Een verhuishuis

Interieurarchitect Rik Hendrickx heeft de ziel van een nomade. Zijn woning kreeg – daarom – meer dan een gezicht.

Je mag niet bouwen als je te jong bent. Je hebt er om te beginnen de centen niet voor, maar ook de rijpheid niet”, beweert Rik Hendrickx (35). Natuurlijk wil hij zelf ook ooit bouwen, een woning of een atelier, maar hij oefent nog wat geduld. Ondertussen woont hij met vrouw Alea en hun drie kinderen in een oud pand met een sombere straatgevel in Herentals. Wanneer ik er voor het eerst aanbel, maakt het huis een triestige indruk. Rik haast zich om mij gerust te stellen: “De voorkant is de achterkant niet. Ik vind het belangrijk dat de voorgevel geen rijkdom uitstraalt. Het is naar achter toe dat de woning zich openplooit, naar het licht en naar het groen.” En inderdaad, aan de straatkant kan je niet vermoeden hoe ruim de woning wel is. Achter de gesloten gevels gaat een soort eilandje schuil met naast het woonhuis nog een klein parkje en enkele vervallen opslagplaatsen. Vroeger was hier een schrijnwerkerij, later omgebouwd tot imkerij. In die tijd werd de tuin beplant met linden. Het woonhuis zelf werd nog voor de Eerste Wereldoorlog gebouwd in 19de-eeuwse stijl. “Rik en ik groeiden beiden op in een modern huis. Dat is waarschijnlijk de reden waarom wij ons meteen aangetrokken voelden tot dit oude pand”, vertelt Alea. Maar voor Rik gaat het om meer dan alleen de charme van het oude. “Hier heb ik de ruimte om ooit een van mijn dromen te realiseren, en dat geeft me een heerlijk gevoel. Een rijwoning waaraan je nooit meer iets essentieels kan veranderen, schrikt me af. Hiernaast is er bijvoorbeeld plaats genoeg om een modern zomerhuis te bouwen. Ik zou dan ’s winters weer intrekken in de beslotenheid van het oude pand. Zo’n beetje verhuizen in je eigen woning vind ik hét einde.”

Voor Riks zomerhuis moeten we dus nog wat geduld uitoefenen. Maar het oude pand heeft hij intussen wel naar zijn hand gezet. Veel hedendaagse woningen zijn zo transparant opgevat dat ze elk mysterie én de intimiteit missen die eigen is aan oude architectuur, meent Rik. “Je weet wel, dat gevoel dat je krijgt in een oude Italiaanse stad waar je nooit alles meteen te zien krijgt. Je moet kuieren van straat tot straat en dan ontdek je steeds nieuwe patio’s. Zo moet ook een huis opgebouwd zijn.” Daarom werd het oude pand niet wezenlijk verbouwd. De klassieke woonkamer vooraan blijft afgesloten van de leefkeuken en eethoek. “Eigenlijk heb ik hier met een beperkt budget alleen wat gesleuteld aan de circulatie. Door achteraan een paar muren weg te breken, kon ik de keuken mooi in het midden van de woning plaatsen. Misschien is dat wat ongewoon, maar de keuken is toch het hart van een huis. Dat was eeuwenlang zo. Alleen in latere tijden of bij rijken die keukenpersoneel hadden, vond je een afgesloten keuken. Nu gaan we terug naar de Middeleeuwen: iedereen zit rond het vuur en dat vinden we gezellig. Het is ook een open keuken, omdat Alea zich niet wilde opsluiten. Samen met de zithoek en de eethoek vormt hij een organisch geheel.”

Maar een klassieke keuken met vast meubilair is het ook weer niet. “Daar hou ik niet van. Slechts één wand zit vast aan de muur. De rest staat los en kan worden verplaatst: de tafel, de ijskast en de opbergkast.”

Rik heeft de meest uiteenlopende materialen met elkaar gecombineerd. Voor het aanrecht koos hij verzoete witte marmer die perfect past bij de terracotta vloer en de frisse tint van het metalen meubilair. “Sommige elementen hebben een industrieel karakter, maar doordat ze met totaal verschillende, meer klassieke dingen worden gecombineerd, ontsnapt de inrichting aan elke trend.”

Ook het meubilair van de eethoek is tijdloos: “Op zo’n simpele tafel weegt geen stempel. En de stoelen die er staan, worden al heel lang gemaakt. Het model is nauwelijks veranderd, de afwerking wel. Vroeger kwam er op het hout een laagje vernis, maar dat is passé. Deze stoelen zijn naturel, van zuiver eikenhout.”

Ook de eiken vloer heeft een natuurlijke patina. Het hout wordt gewoon met bleekwater gereinigd, en wordt mooier met de tijd. “Ons stoort het helemaal niet dat er kleurverschillen in het hout zitten. Het is toch een natuurlijk materiaal, geen kunststof.”

Volgens Rik is de confrontatie van oud en nieuw, de vermenging van avant-gardevormen en materialen, met klassiekere ontwerpen, typerend voor het interieur van tegenwoordig. Zijn woonkamer is daar de perfecte illustratie van. Neem de zwarte ceramiek van de Franse kunstenaar Vincent Collin op de schouw, bijvoorbeeld. “Ook daarop kan je geen tijdperk plakken: de vormen en het glazuur verwijzen naar de art deco, maar vind je ze evengoed terug in de fifties; de donkere, intense kleur doet zelfs denken aan de beelden van Brancusi: tijdloos dus.”

Piet Swimberghe / Foto’s Jan Verlinde

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content