Directeur Fair Trade OriginalIn de jaren zeventig moest je bij wijze van spreken een ideologische verklaring tekenen voor je een pakje Tanzaniakoffie mocht kopen. Nu is het heel gemakkelijk geworden om wereldverbeteraar te zijn. Het profiel van fair-tradeklanten is niet veranderd, denk ik. Het zijn nog altijd diezelfde mensen. Ze hebben nu gewoon meer toegang tot de producten. Nog steeds gaat het niet om het grote publiek.

Mijn vader bouwde een mooie carrière uit bij Procter&Gamble. Van hem heb ik geleerd hoe belangrijk het is om een job te zoeken die je graag doet. Met alle respect voor mijn vader, maar ik wilde iets meer doen dan zeep verkopen.

Een artikel in Knack bracht me bij Amnesty International. Ik studeerde bedrijfspsychologie en las dat de nieuwe voorzitter van Amnesty Vlaamse vrijwilligers zocht in Leuven. Een dag per week zat ik daar, puur pionierswerk. Ik heb er als gewetensbezwaarde twee jaar gediend en ben er nog twee jaar blijven werken. Toen wilde ik toch eens iets gaan doen met mijn diploma.

“Secretaris generaal van de UNO”, was mijn welgemeende antwoord, toen ik bij die eerste sollicitatie bij de Generale Bank de vraag kreeg waar ik over tien jaar wilde staan. Dat was toen mijn ambitie. Van die sollicitatie heb ik nooit meer iets gehoord. In 1983 ben ik hier begonnen.

“Geef ons geen geld om vis te kopen, leer ons vissen.” Als ik dat soort boodschappen nu lees, denk ik : “Zoek eens iets frisser”. Maar het was wel dat idee dat primeerde bij de eerste stappen naar fair trade van SOS Wereldhandel uit Nederland. Begin jaren zeventig ging de eerste wereldwinkel van Vlaanderen, die van Antwerpen, zich in Nederland bevoorraden met pakjes koffie. Het was een solidariteitsproduct. Niet eens altijd even lekker.

Er zijn twee soorten fair trade : enerzijds zijn er de founding fathers, die honderd procent fair trade werken. Maar daarnaast heb je een groeiende groep die het begrip af en toe gebruikt : een koffiebrander die een paar Max Havelaarkoffies aanbiedt, Di van Delhaize, die een aantal fair-tradecosmeticaproducten heeft, de supermarkten die solidaire lijnen hebben.

“Het zijn lightversies, die duurzame initiatieven die multinationals lanceren”, zeggen sommige hardliners. Ik ben het daarmee eens, maar aan de andere kant is het fantastisch, want nu zijn ze daarmee bezig en tien jaar geleden niet.

Door een hoge norm vast te leggen, zorg je ervoor dat ook bij gewone bedrijven minimumstandaarden ontstaan. Dat is toch een van de ultieme verwezenlijkingen en doelstellingen die fair trade moet hebben ? Er is een ondergrens gelegd waar iedereen het mee eens is.

Het is eigenlijk een luxeprobleem dat er nu meer spelers op de markt zijn. Maar er moet nu wel een wettelijk kader komen om het begrip te beschermen. Voor de voedingssector lukt dat al heel aardig. Voor de non-food producten ligt het moeilijker. Het is een politiek moeilijke discussie, want minimumprijzen en een vrije markt zijn voor sommigen moeilijk te verenigen.

Natuurlijk volgen onze productspecialisten de catwalks en de internationale meubelbeurzen van Milaan, Parijs en Londen. Producenten vragen ons suggesties over wat ze moeten maken om op onze markt mee te spelen. De tijd dat je hier jaar in jaar uit dezelfde sandalen kon kopen, die is gelukkig voorbij. Elk jaar verwisselt de helft van de collectie.

Je moet jezelf in deze sector relativeren. De wijnglazen die wij als groothandel jaarlijks verkopen, betekenen amper drie dagen werk voor het bedrijf in Vietnam waar wij ze aankopen. We houden geen bedrijf van honderd man een jaar aan het werk.

De ecologische impact van de fair trade is een discussie. Voor de producten waar je geen alternatief hebt, is het geen punt. Koffie groeit nu eenmaal niet in het zuiden van Frankrijk. Het is anders met wijn uit Chili. Maar als je het hebt over People Planet Profit, de drie P’s van duurzaam ondernemen, dan is het People-verhaal het essentieelst voor ons. “Als je investeert in bio, investeer je in de toekomst”, klinkt het. Wel, je moet hetzelfde durven zeggen voor fair trade.

“Moeten we een niche blijven of moeten we mainstream worden ?” Natuurlijk moeten we niche zijn, want we hebben een heel specifieke aanpak. Maar we moeten een niche van 25 procent zijn. Onze standaards verlagen om mainstream te worden, dat heeft geen zin.

Erik Devogelaere (49) leidt Fair Trade Original, een groothandel voor fair-tradeproducten. Non-food producten van deze organisatie eindigen vooral in de Vlaamse wereldwinkels. Op vlak van voeding concentreert Fair Trade Original zich op koffie voor bedrijven. Van 3 tot 13 oktober loopt de week van de fair trade. Info : www.befair.be

Door Leen Creve I Foto Charlie De Keersmaecker

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content