Een jeugdliefde kan het ook al eens bij het rechte eind hebben. Bart (40) en Griet (39) ‘maakten het aan’ als prille tieners. En in de 24 jaren die volgden, hadden ze daar nog geen seconde spijt van.

We zaten allebei in de Chiro. Hij bij de jongens, ik bij de meisjes. Ik vond hem zo’n typisch grote mond. Hij zag er ook nogal ruig uit : lang haar, oorring, niet de meest doordeweekse outfits. Veel lawaai, veel pose, weinig inhoud. Dácht ik. Tót we samen in de leiding gingen. Hij was net zestien, ik vijftien. Bij gezamenlijke vergaderingen was ik verrast door zijn doortastende gedrevenheid. ‘Tiens, daar zit dan toch wel wat in’, dacht ik toen ik hem bezig zag. En kijk, niet veel later is het al ontvlamd tussen ons. Tijdens kampverkenning. Meteen mijn eerste lief. Niet echt naar de zin van mijn ouders – ik zei het al : hij zag er nogal gevaarlijk uit. Daarom dat ik ook nog even getwijfeld heb, en hem vanuit een soort plichtsbesef enkele maanden wat op afstand hield. Maar hij liet me niet los, en ik wou eerlijk gezegd ook niet dat hij dat deed. Tijdens die maanden van (gedwongen) twijfel kwam hij toch elke morgen naar mijn tramhalte om me, van op afstand dan wel, uit te zwaaien. Typisch Bart. Na een half jaar besloot ik om er weer volledig voor te gaan, wat mijn ouders er ook van vonden. Het heeft daarna trouwens niet lang geduurd voor hij ook hun hart gestolen had.”

“Bart en ik zijn samen volwassen geworden. Hand in hand. En ik vind dat een heel mooie gedachte. Dat heeft er ook voor gezorgd dat we elkaar met een half woord verstaan, dat we elkaars sterkten en zwakten als geen ander kennen. Ook onze principes lopen ontstellend gelijk. Ik herinner me nog, we waren zeventien en achttien, dat we op een avond in het Chirolokaal heel serieus over adoptie zijn beginnen te spreken. Iets waar we toen al allebei hard voor te vinden waren. Als we later geen kinderen zouden kunnen krijgen, dan zouden we meteen kiezen voor adoptie. Geen lijdensweg via kunstmatige inseminatie of wat dan ook, maar adoptie. Daar waren we het roerend over eens. Niet eens beseffend dat het tien jaar later een belangrijk punt zou worden. Na de geboorte van ons dochtertje werd het heel moeilijk om opnieuw zwanger te worden : ik heb toen twee miskramen gehad. We waren al een tijd serieus bezig met het hele adoptieproces, toen ik dan toch plots, na vijf jaar, zwanger werd van ons zoontje. Een heel intense periode, waarin we alle steun vonden bij elkaar en altijd op dezelfde lijn stonden. Nu hebben we trouwens een financieel adoptiekindje in Vietnam.”

“Zijn er in al die jaren geen verleidingen meer geweest ? Natuurlijk wel. Maar ik ben daar nogal nuchter in, denk ik. Waarom zou ik Bart opgeven voor een of andere opwelling ? Zeker omdat ik zo diep aanvoel dat we bijzonder goed samen passen.”

“Ik kan me voorstellen dat sommigen het een saai idee vinden : je hele leven samenblijven met je eerste lief. Maar wat als dat eerste lief nu toevallig ook de juiste is ? En saai ? Daarvoor hebben we de tijd niet. We hebben bovendien een ontzettend druk sociaal leven. Ook, en dat vind ik heel belangrijk, los van elkaar. Tja kijk, we amuseren ons gewoon. Geen tijd voor twijfels.”Ik weet nog hoe trots ik het fototje van Griet aan mijn vrienden liet zien. Nochtans geen flatterende, laat staan coole foto : Griet met een grote bril op, in een braaf gestreken uniform van de Chiro. Alleen al het feit dat ik zo trots was die foto te tonen aan mijn vrienden, die op dat moment net als ik als ongemeen stoere coldwavers door het leven stapten, dat zegt zoveel. Om de een of andere vreemde reden voelde ik vanaf het begin heel diep aan dat zij hét was. Op dat moment was het net af met mijn vorige lief, met wie ik twee jaar samen was geweest. Ja, ik was er nogal vroeg bij. En ik ben nu eenmaal ook heel trouw. In alles. Altijd al geweest.”

