Eigen volk heerst

Maison Margiela SS18 © MONDADORI

Op 11 oktober reikten we in Brussel opnieuw de Belgian Fashion Awards uit. Met de prijzen, dit jaar aan hun tweede editie toe, richten Knack Weekend en Le Vif Weekend samen met Flanders DC, Brussels Fashion and Design Platform en Wallonie-Bruxelles Design Mode de schijnwerpers op Belgische ontwerpers en merken. Wie zijn de gelukkigen?

Bio Glenn Martens

– Geboren op 29 april 1983.

– Groeide op in Brugge.

– Studeerde interieurvormgeving aan Sint-Lucas in Gent en zwaaide in 2008 af aan de Antwerpse modeacademie.

– Werkte onder meer bij Jean-Paul Gaultier, Bruno Pieters en Yohan Serfaty, die tevens Y/Project oprichtte.

– Debuteerde in 2012 met zijn eigen label en werd in 2013 creatief directeur van Y/Project.

– Won in 2017 de Andam Fashion Award.

Martin Margiela

Als er één ontwerper zijn stempel blijft drukken op het modebeeld, is het Martin Margiela wel. Het afgelopen jaar werden er twee expo’s aan hem gewijd en er is momenteel een documentaire over zijn carrière in de maak. Maar het is vooral zijn werk dat blijft inspireren; zijn stijl is relevanter dan ooit. Uitvergrote volumes, recycling, upcycling, deconstructie, genderneutrale mode, al die elementen typeren zijn werk. Nu zijn ze alomtegenwoordig op de catwalk, maar Martin Margiela was zijn tijd ver vooruit. In tijden van massaproductie, toen mode en ecologie niet met elkaar te rijmen vielen, was hij al bezig met het herwaarderen van afgedankte kleren. Vintage stukken werden bewerkt tot nieuwe creaties die we zouden kunnen omschrijven als couture voor een nieuw tijdperk. Margiela verwerkte plastic in zijn kleren, zelfs vuilniszakken. Hij maakte tops van leren handschoenen, een jurk van aaneengeregen ringen. Van oude kleren – vaak tijdloze stukken – werden replica’s gemaakt, met veel respect voor het ambacht. Kleren werden uiteengehaald en op een andere manier opnieuw geconstrueerd. Vaak kregen ze nieuwe, uitvergrote volumes.

Eigen volk heerst
© GF

Als ‘onzichtbare ontwerper’ in het tijdperk van sterontwerpers en logomania, creëerde Margiela eigen modecodes. Etiketten liet hij blanco, modellen verborgen hun gezicht en hijzelf bleef buiten beeld. Martin Margiela heeft mode tot haar essentie herleid. Wellicht daarom blijven zijn creaties verrassend actueel. Bij hem ging het niet over grote namen, logo’s en verhalen, maar over kleren en over hoe ze gemaakt zijn. Hij liet ze binnenstebuiten zien, vaak nog in een work in progress-fase: een onafgewerkte mouwaanzet, een naad die nog moet worden afgewerkt. Mooi in al hun schijnbare onvolmaaktheid. Of heel puur en volmaakt, zoals de kleren die hij voor Hermès creëerde. Wat Martin Margiela nog typeert: zijn stijl is niet jong of oud, niet mannelijk of vrouwelijk. Het zijn kleren die de attitude aannemen van wie ze draagt.

Y/Project SS19
Y/Project SS19© MONDADORI

Glenn Martens

Het afgelopen jaar regende het prijzen en lofbetuigingen. Voel je de druk?

Glenn Martens: “Eerlijk gezegd voelt alles nu juist minder stressy aan. De afgelopen jaren waren enorm intensief: mijn eigen stempel drukken op Y/Project, een merk met een duidelijke identiteit neerzetten, naamsbekendheid opbouwen, groeien van een handvol medewerkers naar een team met 25 mensen, de ateliers versterken – dat was een hele boterham. Nu staan we op alle fronten veel sterker en komt het er vooral op aan stabiliteit te creëren. Plannen om het label verder te ontwikkelen zijn er genoeg, maar net als de voorbije jaren wil ik stapsgewijs te werk gaan. Het succes is mooi, maar we gaan het label niet verbranden.”

Is je rol veranderd?

“Tot vorig jaar werkte ik zoals een zelfstandig ontwerper dat doet: ik tekende en besliste alles zelf. Er was geen knoop of rits waar ik niet mee bezig was. Het team was ook zo klein dat ik niet kón delegeren. Naarmate de collecties groeiden en we het team meer gespecialiseerd hebben, met verantwoordelijken voor onder meer knitwear, tailoring en accessoires, ben ik meer een creatief directeur geworden. Ik lever elk seizoen de concepten en stel ook de finale collectie samen, maar de uitwerking zit bij het team.”

Eigen volk heerst
© arnaud lajeunie

Hebben het succes en de groei van Y/Project een impact op de creativiteit?

“Daar worstel ik niet mee. Veelzijdigheid en een experimentele aanpak zijn juist de fundamenten van onze identiteit. We gaan in één collectie van streetwear en denim tot couture en tailoring – een reflectie van de diversiteit die je ook op straat vindt – en maken van elk stuk een creatief statement. Dat is ondertussen ook wat mensen van ons verwachten. Louter commercieel denken en pakweg een basic blazer ontwerpen zou me trouwens niet liggen. Ik moet kledingstukken herwerken en ze een persoonlijke draai geven om er voldoening uit te halen.”

Lukt het je nog om met iets anders dan mode bezig te zijn?

“Ik heb me nooit willen opsluiten in de modewereld en dat doe ik ook niet. Mijn vrienden werken in andere sectoren, ze vormen een tegengewicht. Als ik niet in de studio ben, zoek ik geregeld plekken op waar ik loskom van de modescene. In modesteden als Londen en New York gaat er onvermijdelijk veel tijd naar professionele contacten en store checks, maar in het weekend keer ik vaak terug naar Brugge of ga ik naar plaatsen als Normandië en Schotland. Daar trekt niemand aan mijn mouw.” (lacht)

yproject.fr

Y/Project SS19
Y/Project SS19© MONDADORI

Glenn Martens

Het afgelopen jaar regende het prijzen en lofbetuigingen. Voel je de druk?

Glenn Martens: “Eerlijk gezegd voelt alles nu juist minder stressy aan. De afgelopen jaren waren enorm intensief: mijn eigen stempel drukken op Y/Project, een merk met een duidelijke identiteit neerzetten, naamsbekendheid opbouwen, groeien van een handvol medewerkers naar een team met 25 mensen, de ateliers versterken – dat was een hele boterham. Nu staan we op alle fronten veel sterker en komt het er vooral op aan stabiliteit te creëren. Plannen om het label verder te ontwikkelen zijn er genoeg, maar net als de voorbije jaren wil ik stapsgewijs te werk gaan. Het succes is mooi, maar we gaan het label niet verbranden.”

Is je rol veranderd?

“Tot vorig jaar werkte ik zoals een zelfstandig ontwerper dat doet: ik tekende en besliste alles zelf. Er was geen knoop of rits waar ik niet mee bezig was. Het team was ook zo klein dat ik niet kón delegeren. Naarmate de collecties groeiden en we het team meer gespecialiseerd hebben, met verantwoordelijken voor onder meer knitwear, tailoring en accessoires, ben ik meer een creatief directeur geworden. Ik lever elk seizoen de concepten en stel ook de finale collectie samen, maar de uitwerking zit bij het team.”

Eigen volk heerst
© arnaud lajeunie

Hebben het succes en de groei van Y/Project een impact op de creativiteit?

“Daar worstel ik niet mee. Veelzijdigheid en een experimentele aanpak zijn juist de fundamenten van onze identiteit. We gaan in één collectie van streetwear en denim tot couture en tailoring – een reflectie van de diversiteit die je ook op straat vindt – en maken van elk stuk een creatief statement. Dat is ondertussen ook wat mensen van ons verwachten. Louter commercieel denken en pakweg een basic blazer ontwerpen zou me trouwens niet liggen. Ik moet kledingstukken herwerken en ze een persoonlijke draai geven om er voldoening uit te halen.”

Lukt het je nog om met iets anders dan mode bezig te zijn?

