EENOOG EN KONING

De uithaal van Marquès, de vijfjarige stier, was bijna fataal. Padilla overleeft als bij wonder, half blind en doof in het linkeroor. © GETTY IMAGES

In oktober 2011 kostte een stierengevecht Juan José Padilla bijna het leven. Amper vijf maanden later stapte El Ciclón de Jerez – de wervelwind – opnieuw in de ring. Een levende legende en nationale held over het verlies van zijn linkeroog, angsten bedwingen en Spaanse schizofrenie. “De corrida brengt gemeenschappen samen, maar vraagt ook enorme offers.”

Ik was geen kleinzerig kind, ik kan tegen een stootje”, steekt Juan José Padilla van wal. En tegen de aandacht van vrouwelijke fans, merk ik. Het gesprek vindt plaats in Alameda de la Sagra, een plaatsje in de regio Castilië-La Mancha, aan de vooravond van een van de ruim zestig corrida’s waaraan Padilla tussen februari en oktober deelneemt. De braindrain laat zich in het dorp goed voelen. Ook hier wordt de veertigjarige stierenvechter voortdurend aangeklampt door (vrouwelijke) fans die samen op de foto willen. Spanjes meest tot de verbeelding sprekende matador – zijn “verrijzenis” raakte op het geplaagde schiereiland een gevoelige snaar en werd een begrip op Twitter, #fuerzapadilla – is dan al ruim twee uur te laat op de afspraak.

“Uitspattingen liet mijn strenge, veeleisende opvoeding niet toe”, vertelt de bakkerszoon uit Jerez de la Frontera even later. “Maar ik was ook een doorzetter met een sterke wil en cojones (ballen). Ik groeide op in Andalusië, te midden van gereputeerde ganaderías, de fokkerijen die de stieren voor de corrida’s kweken, en torero’s waren mijn idolen. Op mijn twaalfde overwon ik mijn eerste stier, en daarna had ik nog slechts één droom. Verwondingen, blessures, kracht- en conditietraining, mijn eetgewoonten aanpassen, uitstapjes met vrienden opgeven, het land rondreizen : alles had ik ervoor over.”

Padilla werd professioneel stierenvechter in 1994. Aficionado’s roemden hem algauw om zijn onverschrokkenheid en voorliefde voor Miura-stieren, een Sevillaans ras dat bekendstaat om zijn kracht en agressiviteit. Gelukkig probeerde zijn vader, zelf een minder getalenteerde torero, hem nooit op andere gedachten te brengen, zegt de maestro : “Hij nam me mee naar wedstrijden en ging met me trainen, eerst tegenover kalveren in de vrije natuur, later tegenover jonge stieren op de naburige ranches. Zoals zovele jongens was het hem niet gelukt om de roem te verwerven, maar hij zag meteen mijn talent en volharding. Mijn vader begreep dat ik een roeping had en werd mijn eerste begeleider.”

GRUWELIJK

Een beslissing waar Pepe Padilla ondertussen al veel spijt van had. De man volgde het schouwspel op televisie toen zijn zoon op 7 oktober 2011 het evenwicht verloor in de arena in Zaragoza. De torero had in het tweede bedrijf van de corrida net enkele banderilla’s of versierde stokken met weerhaken in de rug van de stier gepland, waarop Marqués, de vijf jaar oude stier, zich wreekte. Een hoorn doorboorde de onderkaak van Padilla en kwam er via zijn linkeroogkas weer uit. Het gruwelijke tafereel, waarbij de torero zijn oog ternauwernood uit het stof plukt en schreeuwend van de pijn wordt afgevoerd, werd een hit op YouTube.

“Ik raakte in de zeventien jaar daarvoor al tientallen keren verwond”, zegt Padilla. “Stieren hadden me gestoken, gesneden en gekneusd, en toen eentje me in juli 2001 in de nek greep in Pamplona hing mijn leven al aan een zijden draad. Torero’s leven dag in, dag uit met dat risico. Ze weten op voorhand dat ze hun familie misschien niet zullen terugzien. Op zulke offers stel je je in, en daar vergt veel zelfonderzoek en mentale voorbereiding. Kun je dat niet meer opbrengen, wordt de angst te groot, dan moet je er niet aan beginnen – een stier voelt dat.” Niets kon hem echter voorbereiden op de gebeurtenissen in Zaragoza, zegt Padilla. “De pijn was ondraaglijk. De stier had de linkerkant van mijn gezicht verminkt, mijn oor half afgerukt en inwendige bloedingen veroorzaakt. Ademen lukte me niet meer, ik dacht dat ik ter plaatse zou stikken.”