“Drie jaar later ging ik in Gent studeren. Griet, een jaartje nadien, in Kortrijk. Geef toe : vier jaar lang in verschillende steden studeren, jong zijn, uitgaan, en niet één keer getwijfeld om aan een verleiding toe te geven, dat zegt toch veel over onze vastberadenheid. Over hoe zeker we toen al waren van elkaar. Ik beschouw die studententijd ergens als onze vuurproef die we met glans hebben doorstaan. En die een stevig fundament heeft gelegd.”

“Eerlijk ? Een echte relatiecrisis, die naam waardig, hebben we nooit gehad. Ik kan me zelfs geen ruzie voor de geest halen. Toch geen ruzie met slaande deuren, rondvliegend servies, zelfs niet met harde woorden. Klinkt bijna ongeloofwaardig, maar zo is het echt. De ene keer dat Griet streng aan de alarmbel heeft getrokken, was toen ik me in mijn eerste job, als persverantwoordelijke, begon te verliezen. Ik moet daar sowieso geweldig voor uitkijken : als ik me voor iets engageer, dan ken ik moeilijk mijn grenzen. Ik klopte ellenlange dagen en heb daardoor amper de eerste levensjaren van mijn dochtertje meegemaakt. Het kind begon van me te vervreemden en op een dag heeft Griet me kalm, maar kordaat terechtgewezen. Ze wou geen afwezige vader voor haar kinderen. En ik wou dat natuurlijk ook niet, alleen had ik het zelf niet of toch te weinig door. Ik heb toen vrijwel meteen ontslag genomen, zonder uitzicht op ander werk. Desnoods ging ik als ober werken, maakte niet uit. Griet had gelijk : zo kon het niet verder. Ik heb geen seconde spijt gehad van de beslissing. Meteen erna kon ik trouwens beginnen als copywriter in een communicatiebureau in de buurt.”

“Onze relatie is een gezonde mix van gelijkenis en complementariteit. We delen dezelfde waarden en principes en kunnen van dezelfde dingen genieten. Maar gelukkig zijn we op andere vlakken ook verschillend. Griet is veel nuchterder en realistischer dan ik. Ik kan me nogal vergalopperen in ideeën en fantasieën, en Griet moet me dan heel vaak weer met de voeten op de grond brengen. Ik heb ook de neiging om alles overdreven te structureren, te plannen, te voorzien. Er zit daardoor een non-stop malende onrust in mij : ik heb projecten nodig, ik kan zo vreselijk moeilijk stilzitten en genieten van niks doen. De gezonde nonchalance en kalmte van Griet kunnen die onrust sussen en me weer in evenwicht brengen. En soms is dat broodnodig. Maar het werkt ook omgekeerd. Met mijn drive trek ik haar wel eens mee in projecten en ideeën waar ze zelf nooit aan begonnen zou zijn, maar waar ze achteraf wel heel blij mee is.”

“Dat we al zo lang samenzijn heeft volgens mij vooral het grote voordeel dat we elkaars sterkten kennen en daarop ook blindelings kunnen vertrouwen. Bovendien hebben we na al die jaren een soort van heilig respect voor elkaar gekregen, ik kan het niet beter omschrijven.”

“Of ik de eeuwige trouw aan mijn jeugdliefde op mijn 85e niet zal beklagen ? Tja. Als ik dat na 24 jaar nog niet doe, dan wellicht ook niet na 70 jaar. En niet dat ik niet naar andere vrouwen kijk. Ik bedoel : ik geniet er enorm van om met vrouwen te spreken. En ik houd van die natuurlijke spanning die er sowieso altijd hangt tussen een vrouw en een man. Ik ga ook uit met vriendinnen, zonder Griet. En omgekeerd. Van jaloersheid is gewoon geen sprake tussen ons. Wellicht, alweer, omdat we al zo lang samen zijn. Goh. Klinkt bijna te perfect om waar te zijn. Ik weet het. En toch…”

Fictieve namen beschermen de privacy. In de volgende aflevering : Na achttien jaar huwelijk met Bernard (54) raakte Hilde (51) verlamd door een ongeluk. Hun relatie bleef ongedeerd, ondanks alles.

Door Guinevere Claeys

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content