Er is leven na de draad

Je rijdt Hasselt binnen en je laptop of zakcomputer heet je welkom. Je krijgt de raad de Ring te mijden, want daar is een ongeval gebeurd. Op je schermpje zie je dat Bram, Steven en Anna op een terras zitten aan de Grote Markt. Onderweg passeer je een café, dat je meldt dat zijn happy hour over een kwartier begint.

Zo zullen alle Hasselaars in 2010 leven, als I-city er komt, het draadloze stadsnetwerk. “I-city maakt het leven gemakkelijker met allerhande draadloze toepassingen”, zegt Wim Houben, projectontwikkelaar van I-city. “We vragen alle Hasselaars een profiel in te vullen met hun persoonlijke gegevens, voorkeuren en smaken. Zodra je inlogt weet het netwerk perfect waar je bent.” Dat heeft zo zijn voordelen : doordat in je profiel staat dat je van rood en van shoppen houdt, krijg je vlak voor de etalage van de H&M de melding dat er rode pulls voor 15 euro te koop zijn. Als een restauranthouder merkt dat hij ’s middags maar weinig verkocht heeft, stuurt hij in de vooravond naar alle hongerigen in de buurt : “Mosselen met frietjes : 7, i.p.v. 10 euro.”

“I-city weet tot op twee meter nauwkeurig waar je bent, en kan je op het juiste moment de gepaste informatie sturen”, weet Wim Houben. “Dat klinkt Big Brother-achtig”, zegt Frederik Marain, trendwatcher en internetpionier in Vlaanderen. “Het moet mogelijk blijven om ongestoord door Hasselt te wandelen, zonder bestookt te worden door zulke gerichte boodschappen.” Dat kan door je simpelweg af te melden bij I-city.

Plots komt een ambulance in volle vaart voorbij. Je bent als Hasselaar razend benieuwd wat er is gebeurd. Drie minuten later verschijnt op je zakcomputer ( pda) een nieuwsflash van het Belang van Hasselt, de plaatselijke on linekrant. Daarin lees je wat er is gebeurd en hoeveel slachtoffers er zijn gevallen. “Lokaal nieuws is zeer populair”, weet Dorien Aerts, medewerkster van de e-krant in Hasselt. “Wij brengen het bliksemsnel, voor en door Hasselaars, want we gaan werken met een redactie van vijftig vrijwillige citizen journalists.” Een roddelkrantje dus ? “Het nieuws mag gerust vettig of vuil zijn, zolang het maar klopt.”

Big Brother ?

I-city weet exact waar je bent en dat kan best handig zijn. Voor een geleide wandeling in de binnenstad bijvoorbeeld. Als niet-Hasselaar leen je een pda bij de dienst voor Toerisme, plug je je oortjes in en krijg je bij elke bezienswaardigheid wat informatie toegefluisterd. Bejaarden die in een rolstoel zitten, ontvangen rond koffietijd een bericht wanneer ze in de buurt van een rolstoelvriendelijke tearoom zijn. Zonder trapjes en met een toilet dat breed genoeg is. Hartlijders linken hun hartritmemeter aan hun pda. Krijgen ze een trombose of is hun hartritme heel onregelmatig, dan krijgen de hulpdiensten onmiddellijk een noodsignaal. Die weten perfect waar ze moeten zijn, wie het slachtoffer is en wat er is gebeurd. Je dochtertje loopt verloren op een drukke braderie, en je vreest dat ze ontvoerd is. Met I-city kun je snel haar foto naar alle pda’s in de buurt sturen. “Dat gaat veel sneller dan Child Focus bellen of de dag erna affiches verspreiden met haar foto erop. Want het zijn die eerste minuten die cruciaal zijn om getuigen te ronselen en je dochter terug te vinden”, zegt Wim Houben.

Een minder populaire toepassing : een parkeeragent wil een foutgeparkeerde wagen beboeten, neemt er gewoon een foto van met zijn pda. I-city registreert de nummerplaat en stuurt een bericht naar de eigenaar, die onmiddellijk on line de boete kan betalen. En zijn auto kan verplaatsen. Weg papierwinkel.