Voor een behandeling op de ziekenboeg – verplicht aanwezig bij stierengevechten – kwam hij niet in aanmerking. Ook op de spoedafdeling van het plaatselijke ziekenhuis twijfelde men aan zijn overlevingskansen : Padilla ontving er de laatste sacramenten. Gespecialiseerde chirurgen werden opgetrommeld om hem na een tracheale intubatie te opereren. Vijf uur later waren zijn kaakbeen, ooglid en neus gereconstrueerd met metalen plaatjes en mesh, maar tot stierenvechten achtte niemand hem ooit nog in staat. “De stier had verscheidene botten in mijn gezicht gebroken en de zenuwen schijnbaar onherstelbaar beschadigd. Bij het ontwaken was de linkerkant van mijn gezicht verlamd. Slikken, kauwen en spreken waren nauwelijks mogelijk. Bovendien was ik voortaan niet alleen half blind, maar ook doof in mijn linkeroor.”

NIEUWE KANS

De eerste dagen leefde hij op de rand van een depressie, vertelt El Panaderito, de bijnaam die Padilla overhield aan zijn eenvoudige afkomst en de broodrondes die hij verzorgde voor zijn vader. “Ik herkende mezelf nauwelijks nog. Het was alsof iemand me van mijn lichaam beroofd had en beslist had : dit is je leven niet meer. De stier nooit meer van dichtbij horen ademen, zijn brute kracht nooit meer langs mijn buik voelen razen : dat kon ik me niet voorstellen.”

Dan, na enige stilte : “Stierenvechters vormen een gevaar voor zichzelf. Ze tarten avond na avond de dood, en na verloop van tijd is het de enige manier waarop ze kunnen schitteren. Hun hele leven bereiden zich fysiek en mentaal voor om hun doodsangst te overwinnen en over de pijngrens te gaan. Dat is wat je drijft, en wanneer dat lukt, dan je ben de koning te rijk. Als ik dat niet meer kon, wie was ik dan nog ? Er zijn maar weinig torero’s die erin slagen om een tweede leven te beginnen”.

Nauwelijks ontslagen uit het ziekenhuis kondigde Padilla al zijn comeback aan. “Tegen die tijd zag ik wat er echt aan de hand was. Ik had het grootste deel van mijn leven tegenover stieren gestaan, maar hier ging het om de arena van het leven. Het Spaans heeft daar een uitdrukking voor, torrear la suerte : de uitdagingen van het leven het hoofd bieden en bewijzen wat je waard bent. God vroeg me niet om te stoppen, maar gaf me een kans om opnieuw te beginnen. Soms is pijn nodig om de opperste glorie te bereiken.”

Eind november volgde een veertien uur durende operatie in het Virgen del Rocio-ziekenhuis in Sevilla. Zenuwweefsel uit zijn been werd daarbij getransplanteerd om de zenuwverbinding te herstellen en Padilla’s gezicht tachtig procent van zijn beweeglijkheid terug te geven. Het begin van een lang revalidatieproces, zegt El Pirata Padilla, die nu een ooglap draagt. Zijn linker gezichtshelft is nog steeds grotendeels gevoelloos, en ook van de fluittoon in het beschadigde oor raakt hij niet verlost. “Mijn vooruitgang drukte zich uit in millimeters per dag, een ware lijdensweg. Ik holde van hot naar her : fysiotherapie en elektroshocks voor het gezicht, logopedie, onverwachte doktersafspraken als de neveneffecten van de medicatie te erg werden. En ik moest met één oog en één oor minder leren leven. Fietsen, boodschappen doen, mijn dieptezicht en evenwichtsgevoel terugvinden, snelheden kunnen inschatten : dat vergde allemaal enorme aanpassingen.”

De ochtenden waren de eerste maanden voorbehouden aan de medische zorgen, de middagen aan het stierenvechten, vertelt Padilla, die op 30 december 2011, amper vijf weken na de operatie, weer tegenover een koe stond op een ranch in Cadiz, achter gesloten deuren. Enkele maanden later, op 4 maart, maakte hij zijn comeback in Olivenza, een kamp waarop de man zich eens zo verbeten toonde en beloond werd met twee stierenoren. Hij werd er zelfs op de schouders naar buiten gedragen, de allerhoogste eer. De stierenvechter had op dat momenteel al een honderdtal kalveren “getest” en 45 stieren gedood. “Het was gekkenwerk en enorm riskant. Ik was achttien kilo kwijt en zat fysiek aan de grond, maar ik heb alles gegeven om mijn beperkingen te overwinnen. Uiteindelijk gingen ook de dokters overstag : niets hield me tegen om de ring weer in te stappen. Ik haal nu meer uit mijn lichaam dan vroeger.”

DANKBAARHEID

De torero redde de man, zegt Padilla na enige aarzeling. “Soms denk ik dat de beproevingen uit het verleden enkel dienden om me klaar te stomen op deze nog veel grotere uitdaging. Een held ben ik niet, ik vervulde enkel mijn plicht als gelovige.” Thuis in Sanlucar bewaart hij, naast tientallen koppen van bedwongen stieren, de talloze lofbetuigingen die hij sindsdien ontving. “Kaartjes en brieven van mensen die hun geloof in God en zichzelf verloren waren na een ongeluk, ziekte of faillissement. Blijkbaar inspireerde mijn verhaal hen om opnieuw te beginnen.”

