EN NOG EEN HOMP VET A.U.B.

In een restaurant valt mijn oog meestal op het meest ongezonde op de kaart. Geen gegrild visje met een gemengde sla, maar een homp vlees met een dikke laag saus erover en een grote hoeveelheid aardappelen gebakken in een hoop vet. Met dichtgeslibde aders en een slecht werkend hart in gedachten bestel ik dan meestal toch de vis. Maar het is niet altijd waar ik het meest zin in heb. Ik denk dat ik in de woorden van New York Times-journalist Michael Moss een ‘zout-suiker-vetjunkie’ ben, met een voorkeur voor wat slecht voor me is. Gelukkig kan ik de schuld naar elders schuiven. Michael Moss stelt in zijn boek Salt Sugar Fat dat de hele (Amerikaanse) voedselindustrie een groot complot is, erop gericht om ons verslaafd te maken aan snoeprepen, kant-en-klaarmaaltijden, snacks en ontbijtkoeken.

Junkfood is een volledig gelegaliseerde drug, dat is zowat de stelling van Moss. De drie kerningrediënten – zout, suiker en vet, de heilige drievuldigheid van fastfood – volgen in onze hersenen dezelfde paden als drank en drugs (en rock-‘n-roll ongetwijfeld) en de voedselindustrie is zo goed geworden in het combineren en doseren van die drie ingrediënten, dat ontsnappen niet meer mogelijk is. We kennen het effect allemaal : je kunt niet één chipje nemen, je eet meteen de hele zak leeg. Eén zuur beertje is niet genoeg, zelfs al is je tong rauw en ligt je gehemelte open : geef hier die beer. Het is sterker dan jezelf.

En je wordt ook echt gemanipuleerd. De noeste arbeid van scheikundigen, voedselexperten, biologen, package designers en marketingmensen, zorgt ervoor dat je die zak niet kunt wegleggen. En dat je de volgende keer in de supermarkt het vers fruit voorbijloopt, regelrecht naar meer suiker, zout en vet toe. Want zo werkt verslaving : je wil alleen maar meer. Het is fascinerend hoe gedreven de wetenschappers die Moss interviewt, zoeken naar het bliss point : het punt van ultieme geluk, waar de precieze combinatie van zout, suiker en vet onze smaakpapillen in verrukking brengt en ons brein een plezierprikkel geeft. En het is ontnuchterend dat de voedseldokters geen van allen hun eigen creaties eten.

Gezond eten is niet makkelijk, vind ik. Afgezien van het feit dat je tijd moet hebben of maken om te winkelen en te koken, zijn de ingrediënten ook erg duur. Het verbaast me altijd hoeveel een bakje frambozen of bosbessen kost, terwijl ik voor de helft van het bedrag een snoepreep heb met frambozen, bosbessen, granen en extra calcium !

Een vettaks is omstreden, en in Denemarken ondertussen ook alweer afgeschaft. Hongarije heeft taksen ingevoerd op zowat alles wat ongezond is : zout, suiker en vet. En in de Herald Tribune vertelt een verkoper wat voor effect dat heeft : ?Wanneer jongeren de prijs horen van een pakje chips van een bepaald merk, zetten ze het meteen terug. Maar dan kopen ze gewoon iets goedkopers van een ander merk.” Nog steeds geen appel dus.

Gezond eten moet je leren. En hoe meer je het doet, hoe meer zin je erin krijgt. Eten is meer dan de som van de ingrediënten, meer dan een opdeling in gezond en ongezond. Die homp vet met saus laat ik ondertussen achterwege. Maar straks smeer ik boter op mijn witte pistolet en leg ik er kaas bovenop. Mijn bliss point is dan bereikt.

Lene Kemps – lene.kemps@knack.be

Noeste arbeid van voedselexperts, package designers en marketeers zorgt ervoor dat je die zak chips niet kúnt wegleggen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content