Een vleugje Franse nonchalance

De Londense interieurdesigner Kelly Hoppen kent de kneepjes van het vak : een huis dat met te veel discipline is ingericht, wordt vervelend. Daarom verwerkte ze in haar eigen flat ‘a touch of excitement’.

K elly Hoppen is een van de bekendste Britse interieurontwerpsters en weet de traditie te verfrissen met een portie hedendaagse kracht. Sommige magazines portretteerden haar als een minimaliste, wat ze niet als een compliment ervaart. Ze voelt zich wel verwant aan het minimalisme en beweert er veel van te hebben geleerd, maar verkiest zelf een warme stijl die een beetje luxe niet schuwt en liever ‘organisch’ dan statisch is. “Ik ontwerp vanuit de buik, instinctief”, vertelt ze. Daarmee bedoelt ze dat ze niet voortdurend bezig is met de grote lijnen van een interieur en met de algemene architectuur. Toch speelt die architectuur een belangrijke rol. Haar eigen flat maakt deel uit van een ouderwets Victoriaans gebouw en draagt dus ook de kenmerken vandien : een symmetrische opbouw, vertrekken die netjes naast elkaar liggen, hoge plafonds en heel wat stucwerk. Dat vindt Kelly Hoppen een ideaal uitgangspunt, omdat de ruimtes van zo’n pand bijna altijd mooi geproportioneerd zijn en omdat de hoge vensters voor een tedere lichtinval zorgen. Bovendien bieden de hoge plafonds ademruimte. Ook in de moderne architectuur worden hoge zolderingen steeds meer geapprecieerd omwille van die kwaliteiten.

Door sommige wanden extra te kleuren – in haar lievelingstint taupe, warm mollengrijs – en door het aanbrengen van enkele strakke doorbrekingen, schept ze een meer hedendaagse ruimte die een ideale achtergrond vormt voor een strakkere decoratie. Maar niet overdreven streng, want een te gedisciplineerd ingerichte kamer wordt saai, vindt de ontwerpster : “Daarom introduceer ik een touch of excitement, iets dat de blik vangt. Ik doe dat op een subtiele manier, het druist in tegen mijn filosofie om de aandacht te trekken met iets opzichtigs of vulgairs. Zo leg ik bijvoorbeeld een heel klein object naast een heel groot, of een organische naast een strakke vorm. Je kan ook werken met verschillende texturen : glanzend versus mat, ruw versus zacht, helder versus wazig. Die contrasten versterken het visuele spel.”

Goedkoop naast kostbaar

Daarom vindt Kelly Hoppen details zo spannend. Ze speelt met contrasten zonder de harmonie uit het oog te verliezen. Deze aanpak is nogal Frans van inspiratie. Ook Parijse decorateurs springen los om met materialen en streven niet zozeer een stijleenheid na. Daar heeft Kelly Hoppen vermoedelijk ook de durf vandaan om kostbare en goedkope materialen naast elkaar te gebruiken. Dat kan gaan van een kei tot de simpele visbokalen die zij gebruikt om een heel wandmeubel in de eetkamer mee ‘op te vrolijken’.

In tegenstelling tot de meeste architecten, die interieurs op een veel serieuzere, beredeneerde wijze benaderen, schrikken professionele decorateurs er niet voor terug om met dergelijke picturale details de blik te verleiden. Zo zorgt Kelly Hoppen er ook voor dat je gaat rondstappen in huis. De nieuwsgierigheid wordt geprikkeld en je wil de details graag van dichtbij bekijken. Zo wordt de mobiliteit aangespoord. “Interieurs moeten uiteraard af zijn, maar er moet een beweging achter zitten”, zegt ze. “Een huis mag niet als statisch worden ervaren.”

Met een strak minimalistisch interieur heb je natuurlijk een probleem : er is amper plaats om objecten te exposeren of om iets te laten slingeren. In Kelly’s interieur kan dat probleemloos. Alle foto’s en vazen kunnen zo worden verplaatst. En dat doet Kelly dikwijls, waardoor de kleine details steeds veranderen. Je kan ook moeiteloos een nieuwe vondst toevoegen. Een aangespoelde tak of een kei, opgeraapt tijdens een strandwandeling, krijgt hier meteen een plaatsje.

Brits palet

Als je dit interieur bekijkt, vallen meteen het palet en de toch vrij harde contrasten op. De blanke wanden en de donkere meubels en details doen ons denken aan de klassieke Britse architectuur. In de Londense straten vind je overal witgeborstelde lijstgevels voorzien van donker gelakte deuren : een oud contrast uit het achttiende-eeuwse classicisme. Het recept werkt blijkbaar nog steeds, want Kelly Hoppen herhaalt het in bijna al haar interieurs. Ze houdt ook van meubilair met een klassiek profiel. Zowel haar meubels, haar tafels als haar lampen zijn strak en zuiver, maar hun vormgeving is vertrouwd. Daarvoor plukt ze nogal wat meubilair uit de collectie van de Franse ontwerper Christian Liaigre.

Kelly Hoppen heeft trouwens een zwak voor klassieke modernisten. In die zin sluit haar stijl wel aan bij het oeuvre van onder meer de Italiaan Romeo Sozzi en de Nederlander Piet Boon, interieurontwerpers die de moderne grenzen van de klassieke stijl verkennen, zonder met industrieel design te dwepen. Dit wordt ook dé chique burgerlijke stijl van de toekomst, die vermoedelijk een vrij lang leven beschoren is. Tot een kleine vijftien jaar geleden koos het gegoede publiek voor een meer antieke vormgeving : rijke flats in New York, Londen en Parijs werden steevast in een soort neo- Louis-Quinze-stijl ingericht. Die tijd is een beetje voorbij, hoewel dit soort interieurs nog steeds wordt gerealiseerd. Nu kiest dit kapitaalkrachtige publiek voor een tijdloos modernisme dat grotendeels aan de trends ontsnapt en dat technisch gezien van hoge kwaliteit is. n

Tekst Piet Swimberghe I Foto’s Bieke Claessens

Kelly Hoppen voelt zich wel verwant aan het minimalisme, maar verkiest zelf een warme stijl die een beetje luxe niet schuwt en die liever ‘organisch’ dan statisch is.

Het oude contrast licht-donker uit het Britse classicisme doet het blijkbaar nog steeds : Kelly Hoppen herhaalt het recept in bijna al haar interieurs.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content