Padilla is nu een levende legende, organisatoren van corrida’s schuiven aan om hem te strikken. “Ik krijg nu meer kansen dan vroeger. Ik kan nu tegen alle soorten stieren vechten, ook meer zachtaardige rassen waarbij het niet zo hard gaat en ik meer de artistieke richting kan uitgaan. Ik waardeer het leven en kleine geneugten meer dan vroeger. Maar verder kan ik alleen dankbaar zijn. Voor de dokters die me gered hebben, voor de steun van mijn entourage en fans – dat alles geeft me enorm veel kracht. Moed om de realiteit onder ogen te zien en de uitdaging aan te gaan. Alles wat ik nu doe, is teruggeven.”

Tot frustratie van zijn vader, die Padilla smeekte om niet opnieuw in de ring te stappen. “Stel je voor, mijn vader had me geholpen om mijn geluk te vinden, en plotseling vroeg hij me om alles op te geven. ‘Denk aan je familie’, zei hij, ‘je hebt genoeg afgezien, en zij ook’. Nochtans ben ik niet gek. Ik besef wat er op het spel staat. Ik heb een vrouw en een zoon en dochter die stilaan tieners worden. Zij zouden me kunnen verbieden om nog te stierenvechten, dan gehoorzaamde ik meteen. Maar dat doen ze niet, en daar ben ik dankbaar om. Mijn vrouw Lidia staat doodsangsten uit en lijdt eronder, maar ze verbijt de pijn. Ik heb haar nooit zien huilen, en dat geeft me kracht. Mijn familie weet dat ik geboren ben om dit te doen, dat er voor mij geen andere weg is. (denkt na) De corrida geeft enorm veel, het is een feest dat gemeenschappen samenbrengt en vele gezinnen brood op de plank bezorgt, maar ook enorme offers vraagt. Zowel van de torero’s als hun omgeving.”

MEDIASTORM

De fatale cornada en comeback van Padilla veroorzaakten in Spanje een mediastorm. Fans en critici van de corrida gebruikten zijn verhaal om hun argumenten kracht bij te zetten. De een zag in zijn afslachting pure heldenmoed, anderen een afrekening met een barbaarse praktijk. Weinig zaken verdelen het land immers zozeer als het fiesta brava of wilde feest, zeker sinds de conservatieve Partido Popular er aan de macht kwam. Sindsdien erkenden verscheidene steden en regio’s de stierengevechten als cultureel erfgoed en wordt de noodlijdende sector opnieuw gesubsidieerd.

“In de corrida gaat het er niet om stieren te doden”, zegt Padilla. “Moed, zelfopoffering, waardigheid, authenticiteit : dat zijn de waarden die op het spel staan. Is er iets mooier dan je leven geven voor je passie ? In dit beroep kun je ook niet vals spelen. Je staat alleen tegenover een brute kracht, en de pijn van een torero is echt. Waar ik me aan erger is de selectieve verontwaardiging van de antitaurinos. Velen vinden het best dat dieren in erbarmelijke omstandigheden gekweekt worden voor consumptie, maar de corrida, dat is des duivels. Terwijl deze stieren gedurende enkele jaren de allerbeste zorgen genieten. Ze worden gefokt met het oog op de corrida, en het is hun lot is om gedood te worden. Maar noem me alsjeblief geen dierenbeul. Ik heb het grootste respect voor mijn medespelers in de arena. Het zit in hun natuur om me af te tasten, me uit te dagen en aan te vallen, en angst is hun vreemd. Zulke prachtige dieren vernederen of mishandelen, dat kan een torero zich niet voorstellen.”

Toch hoopt hij dat zoon Martin een andere weg kiest. “Ik heb meer bereikt dan ik ooit kon verlangen, maar voor elke maes-tro zijn er vele anderen die nooit beloond worden. Velen worden geroepen, weinigen zijn uitverkoren. Bovendien zijn torero’s niet alleen het mikpunt van kritiek, maar ook van spot. In een arena roept het publiek niet alleen aardige dingen. Ik zie enkel de stier, maar mijn vrouw verdraagt dat niet – nog een reden waarom zij thuis blijft. Dat alles wens ik mijn zoon niet toe. Als stierenvechten hem gelukkig maakt, zal ik hem uiteraard helpen, maar voor mij is een dokters- of notarisdiploma ook goed. Dat slaapt heel wat rustiger (lacht).”

DOOR WIM DENOLF

“Stierenvechters vormen een gevaar voor zichzelf. Ze tarten avond na avond de dood, en na verloop van tijd is het de enige manier waarop ze kunnen schitteren”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content