Pizza-op-maat

“Er zijn echt honderden potentiële toepassingen van I-city”, zegt Wim Houben. “Alles wat je maar kunt bedenken, is technisch mogelijk.” De wilde ideeën komen van Hasselaars en de alfa’s. Dat zijn 115 techneuten die de applicaties programmeren en laten testen. “Onze vierduizend testgebruikers maken I-city uniek. Zij proberen de toepassingen een paar jaar uit, en evalueren hun nut en gebruiksvriendelijkheid. Ons levende lab maakt of kraakt de applicaties, en bepaalt ook meteen welke later gecommercialiseerd kunnen worden.” Niet door vzw I-city, maar door nieuwe technologische firma’s die zo jobs kunnen creëren in en rond Limburg. Of door Siemens, Microsoft, Sisco en andere partners die met I-city aan tafel zitten. “Zij willen weten hoe steden zich multimediaal kunnen uitbouwen in de toekomst. Hasselt is met dit onderzoeksproject pionier in de wereld, vandaar de internationale interesse.”

Na Hasselt komt Leuven aan de beurt. De twee steden hebben allebei een kleine stadskern, en zijn daarom gemakkelijk draadloos te overbruggen. “In Brussel zou dat al een stuk moeilijker zijn”, geeft Wim Houben toe. In Leuven komen ook toepassingen speciaal voor studenten. Een voorbeeld : Als het examenlokaal in extremis veranderd is, kan de prof dat op de pda’s van zijn studenten laten weten.

“Maar vooral de pizzasamensteller zal in Leuven aanslaan”, vermoedt Wim Houben. “Je kiest op je pda je favoriete ingrediënten en stuurt die naar het dichtsbijzijnde pizzarestaurant. De deliveryboy die net in de buurt is, kan je voedsel-op-maat subito presto komen leveren op je kot.” “Hoeveel van de genoemde toepassingen I-city uiteindelijk zullen halen, hangt volledig af van de testgebruikers”, zegt Wim Houben. Of I-city gratis toegankelijk wordt ? “Geen idee, dat hangt af van eventuele reclame-inkomsten.”

Doemscenario

“De technologie is rijp voor een dergelijk project, maar de aanpak is wat overhaast”, vindt Frederik Marain. “Gsm’s zullen stilaan vervangen worden door pda’s, maar je mag er niet van uitgaan dat iedereen een pda zal hebben in 2007. Bovendien zijn er zijn heel wat privacy-kwesties die eerst wettelijk geregeld moeten worden om misbruik van gegevens te vermijden.”

“Onze werkgroep legal buigt zich daarover”, verdedigt Wim Houben zich. Schuilt daarin een rol voor de Vlaamse overheid, die mee aan tafel zit ? “De overheid moet zorgen voor de infrastructuur van het netwerk en moet misbruik van de profielgegevens beletten”, waarschuwt Marain. “Anders gebeuren er ongelukken of fraude. Maar naast leuke ideeën moet je vooral een goed projectplan hebben dat stap voor stap uitwerkt hoe het uitgerold zal worden.” Wim Houben repliceert : “We willen I-city eerst vier jaar testen en daarna pas loslaten op alle Hasselaars.”

“Gevaarlijk”, vindt Marain. “De kans is groot dat het project onderweg vastloopt.”

Geen nood, als I-city Hasselt er niet komt, dan fungeert de technologie ook als hotspot. Overal in de stad kun je dan met je pda of laptop draadloos op internet. “Gratis, als het van Stevaert afhangt”, vermoedt Marain. Hasselt zal zeker niet de eerste draadloze stad ter wereld zijn. In Leiden, Utrecht of München surf je ook overal wireless. In Central Park in New York zitten ’s middags honderden mensen een broodje te eten, met hun laptop op de schoot. On line picknicken in de open lucht kan voorlopig niet in België, maar in Lunchgarden, McDonald’s en Carestel kun je wel een snack eten en intussen wat surfen. “Dat is vooral handig voor zakenmensen die onderweg zijn en snel hun mails willen lezen,” aldus Frederik Marain . Ook meetings gebeuren steeds vaker in zogenaamde hotspots. “Met ons team spreken we altijd af in de Carestel in Groot-Bijgaarden”, zegt Marain. “We kunnen er met z’n vieren aan een tafeltje surfen en doorwerken. Niet om hip te doen, maar vooral omdat het erg efficiënt is.”

