Eeuwige krekel
De vanzelfsprekendheid waarmee lappen grond zijn aangekocht, en buitenverblijven in Spanje. Het groeien van de buiken, dat zich onstuitbaar voortzet. De kruinen waarop zich vogels lijken te hebben genesteld. Het zijn maar enkele dingen die ik associeer met reünies, reden waarom ik die instinctief schuw. Ze hebben te veel van verkapte prijsuitreikingen, waar gepronkt wordt met wat er inmiddels bereikt is in het leven. Studentikoze beloften en bloedbroederschappen worden ingehaald door monovolumes, en het verschijnsel te hebben gebouwd. De krekels zijn mieren geworden, het moet vooruitgaan opeens. Als krekel-voor-het-leven sta ik daar een beetje ongemakkelijk naar te kijken, ik die mij geen vastomlijnde doelen heb gesteld. Ik die maar wat leef, met mijn rare overtuiging dat het elk moment gedaan kan zijn, door een klonter in een ader of een val van het trapleertje, terwijl je het vergiet tracht te pakken om de eerste aardbeien te wassen – levensverzekerd of niet.
En plotseling ga ik dan toch, want Veti wordt veertig, en op dergelijk festijn mag ik niet ontbreken. Hij is advocaat-vennoot in Brussel nu, een gesettelde vent, terwijl ik hem ’s nachts nog de deur zie uitgaan om de sterren te roven van autokappen van Mercedessen. Toen hij terugkwam, had hij er een hele zak vol. Ik zie ons nog samen een fles Château migraine salamanderen, om in vorm te raken voor we naar een fuif afzakten. En toen waren we opeens afgestudeerd, verdwenen in dat grote zwembad van het volwassen leven – zoals ik in een melig schoolkrantje las. De laatste vijftien jaar heb ik Veti misschien drie keer gezien, in flitsen, op de trein of daaromtrent. Hehoeistallesgoed ? Glimlach die je wangen doet kraken. En alweer raas je verder.
Er zijn nog meer oude makkers aanwezig. Het fijne is dat we naadloos de draad weer kunnen oppakken waar we hem hebben laten vallen, daar in die wereld waarin we de brieven van Karl Marx hardop lazen, met een voorkeur voor de passages waarin die het over zijn steenpuisten had. En kakkerlakken onder deuren blazen, láchen ! Wat anders is ouder worden dan een langzame mummificatie ?
De verlokkingen van het meisje Atleta, de worstelpartij van Tricky en mijzelve met een homofiele cineast, het bandje met het fasciesties ingezongen Eisenkraut : een voor een passeren ze de revue, deze heldenverhalen die alleen de betrokkenen zich zullen herinneren, maar dan wel tot in RVT De Zilverlinde.
Van pronkzucht is geen sprake, daarvoor hebben wij nu lang genoeg geleefd. De eerste slachtoffers zijn gevallen. Met afschuw verneem ik dat de assistente strafrecht, die met de volle lippen en de volle boezen, die op Marilyn Monroe leek als zij door het auditorium paradeerde, intussen morsdood is. Borstkanker, o de tragiek. Gelukkig is er ook volop nieuw leven, opgeschoten jongens en meisjes die op niet nader te traceren wijze op Veti lijken.
Heden hebben wij ons allen voortgeplant : lacherig roetsjt dit zinnetje over mijn hersenbanen, geëscorteerd door de bubbels van champagne. Sam, inmiddels onderzoeksrechter geworden, heeft nog altijd zijn voorkeur voor donkere details en filosofische beschouwingen. Met verve schetst hij de lotgevallen van mannen en vrouwen die gestikt zijn in stukken kreeft, ten gevolge van de teloorgang van de slikreflex, een niet zo bekend maar daarom juist des te gevaarlijker bijverschijnsel van alcoholisme. We zijn nooit te oud om te leren. Hij vertelt het op een manier die zelfs de akeligste dingen de grap van de eeuw doet lijken.
Even voelen wij ons de meesters van de tijd, gloriërend in de fleur van ons leven. Het is prettig meteen weer te weten waarom je elkaar zo graag mocht. Wat de een is vergeten, vult de andere moeiteloos aan. Zo verneem ik dat ik, ergens onder een plavuis in mijn oude studentenkamer, een boodschap heb verstopt voor later – dat is dus voor nu. Ik herinner mij daar niets van, maar het is inderdaad typisch iets wat ik bedacht zou kunnen hebben. In mij groeit het stoutmoedige plan die boodschap te gaan zoeken en wel binnenkort, vóór de huidige bewoner mij kan verwarren met een vader die zijn studerende dochter komt afhalen. Met dat soort volk wens ik, de eeuwige krekel, mij nog even niet te encanailleren.
Reacties : jp.mulders@skynet.be
Jean-Paul Mulders
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier