In een van de mooiste wijnregio’s van Napa Valley hebben Pamela en Richard Kramlich een schilderachtige tuin aangelegd tussen de strakke rijen wijnstokken in het Californische landschap.

“Bij het zien van de eiken in onze tuin begrijp je meteen waarom het hier Oakville heet.” Richard Kramlich (Dick voor intimi) en zijn vrouw Pamela hebben dit landgoed halverwege de jaren negentig gekocht en wilden het gebruiken als weekendverblijf.

Oakville is ontstaan in 1857 en leeft sindsdien in het ritme van de wijnbouw. Enkele bekende figuren kleuren het heden en verleden van deze plaats. Een van hen is Robert Mondavi, die er naam maakte in de twintigste eeuw, er nog altijd een groot deel van zijn wijngaarden bezit en er samen met Philippe de Rothschild het bekende Opus One oprichtte. Niet ver hiervandaan, in het naburige dorp Yountville, bevindt zich ook het beroemdste restaurant van de Verenigde Staten, The French Laundry. Chef-kok Thomas Keller is een oude vriend van Richard. Over het gezelschap hebben de bewoners van deze streek dus niets te klagen.

Dick en Pamela, die in de internationale kunstwereld bekendstaan als weldoeners voor de videokunst, wonen eigenlijk in San Francisco. Van hieruit rijdt Dick in korte tijd naar zijn werk in Silicon Valley, waar hij actief is in de wereld van de nieuwe technologieën. Hij is zelfs een van de bekendste beleggers in dit Mekka voor risicokapitaal. Zijn vooruitziende blik bewees hem opnieuw een goede dienst door hem op het spoor te brengen van dit wijngoed met circa vijf hectare cabernet sauvignon. “Eerst wilden we onze wijnproductie aan oenologen toevertrouwen. Inmiddels zijn we echter in zee gegaan met Bill Harlan, die zowel de verbouwing als de bereiding van onze wijnen in goede banen leidt.” Deze wijnen uit de ‘Bondcollectie’ van het label St Eden worden door recensenten de hemel in geprezen.

Voor Pamela Kramlich betekent een buitenverblijf in Napa Valley vooral een plek om zomers op adem te komen en vrienden te ontvangen. Het terrein rond het huis, de terrassen en zelfs de buitenkeuken maken dan ook deel uit van een geheel dat is uitgedacht door tuinontwerper Roger Warner.

Als basis beschikte hij over een aantal eeuwenoude eiken en vier kornoeljes die daar door de vorige eigenaren waren geplant. Net als de hele omgeving bestond de rest van het terrein rond het huis uit ‘natuurlijke’ inheemse stroken met een droge bodem, waar de felle zon vrij spel op had.

Wat volgde, was een heuse metamorfose. Warners eerdere ervaringen leverden genoeg inspiratie. Warner heeft nooit landschapsarchitectuur gestudeerd, maar leerde het vak al doende tijdens zijn jaren bij de vooraanstaande kwekerij Western Hills Rare Plants aan de westkust. In de loop van de jaren tachtig hebben Marshall Olbrich en Lester Hawkins, de oprichters van deze kwekerij, de vertrouwde collectie Californische tuinplanten fors uitgebreid met nieuwe variëteiten uit streken met een een vergelijkbaar klimaat, zoals het Middellandse Zeegebied, Australië en Zuid-Afrika.

Te veel kleur vermoeit

Roger Warner en Pamela vinden allebei dat een tuin niet mag vloeken met het omringende landschap. Afgezien van een terrasgewijze rozengaard achter het huis bestaat het ontwerp hoofdzakelijk uit regelmatige, overwegend ronde lijnen en een combinatie tussen enkel grijze, groene, witte en paarse tinten. “Te veel vormen en kleuren vermoeien het oog”, meent het tweetal.

Het langgerekte, loodrecht op het huis gelegen terrein heeft de vorm van een kleine heuvel of eigenlijk een flinke bult. Het uitzicht mocht in geen geval verloren gaan en moest met openingen op het landschap juist worden benadrukt.

Tegelijkertijd diende er wel voldoende bescherming tegen nieuwsgierige blikken en tegen de brandende zon te worden geboden.

Voor het huis begint de tuin met een aantal priëlen waar witte rozen en clematissen tegenop groeien. Ze worden gevolgd door een groot rond gazon. De eiken zijn gesnoeid om hun fraaie stammen beter uit te laten komen. Om hun schaduw kracht bij te zetten, zijn er veertig kornoeljes bijgeplant. Het doorsijpelende licht zorgt voor een frisse sfeer, zeker met de dauw en de nevel in de vroege ochtend. Tussen het onderhout groeien in de zomer onder andere salie ( Salvia ‘Purple Rain’), vingerhoedskruid, andoorns ‘Helen von Stein’ en een grote hoeveelheid wolfsmelk.

De tuin wordt omzoomd door kleinbollige lavendel, aangevuld met wolfsmelk en gamanders in grotere bollen. De ontwerper heeft hier gekozen voor een patroon van telkens dezelfde soorten. Die herhalingen zorgen voor een groots effect.

Deze tuin is in elk seizoen een lust voor het oog, maar komt vooral in het najaar prachtig uit de verf, precies wanneer de wijngaarden in enkele weken tijd de mooiste kleurveranderingen ondergaan. Het contrast tussen gele en oranje bladeren en de overheersende grijsgroene tinten levert dan werkelijk een schitterend spektakel op.

Tekst en foto’s Jean-Pierre Gabriël

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content