Engeland aan de Maas

Gemillimeterde gazons, lieflijke prieeltjes en dramatische vergezichten over de Maasvallei : Le Sous-Bois, het park dat Philippe Taminiaux rond zijn woning aanlegde, herinnert aan de statige kasteeldomeinen in het ruige Cornwall.

:: De tuin van Philippe en Sabine Taminiaux, Le Sous-Bois, is toegankelijk voor het publiek tijdens het evenement Open Tuinen – Jardins Ouverts, zondag 13 juni van 10 tot 19 uur. De gelijknamige organisatie geeft elk voorjaar een gids uit met informatie over de deelnemende tuinen.

Info : www.jardinsouverts.be. Groepsbezoeken zijn ook mogelijk, het liefst in de maand juni en altijd na afspraak : info@lessousbois.be.

Diep in de Ardense bossen ontsproten, baant de Maas zich een weg door het zuiden van België. Eeuwenlang groeiden er wijndruiven op haar oevers, en exporteerden Waalse wijnbouwers hun knowhow naar het buitenland. Hier en daar heeft haar loop steile hellingen uitgehouwen, zoals in de omgeving van Dinant, de geboortestad van Adolphe Sax, uitvinder van de saxofoon. Over dit bijna woeste landschap kijkt Philippe Taminiaux dagelijks uit : vanuit zijn tuin in Wépion ziet hij de Néviau, een kale rotswand die op de andere oever van de rivier oprijst, en kan hij met zijn blik de stroomopwaartse loop van de Maas enkele kilometers ver volgen.

Deze plek, die de vergelijking met de mooiste tuinen aan de Engelse kusten in Cornwall kan doorstaan, ontdekte hij eigenlijk per toeval in het midden van de jaren negentig. Als organisator van onder meer het Festival van de Natuurfilm in Namen moest hij een boodschap van prins Laurent gaan opnemen. Er werd wat over en weer gepraat over de locatie en uiteindelijk werd gekozen voor het domein van een vriend van de prins, een bosbouwer, ecoloog en universiteitsprofessor met pensioen. Na de opname liet Philippe Taminiaux zich in lovende woorden uit over het prachtige uitzicht. “Weet u dat wij het huis willen verkopen ?” was het antwoord. In enkele dagen tijd was de zaak beklonken en konden Philippe, Sabine en hun vijf kinderen beschikken over hectaren bos waar vossen, reeën en verscheidene roofvogels in huizen. Zelfs een steenmarter, die al heel wat schade aangericht heeft in het duivenbestand.

Het koppel wist dat er hun heel wat werk te wachten stond : een park aanleggen en tegelijkertijd een groot deel van de planten uit hun vroegere woonst verhuizen. “De kopers ervan hadden laten verstaan dat een tuin zoals de onze, die heel strak was getekend en intensief was beplant, veel te veel onderhoud zou vergen. Daarom hebben wij alles waarin wij jaren werk hadden gestoken en konden meenemen, ook meegenomen.” Boven-dien moesten ze rekening houden met een opmerkelijke schaalvergroting – de oppervlakte van de tuin was ineens meer dan twee hectare in plaats van dertig are – en met de topografie van een domein met veel hellingen. Philippe begon meteen de belangrijkste elementen op papier te zetten : een zwembad, een moestuin, een grote border. “Ik herinnerde me plots weer de PMS-testen op het einde van mijn humaniora. Hun advies inzake beroepskeuze luidde : tuinarchitect. Maar ik ben een totaal andere weg opgegaan. Eerst heb ik in de reclame gewerkt en daarna heb ik me met zuiver commerciële activiteiten beziggehouden.”

Stadskind

Zijn belangstelling voor de natuur dateert nochtans al van zijn tienerjaren. Hoewel hij in hartje Brussel woonde, op de Grasmarkt, bracht hij al zijn vrije tijd door met het observeren en fotograferen van vogels. Het geld dat hij verdiende met kleine karweitjes gaf hij uit aan fototoestellen en lenzen voor fotofanaten. Hij werd een groot natuurliefhebber met een voorkeur voor de fauna, en omdat hij ook ondernemersbloed in de aderen had, richtte Philippe Taminiaux met enkele vrienden eerst een fotoagentschap op en daarna enkele natuurtijdschriften. Op die manier creëerde hij een kleine persgroep. Zijn drang om in de natuur te zijn werd zo sterk dat zijn moeder op een mooie dag besloot een lap grond met een buitenhuisje te kopen, waar zij en haar zoon hun vrije tijd konden doorbrengen. “Ik had mijn boom nodig”, zegt hij al lachend.

De hectaren bos die hem nu omringen, voldoen ruimschoots aan die behoefte. En tegenwoordig concentreert hij zich ook op de aanleg van tuinen. “Toen wij hier kwamen wonen, graasden de schapen tot vlak bij de woning. Ik heb ze een graasweide wat verderop gegeven. Omdat ik iets heb tegen afsluitingen die het uitzicht belemmeren, heb ik het Engelse systeem van de droge sloot toegepast. Je graaft gewoon een gracht van iets meer dan een meter diep met rechtopstaande boorden.” Daarna tekende hij de paden en voorzag de mogelijkheid om met een wagen rond het huis te rijden. Achteraan plantte hij een rij catalpa’s met goudkleurige bladeren. Onderstreept met een dichte rij vaste planten vormen ze een soort van erehaag om de bezoekers te ontvangen. Zijn belangrijkste ingreep zou een lange mixed border worden. “Ik heb hem niet uitgetekend. Sabine en ik hebben stroken op het gazon gelegd en zijn op de eerste verdieping van ons huis gaan kijken om ons een idee te kunnen vormen van zijn toekomstige afmetingen en hoe hij precies zou buigen.”

Wat kleuren en bloemen betreft, heeft Philippe Taminiaux een uitgesproken smaak. Hij houdt niet van rood of oranje. We treffen hier dus vooral pasteltinten aan, felle kleuren zijn resoluut gebannen. Tot zijn favoriete planten behoren lichtblauwe Nepeta mussinii ‘Six Hills Giant’ of gele Anthemis ‘Sauce Hollandaise’. Ze staan hier met honderden als achtergrond voor andere aanplantingen. Tijdens onze wandeling wordt het ook duidelijk dat een mixed border niet uitsluitend uit vaste planten bestaat. Er staan ook struikrozen en tal van andere struiken die werden gekozen voor de vormen en de kleuren van hun bladeren. Een rode hazelaar bijvoorbeeld ( Corylus avellana ‘Purpurea’), een roodbladig pruikenboompje ( Cotynus coggygria ‘Royal Purple’) en talrijke variëteiten en cultivars met gele bladeren zoals Sambucus racemosa ‘Plumosa Aurea’, Choisya ternata ‘Sundance’ of Gleditsia triacanthos ‘Sunburst’. Onder aan de border bevindt zich Philippes ‘ode aan het verleden’ : een mooie, netjes geordende moestuin omheind door een beukenhaag en onderverdeeld in twaalf perceeltjes. Beschermd door kleine serretjes in het begin van het seizoen groeien hier aardbeien, net zoals vroeger, toen dit deel van het domein één groot aardbeienveld was (de beroemde aardbeien van Wépion). De groenten zijn een herinnering aan de tuin van zijn grootouders. Ze worden met heel veel liefde gekoesterd. Net zoals dat vroeger gebruikelijk was, staan hier ook rijen snijbloemen.

De eigenaars hebben voor de bezoekers aan hun tuin een mooi parcours uitgewerkt. “Het is de bedoeling dat je van de ene verrassing in de andere valt. Dat je de dingen één na één ontdekt. Daarom kom je binnen aan de achterzijde van het huis, via het schaduwmassief : hydrangea, petasites, lamium, gunnera… Dan kruis je de gouden catalpa’s met daaronder een mengeling van nepeta en alchemilla (nog een van hun favoriete planten), verrijkt met campanula, geranium, eryngium en andere. Eer je bij de aromatische planten terechtkomt, kun je de collectie gieters bekijken die ze in de serre hebben ondergebracht. Honderden stuks. “De mooiste staan hier, de andere hebben we in dezelfde kleur geverfd als de omgeving waarin ze een plaatsje hebben gekregen. Mimicry dus, net zoals de dieren in de natuur.” Na de wandeling rond het huis onthult zich beetje bij beetje het spektakel van de vallei. Eerst nog een bosje door en dan is er het panorama. Tuinmeubilair – bank, gloriëtte of boog – wordt hier aangewend voor de manier waarop het de blik kan vangen, een hoogtelijn kan onderstrepen, een perspectief beter doet uitkomen. Het minste wat we kunnen zeggen, is dat hier aan al deze elementen geen gebrek is. En dat ze indrukken nalaten die men niet gauw vergeet.

Tekst en foto’s Jean-Pierre Gabriel

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content