“Ik heb me nooit willen opsluiten in de modewereld en dat doe ik ook niet. Mijn vrienden werken in andere sectoren, ze vormen een tegengewicht. Als ik niet in de studio ben, zoek ik geregeld plekken op waar ik loskom van de modescene. In modesteden als Londen en New York gaat er onvermijdelijk veel tijd naar professionele contacten en store checks, maar in het weekend keer ik vaak terug naar Brugge of ga ik naar plaatsen als Normandië en Schotland. Daar trekt niemand aan mijn mouw.” (lacht)

yproject.fr

Y/Project SS19
Y/Project SS19© MONDADORI

Glenn Martens

Het afgelopen jaar regende het prijzen en lofbetuigingen. Voel je de druk?

Glenn Martens: “Eerlijk gezegd voelt alles nu juist minder stressy aan. De afgelopen jaren waren enorm intensief: mijn eigen stempel drukken op Y/Project, een merk met een duidelijke identiteit neerzetten, naamsbekendheid opbouwen, groeien van een handvol medewerkers naar een team met 25 mensen, de ateliers versterken – dat was een hele boterham. Nu staan we op alle fronten veel sterker en komt het er vooral op aan stabiliteit te creëren. Plannen om het label verder te ontwikkelen zijn er genoeg, maar net als de voorbije jaren wil ik stapsgewijs te werk gaan. Het succes is mooi, maar we gaan het label niet verbranden.”

Is je rol veranderd?

“Tot vorig jaar werkte ik zoals een zelfstandig ontwerper dat doet: ik tekende en besliste alles zelf. Er was geen knoop of rits waar ik niet mee bezig was. Het team was ook zo klein dat ik niet kón delegeren. Naarmate de collecties groeiden en we het team meer gespecialiseerd hebben, met verantwoordelijken voor onder meer knitwear, tailoring en accessoires, ben ik meer een creatief directeur geworden. Ik lever elk seizoen de concepten en stel ook de finale collectie samen, maar de uitwerking zit bij het team.”

Eigen volk heerst
© arnaud lajeunie

Hebben het succes en de groei van Y/Project een impact op de creativiteit?

“Daar worstel ik niet mee. Veelzijdigheid en een experimentele aanpak zijn juist de fundamenten van onze identiteit. We gaan in één collectie van streetwear en denim tot couture en tailoring – een reflectie van de diversiteit die je ook op straat vindt – en maken van elk stuk een creatief statement. Dat is ondertussen ook wat mensen van ons verwachten. Louter commercieel denken en pakweg een basic blazer ontwerpen zou me trouwens niet liggen. Ik moet kledingstukken herwerken en ze een persoonlijke draai geven om er voldoening uit te halen.”

Lukt het je nog om met iets anders dan mode bezig te zijn?

“Ik heb me nooit willen opsluiten in de modewereld en dat doe ik ook niet. Mijn vrienden werken in andere sectoren, ze vormen een tegengewicht. Als ik niet in de studio ben, zoek ik geregeld plekken op waar ik loskom van de modescene. In modesteden als Londen en New York gaat er onvermijdelijk veel tijd naar professionele contacten en store checks, maar in het weekend keer ik vaak terug naar Brugge of ga ik naar plaatsen als Normandië en Schotland. Daar trekt niemand aan mijn mouw.” (lacht)

yproject.fr

Y/Project SS19
Y/Project SS19© MONDADORI

Glenn Martens

Het afgelopen jaar regende het prijzen en lofbetuigingen. Voel je de druk?

Glenn Martens: “Eerlijk gezegd voelt alles nu juist minder stressy aan. De afgelopen jaren waren enorm intensief: mijn eigen stempel drukken op Y/Project, een merk met een duidelijke identiteit neerzetten, naamsbekendheid opbouwen, groeien van een handvol medewerkers naar een team met 25 mensen, de ateliers versterken – dat was een hele boterham. Nu staan we op alle fronten veel sterker en komt het er vooral op aan stabiliteit te creëren. Plannen om het label verder te ontwikkelen zijn er genoeg, maar net als de voorbije jaren wil ik stapsgewijs te werk gaan. Het succes is mooi, maar we gaan het label niet verbranden.”

Is je rol veranderd?

“Tot vorig jaar werkte ik zoals een zelfstandig ontwerper dat doet: ik tekende en besliste alles zelf. Er was geen knoop of rits waar ik niet mee bezig was. Het team was ook zo klein dat ik niet kón delegeren. Naarmate de collecties groeiden en we het team meer gespecialiseerd hebben, met verantwoordelijken voor onder meer knitwear, tailoring en accessoires, ben ik meer een creatief directeur geworden. Ik lever elk seizoen de concepten en stel ook de finale collectie samen, maar de uitwerking zit bij het team.”

