En toen was er licht

Martens toonde de mannencollectie en de precollectie voor vrouwen door elkaar, in het gotische klooster van Santa Maria Novella. © MONDADORI

Y/Project, van de Belgische ontwerper Glenn Martens, was in Firenze klaar voor de spotlights. In drieduizendvoud, zo bleek. Het label was de eregast van Pitti Uomo, al dertig jaar ’s werelds belangrijkste afspraak voor de mannenmode.

De show markeerde een belangrijk moment: Y/Project, dat al jaren veel invloed heeft op de mode, maar tegelijk ook onder de radar bleef, telt nu echt mee. “Pitti is het mooiste platform voor mannenmode”, zei de 34-jarige Martens enkele uren voor de show. “Het is een eer voor Y/Project, en tegelijk is het ook een gelegenheid om weer wat meer aandacht te geven aan onze mannencollectie. Als ontwerper kun je de tijd nemen om je verhaal te vertellen. Om uit te leggen waarom we mannenmode maken.”

Y/Project is begonnen als mannenmerk, in 2010, door de ontwerper Yohan Serfaty. Na het overlijden van Serfaty, in 2013, nam Martens de creatieve leiding over. De Belg studeerde aan de Academie van Antwerpen, begon zijn carrière bij Jean Paul Gaultier, net als Martin Margiela destijds, en had enkele seizoenen zijn eigen merk. Bij Y/Project maakte hij een zachte overgang van Serfaty’s esthetiek naar zijn eigen, sterkere visie. Hij introduceerde ook een vrouwenlijn, die intussen zowat zeventig procent van de omzet vertegenwoordigt. Het label kreeg in 2017 de Grand Prix de l’Andam, een van ’s werelds voornaamste modeprijzen. Het ligt wereldwijd in 160 winkels, waaronder Stijl in Brussel.

En toen was er licht
© MONDADORI

Martens vertelde in Firenze dat hij veelzijdigheid extreem belangrijk vindt. “We kleden allerlei soorten mensen. Soms wil je ’s nachts een clubkid zijn en overdag een zakenman. Ik probeer kleren te maken die je op verschillende manieren kunt dragen.”

Y/Project showde een opvallend elegante collectie, met een focus op tailoring, zoals de herinterpretatie van de smoking. Dat is niet onverwacht: Martens evolueert al enkele seizoenen naar een meer ‘volwassen’ stijl. Er waren, zoals gewoonlijk, dubbele schouders en andere driedimensionale ‘pop-ups’, maar dan zachter. De ‘inpaktechniek’ die het label vorig jaar introduceerde (een extra laag transparant materiaal over, bijvoorbeeld, een jas), werd verder ontwikkeld, ditmaal met bloemenprints. In een gesprek met het Amerikaanse blad Interview verklapte Martens dat ze die stukken in de studio condooms noemen.

En toen was er licht
© MONDADORI

Vorig jaar deed Martens collabs met Diesel en UGG, maar de ontwerper concentreert zich toch het liefst op de ontwikkeling van Y/Project. In Firenze toonde hij voor het eerst schoenen en tassen voor mannen, beide Made in Italy. “Ik vind dat collabs alleen zin hebben als het over producten gaat die we niet zelf kunnen ontwikkelen. Ik wil niet de designer worden die de ene samenwerking na de andere begint. Ik denk ook niet dat ik de beste ontwerper ben om Nike te doen herleven. Andere mensen zijn daar beter in.”

Voor de hele stad

Martens, die Latijn-Grieks heeft gevolgd op de middelbare school in Brugge, reisde voor het eerst naar Firenze op zijn zeventiende. Het was zijn eerste trip naar het buitenland. Toen hij een paar weken geleden terugkeerde om een plek te kiezen voor zijn show, gingen alle deuren voor hem open. “We hebben zowat elk palazzo, elke kerk en elk museum bezocht. Het was een heerlijke ervaring. Al denk je tijdens zo’n bezoek uiteindelijk meer aan de mechaniek van een modeshow dan aan kunstgeschiedenis.”

Hij koos onder meer voor het gotische klooster van Santa Maria Novella, omdat er plek genoeg was om veel meer toeschouwers uit te nodigen dan voor een normale show. Ook omdat het klooster nooit eerder voor een defilé was gebruikt. “Pitti is in eerste instantie een beurs. Het is een democratisch event, dus wou ik ook een democratische show, voor zoveel mogelijk mensen. Ik wou bij wijze van spreken de hele stad uitnodigen. Het idee was ook dat de toeschouwers samen voor een totaalervaring zouden zorgen.” Daarvoor dienden de drieduizend zaklampen die aan de ingang werden uitgedeeld. Het was wellicht de eerste keer dat een groots opgezette show zonder professionele verlichting kwam. “Pitti is een van de weinige plekken waar je als ontwerper een totaalevenement kunt creëren, en niet gewoon een show op een catwalk.”

En toen was er licht
© GF

Conceptuele twist

Martens toonde de mannencollectie en de precollectie voor vrouwen door elkaar. Dat doet hij tijdens de mannenmodeweek in Parijs ook altijd. “Ik vind het belangrijk dat de kleren persoonlijkheid en individualisme projecteren. Een jas kan heel elegant lijken op een man en veel ruwer op een vrouw, of omgekeerd. Het idee is dat de persoon de kleren maakt, en niet vice versa. In essentie is alles ontworpen om zowel door mannen als vrouwen gedragen te kunnen worden. En ze kunnen zowel heel mannelijk als heel vrouwelijk lijken. We willen geen leger van allemaal dezelfde mensen creëren.”

“We zijn een conceptueel label. Zelfs ons eenvoudigste T-shirt heeft een conceptuele twist. We maken geen simpele blazers of pantalons. Streetwear heeft een plaats in de mode. Maar wat ik niet begrijp zijn sweaters met een logo die 800 euro kosten. Dat is voor mij geen luxe, en het is niet wat ik wil doen. Ik vind dat je je klanten ernstig moet nemen.”

Glenn Martens schrijft een nieuw hoofdstuk aan de Belgische mode. Dan is het logisch dat Martin Margiela ter sprake komt. “Margiela is een manier van denken,” zegt hij, “ik behoor tot een generatie die is opgegroeid met Margiela en dus is het logisch dat we naar zijn werk verwijzen. Er is een connectie, maar dat betekent niet dat ontwerpers van mijn generatie zijn werk gewoon copy-pasten.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content