“Nu zijn de weinige hotspots nog vooral gericht op zakenlui”, constateert hij nog. “Maar binnenkort wordt heel België één grote hotspot, of je dat nu wilt of niet.” Hun aantal in België groeit gestaag. In 38 NMBS-stations is al draadloos internet geïnstalleerd en kun je voor 7,50 euro een uurtje de tijd wegsurfen. Ook in de luchthaventerminal van Zaventem en op de Thalys tref je wel eens internetters aan.

Rummicub

“Schatje, ik kan drie weken mee op reis, maar dan moet ik wel ’s avonds een beetje kunnen doorwerken.” Zakenlui die met hun gezin op vakantie gaan, willen vaak draadloos internet op hun bestemming. In hotels is het stilaan de regel, het eiland Mauritius is één grote hotspot, op het strand van Knokke en Vlissingen kun je al draadloos surfen, en ook campings en vakantieparken installeren stilaan hotspots. De Nederlandse trendwatcher Frank Jansen zocht bewust naar zo’n ‘draadloze’ bestemming en testte deze zomer de internetfaciliteiten van Sunparks in De Haan. “Als je een boek kunt lezen of aan het zwembad kunt liggen, dan kun je evengoed wat internetten op reis”, aldus Frank Jansen. “De kinderen vinden dat fantastisch.” Frank en zijn gezin gebruiken internet vooral recreatief. “Vroeger zaten we ’s avonds rummicub en poker te spelen in onze bungalow, nu doen we spelletjes tegen elkaar via het net, da’s toch geweldig ?”

“Het moet vooral een grappig beeld zijn,” vermoedt Frederik Marain. “Stel je voor : na het eten gaan de borden van tafel en klapt elk gezinslid zijn laptop open. Het gaat al ver als je het internet nodig hebt als ontspanning.”

Internet op je vakantieoord kan ook best handig zijn. “We wilden ’s avonds een uitstapje maken en moesten snel weten waar er iets te doen was in de buurt”, vertelt Frank Jansen. “We konden de toeristische brochures uitpluizen. Maar op het net vind je zoiets veel sneller.” Stoort niemand zich aan internetters op vakantie ? “Nu bekijkt men je wel nog eens scheef als je je laptop of pda tevoorschijn haalt op het strand, en ook op een terrasje komt het nogal snobistisch over”, weet Frank uit ervaring. “Dat valt best mee, hoor”, zegt Wim Wouters, programmeur bij I-city, die zijn pda meenam op reis. “Ik was aan het internetten op het strand in Knokke. Omdat een pda op een gsm lijkt, dacht iedereen dat ik driftig aan het sms-en was.”

“Of het stoort of niet, hangt af van de context”, vindt Frederik Marain. “In Saint-Tropez zou het niet storen, maar op een terrasje onder de platanen in een idyllisch dorp in de Provence ga je toch niet zitten te surfen.”

“Internet is niet overal wenselijk en soms doet het ook eens deugd om een tijdje niet on line te zijn”, aldus Frederik Marain. “Ik was onlangs drie weken internetloos en dat was echt wennen. In het begin had ik stress, omdat ik het gevoel had belangrijke mails niet te kunnen lezen. Maar na verloop van tijd werkte het heilzaam. Eens afkicken is goed om te beseffen hoe afhankelijk je geworden bent van de technologie en hoeveel mensen je enkel kent via het medium. Terugplooien op je naaste contacten doet dan echt deugd. Misschien zit daar zelfs een nieuwe vorm van toerisme in.”

We kunnen ons de brochures al voorstellen : “Onthaasting op het enige internetloze plekje in België.” û “Dé anti-technologieretraite voor het hele gezin, een oase waar internet, gsm en pda niet welkom zijn.” Meteen een topic voor een reisreportage in Weekend Knack van 2015. n

Thijs Demeulemeester

“Ik was aan het internetten op het strand in Knokke. Omdat een pda op een gsm lijkt, dacht iedereen dat ik gewoon aan het sms-en was.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content