Eigen volk heerst
© arnaud lajeunie

Hebben het succes en de groei van Y/Project een impact op de creativiteit?

“Daar worstel ik niet mee. Veelzijdigheid en een experimentele aanpak zijn juist de fundamenten van onze identiteit. We gaan in één collectie van streetwear en denim tot couture en tailoring – een reflectie van de diversiteit die je ook op straat vindt – en maken van elk stuk een creatief statement. Dat is ondertussen ook wat mensen van ons verwachten. Louter commercieel denken en pakweg een basic blazer ontwerpen zou me trouwens niet liggen. Ik moet kledingstukken herwerken en ze een persoonlijke draai geven om er voldoening uit te halen.”

Lukt het je nog om met iets anders dan mode bezig te zijn?

“Ik heb me nooit willen opsluiten in de modewereld en dat doe ik ook niet. Mijn vrienden werken in andere sectoren, ze vormen een tegengewicht. Als ik niet in de studio ben, zoek ik geregeld plekken op waar ik loskom van de modescene. In modesteden als Londen en New York gaat er onvermijdelijk veel tijd naar professionele contacten en store checks, maar in het weekend keer ik vaak terug naar Brugge of ga ik naar plaatsen als Normandië en Schotland. Daar trekt niemand aan mijn mouw.” (lacht)

yproject.fr

Y/Project SS19
Y/Project SS19© MONDADORI

Glenn Martens

Het afgelopen jaar regende het prijzen en lofbetuigingen. Voel je de druk?

Glenn Martens: “Eerlijk gezegd voelt alles nu juist minder stressy aan. De afgelopen jaren waren enorm intensief: mijn eigen stempel drukken op Y/Project, een merk met een duidelijke identiteit neerzetten, naamsbekendheid opbouwen, groeien van een handvol medewerkers naar een team met 25 mensen, de ateliers versterken – dat was een hele boterham. Nu staan we op alle fronten veel sterker en komt het er vooral op aan stabiliteit te creëren. Plannen om het label verder te ontwikkelen zijn er genoeg, maar net als de voorbije jaren wil ik stapsgewijs te werk gaan. Het succes is mooi, maar we gaan het label niet verbranden.”

Is je rol veranderd?

“Tot vorig jaar werkte ik zoals een zelfstandig ontwerper dat doet: ik tekende en besliste alles zelf. Er was geen knoop of rits waar ik niet mee bezig was. Het team was ook zo klein dat ik niet kón delegeren. Naarmate de collecties groeiden en we het team meer gespecialiseerd hebben, met verantwoordelijken voor onder meer knitwear, tailoring en accessoires, ben ik meer een creatief directeur geworden. Ik lever elk seizoen de concepten en stel ook de finale collectie samen, maar de uitwerking zit bij het team.”

Eigen volk heerst
© arnaud lajeunie

Hebben het succes en de groei van Y/Project een impact op de creativiteit?

“Daar worstel ik niet mee. Veelzijdigheid en een experimentele aanpak zijn juist de fundamenten van onze identiteit. We gaan in één collectie van streetwear en denim tot couture en tailoring – een reflectie van de diversiteit die je ook op straat vindt – en maken van elk stuk een creatief statement. Dat is ondertussen ook wat mensen van ons verwachten. Louter commercieel denken en pakweg een basic blazer ontwerpen zou me trouwens niet liggen. Ik moet kledingstukken herwerken en ze een persoonlijke draai geven om er voldoening uit te halen.”

Lukt het je nog om met iets anders dan mode bezig te zijn?

“Ik heb me nooit willen opsluiten in de modewereld en dat doe ik ook niet. Mijn vrienden werken in andere sectoren, ze vormen een tegengewicht. Als ik niet in de studio ben, zoek ik geregeld plekken op waar ik loskom van de modescene. In modesteden als Londen en New York gaat er onvermijdelijk veel tijd naar professionele contacten en store checks, maar in het weekend keer ik vaak terug naar Brugge of ga ik naar plaatsen als Normandië en Schotland. Daar trekt niemand aan mijn mouw.” (lacht)

yproject.fr

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content