DEZE WEEK ROLT HET LANGVERWACHTE VERZAMELWERK VAN DE NEDERLANDSE FOTOGRAAF ERWIN OLAF VAN DE PERSEN. ZONDAG ZET DE CONTROVERSIËLE KUNSTENAAR EEN HISTORISCH SCHILDERIJ IN BEELD IN HET KASTEEL VAN GAASBEEK.
Het weerzien met beelden die hij jaren geleden maakte, is best confronterend, zegt Erwin Olaf (53). “Wat was je vroeger schreeuwerig, denk ik vaak. De eerste jaren wilde ik me zo graag bewijzen. Ik ensceneer nog steeds graag, maar de behoefte aan toeters en bellen is veel kleiner. De emoties die ik in de foto’s wil uitdrukken, worden almaar kaler weergegeven.” Toen de Nederlandse fotograaf vorig najaar de Johannes Vermeerprijs won, de staatsprijs voor de kunsten, roemde de jury zijn vermogen om telkens weer nieuwe wegen in te slaan. Diezelfde eigenschap druipt ook van OWN, de lijvige terugblik op zijn vrij werk die deze week verschijnt.
Olaf – geboren in Hilversum, maar al jaren thuis in Amsterdam – brak eind jaren tachtig internationaal door met onconventionele naaktportretten in zwart-wit, onder meer van bodybuilders, dwergen en zwaarlijvige vrouwen. Een confronterende en taboeloze stijl, met vaak een humoristische ondertoon. Met behulp van kleurenfotografie en digitale beeldbewerking trok hij in de jaren negentig alle registers open, en vaak ook het debat. Fotoreeksen als Mature (1998), met portretten van oudere pin-ups, of Fashion Victims (2000), suggestieve naakten met draagtassen van luxemerken over het hoofd, toonden de Nederlander van zijn meest kritische kant, al werkte die dan tegelijk voor merken als Diesel, Lavazza en Nokia. Olaf schuwde de controverse niet ; zijn lookalike van prinses Diana met Mercedesster in haar arm, een opname uit de aan sensatielust en martelaarschap gewijde serie Royal Blood (2000), ging destijds de wereld rond.
“Ik kan OWN doorbladeren als was het mijn dagboek”, zegt Olaf, die na de eeuwwisseling te horen kreeg dat hij met longemfyseem kampt. “De foto’s uit mijn vrij werk verraden telkens wat me op een bepaald moment in mijn leven bezighield.” Een en ander verklaart mee de introspectieve teneur van recenter werk als Grief (2007), waarin Olaf als een moderne Edward Hopper de kwetsbaarheid en eenzaamheid van de mens beschreef. Ingetogen beelden waarin de smetteloze esthetiek en perfecte composities van Olaf haast een bijtend trekje hebben.
TABLEAUX VIVANTS
Zijn bewondering voor de schilderkunst is ook duidelijk aanwezig in de complexe tableaux vivants die Olaf de voorbije jaren realiseerde. Zo baseerde hij zich voor de serie Paradise The Club (2001) onder meer op De ontvoering van Hippodamea van Rubens. Een groepstafereel ter herdenking van de ontzetting van Leiden was vorig jaar dan weer geïnspireerd op een doek van Jan Hendrik van de Laar uit 1861. Iets soortgelijks realiseert Olaf deze week in het kasteel van Gaasbeek, waar hij zondag een eigen versie maakt van De laatste hulde aan de graven van Egmont en Hoorn, een schilderij van Louis Gallait uit 1851 dat in het kasteel hangt. De casting voor het project vond vorige maand plaats in het Brusselse Paleis voor Schone Kunsten.
“Ik heb niet plotseling een geschiedkundige passie ontdekt”, zegt Olaf. “Op technisch vlak fascineren en inspireren de oude meesters me al veel langer, en dan vooral hun licht. Anderzijds is het een uitdaging om zulke historische taferelen op een hedendaagse manier te vertalen. Het is dus niet de bedoeling om dat schilderij na te maken. Dan zoek ik veel liever uit wat de Belgen nu typeert.”
–
OWN (59,90 euro) wordt uitgegeven door Lido. Zijn project in het kasteel van Gaasbeek is ter plaatse te zien van 5 juni tot 19 augustus onder de titel ‘Exquisite Corpses’.
Info : www.erwinolaf.com ; www.kasteelvangaasbeek.be
DOOR WIM DENOLF – FOTO’S ERWIN OLAF
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier