Ik sta erop mijn kleren uit te trekken, terwijl de lady’s ze aan houden!”

Het is maar de vraag of zijn vrouw begrip heeft voor die visie. “Het onderwerp ligt een beetje gevoelig, dat geef ik toe. Naakt zijn met een andere vrouw, met haar vrijen en haar borsten aanraken, het is niet vanzelfsprekend. Het is ook niet iets dat ik mijn vrouw zou willen zien doen, ik zou er de hele dag mee in mijn hoofd zitten. De seksscène in Trainspotting heeft voor nogal wat miserie gezorgd, ook al omdat ik het totaal verkeerd had aangepakt. Ik probeerde fijngevoelig te zijn tegenover de actrice en toen kwam ik thuis: Ze is geweldig! Maar dat was nu net wat mijn vrouw niet wilde horen. The Pillow Book was dan weer geen probleem, wat een tikkeltje vreemd is, want daarin was ik bijna voortdurend naakt. Misschien hangt het ervan af met wie ik het doe… Nu is het trouwens niet meer zo’n groot probleem: hoe beter je elkaar kent, hoe sterker je relatie wordt.”

Velvet Goldmine was geen gemakkelijke film om te maken en tijdens het draaien zat het McGregor vaak niet lekker. “Maar nu ik hem gezien heb, ben ik er best trots op. Het is een moedige film, hij doorbreekt alle regels.” Het vervelendste was dat hij achteraf voor de soundtrack alle songs opnieuw in een studio moest opnemen. “Dat zat me lelijk dwars. Ik was heel blij met de opnamen voor de film: het was écht, waarom konden ze dat niet gebruiken voor de soundtrack? Maar ik moest de studio in en het was fucking terrible. Je hoeft dus niet bang te zijn dat ik Jason Donovan achterna ga. Acteurs die albums maken, het is verdomd pijnlijk.”

De eerste opnamedag van Velvet Goldmine kreeg McGregor een telefoontje dat hij in de Star Wars-proloog de rol van de jonge Obi-Wan Kenobe mocht spelen. “De godganse dag liep ik van oor tot oor te grijnzen. Iedereen wilde weten of alles in orde was met mij, maar ik mocht niets verklappen.” Dat mag hij nog steeds niet: de acteurs en technici zijn geheimhouding verplicht tot de release van de nieuwe Star Wars. “Ik ben gek op die films”, zucht hij. “Tijdens het draaien realiseerde ik me pas ten volle hoezeer ze deel uitmaken van mijn opvoeding. Ze behoren tot het cultureel erfgoed van mijn generatie: R2D2 en Darth Vader zijn even belangrijk voor mij als de sprookjes uit mijn kleuterjaren. Mijn oom Dennis speelde in de drie eerste afleveringen, als de piloot van een gevechtsvliegtuig, en hij haatte het. Nu ik het zelf heb meegemaakt, begrijp ik wat hij bedoelt. Aan de ene kant ben je net een kind in een snoepwinkel, maar omdat het allemaal zo verschrikkelijk technisch is, kan het ook heel saai zijn. Het blijft in de familie, zal ik maar zeggen.”

De coolste acteur van Groot-Brittannië en de op twee na meest sexy man ter wereld (alleen Keanu Reeves en George Clooney gaan hem vooraf, aldus Cosmopolitan) verliest zich eens te meer in een bulderend lachsalvo, waarna hij een verse Marlboro opsteekt en zich zonder enige overgang afvraagt of de drugsbrigade bij een controle ook je neus fouilleert. Iggy en hij zouden het uitstekend met elkaar kunnen vinden.

Sylvie Simmons/ Tekstbewerking: Linda Asselbergs

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content