Elk zijn vak
Er zijn onder meer een bankdirecteur, een groothandelaarster in tegels en nog wat down-to-earth volk dat ik altijd stiekem heb benijd. We zitten in een restaurant in Sint-Martens-Latem, waar de gewezen sommelier van het Hof van Cleve ons in zijn wijnkennis laat delen. We hebben een erg genietbare Punto Final achter de kiezen. Ik heb geleerd wat les clefs du vin zijn en waarom champagne beter smaakt uit een magnumfles, als het gesprek opeens op verkopen komt. Een onderwerp waarbij ik mij ongemakkelijk voel. Het is een talent dat ik niet heb, al was het maar omdat ik het al gauw een beetje onkies vind over zoiets banaals als geld te praten.
Daar heeft de man tegenover mij aan tafel, een net-geen-dertiger met piekhaar en pretoogjes, duidelijk geen last van. “Ik mag er dan jong uitzien”, zegt hij, “als het op verkopen aankomt, sta ik mijn man.” Hij heeft dat van zijn vader geleerd, voegt hij eraan toe, terwijl hij een stevige slok neemt uit zijn glas Blaufränkisch. “Ik was nog een kind toen hij me bij zich riep, mij zijn vierkleurige balpen in de handen stopte en zegde : probeer mij deze eens te verkopen. Ik stond met mijn mond vol tandjes natuurlijk, maar hij leerde me hoe ik argumenten moest zoeken om een klant te overtuigen dat hij juist déze pen nodig had, en niets anders.”
De man vertelt het op een manier waaruit je niet kunt opmaken of hij trots is op die prille verkoopsdril van zijn vader, dan wel er een trauma aan heeft overgehouden. De vierkleurige balpennen heeft hij inmiddels ingeruild voor dakbedekkingen. Hij beschikt over het nietsontziende optimisme dat voor de verkoop van een dergelijk artikel onontbeerlijk is. Hij lijkt goed in zijn vel te steken, zeker als hij over auto’s begint en daarbij de Aston Martin niet schuwt. Je ziet dat die in zijn gedachten al binnen klauwbereik ligt.
Dus zo vroeg al is mijn leven uit de rails gelopen, zegt een stemmetje in mijn achterhoofd. Ik had geen vader die mij vierkleurenbalpennen leerde verpatsen. Mijn vader voerde diepe gesprekken met mij, over de mogelijkheid van buitenaardse wezens, over banshees in Schotse kastelen en over de dreiging van de bom. Ga dáár later een keuken met kookeiland van kopen.
De jonge verkoper leunt behaaglijk achterover. “Het heeft allemaal met vakjes te maken”, doceert hij. “Je moet zoveel mogelijk schuifjes hebben die je open kunt trekken. Vist de klant graag op forel of is hij verzot op paarden ? Het komt eropaan iets te vinden waarmee je hem kunt raken, al interesseert je dat zelf geen fuck. Wat ligt er op zijn bureau, wat hangt er aan zijn muren ? Alles kan dienen om een opening te forceren.”
Ik waan me een beetje in Lijmen van Elsschot, zeker als de man vol eerbied begint over zijn baas. Die heeft een Cayenne Biturbo met alles erop en eraan. “Met zo’n bak moet je natuurlijk niet bij klanten komen aanzetten”, grinnikt de jonge verkoper. “Je moet degelijkheid uitstralen, geen luxe. Anders denkt de klant : die wint te veel aan mij. Daarom verplaatst mijn baas zich tijdens de werkuren in een sobere Passat.”
In mijn altijd weer naïeve oren klinkt het gewiekst. Dus zo wordt geld verdiend, stel ik vast : als insecten in het dierenrijk die elkaar met listen verschalken. In de overtuigende gloed van de alcohol laat ik mij meevoeren op het enthousiasme van de jongeman. “U gaat het in die dakbedekkingen helemaal maken”, zeg ik tegen hem. “Mocht ik uw baas zijn, ik zou op u durven bouwen.”
“Niet dat dat veel te betekenen heeft”, corrigeer ik mijzelf haastig. “U zou niet de eerste zijn aan wie ik mijn vertrouwen schenk, en die er achteraf met dertig miljoen vandoor blijkt te zijn gegaan.”
Daar moeten ze hartelijk om lachen, die mannen en vrouwen met hun stevige fundamenten. Die schrijvelaars toch, hoor je ze denken. “Ach, elk zijn vak”, zegt de verkoper van dakbedekkingen grootmoedig. “Als ik een brief moet schrijven, dicteer ik die aan de secretaresse. Anders wemelt hij van de fouten.”
Gelukkig volgt er ook nog een romantischer verhaal, van een man die een restaurant drijft dat vernoemd is naar de Canadese stad Halifax, doordat de dochter van een vorige uitbater meer dan zestig jaar geleden haar hart verpand heeft aan een paratrooper van over de oceaan.
Reacties : jp.mulders@skynet.be
Jean-Paul Mulders
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier