Stille waters en devote begijnen? De nieuwe Culturele Hoofdstad van Europa heeft wel meer in haar mars. Onder de impuls van ‘Brugge 2002′ evolueert ’s lands mooiste van museumstad naar levendige cultuurstad. Al heeft ze zelf soms moeite om het te geloven.

Vraag het aan elke Bruggeling. Houdt hij van zijn stad? Natuurlijk! Verwenst hij haar? Evenzeer! Die haat-liefdeverhouding met de geboortestad is hier haast een dogma.

Bruggelingen ergeren zich te pletter aan de Japanse dagjesmensen en andere toeristen, maar weten maar al te goed dat de stad zonder hen geen bestaansreden zou hebben. Ze willen meer cultuur in de stad, maar lozen bakken kritiek over het nieuw Concertgebouw. Ze klagen steen en been dat er “nooit iets interessants gebeurt”, maar aanvaarden niet dat een buitenstaander daar een opmerking over maakt. Dat voorrecht komt alleen henzelf toe.

Velen trokken weg naar mondainere oorden, om met de regelmaat van de klok als toerist naar hun eigen stad terug te keren. Want Bruggeling blijf je, en je moet al van staal zijn om niet met weemoed en trots aan Brugge die schone terug te denken.

Er zijn er ook die blijven. Ze weigeren mee te doen aan de exodus die de stad al zo’n dertig jaar teistert. Kunstenaars, handelaars, cafébazen of gewoon geëngageerde inwoners: soms aarzelend, maar meestal strijdvaardig gaan ze de clichés te lijf die welig tieren over hun stad. Als zou die niet meer te bieden hebben dan pralines en kant. Bruges la morte, het nieuwe Bokrijk, één groot openluchtmuseum. We hebben het deuntje al zo vaak gehoord.

Brugge is Brussel niet. Je hebt hier niet dat hectische en bruisende van een metropool, waar je jezelf in verliest. En op een doordeweekse avond geeft de stad misschien wel een uitgestorven indruk. Maar Brugge is ook Venetië niet, al durft men die vergelijking wel eens te maken. Geheel ten onrechte trouwens, want geen stad ter wereld kan zich meten met de verblindende schoonheid van de gondelstad. Bovendien kon Brugge net op tijd ontsnappen aan de Venetiaanse nachtmerrie. Brugge leeft wel voor een groot deel van toeristen, maar haar inwoners worden niet door hen onder de voet gelopen.

“Brugge mag geen artificieel pretpark worden”, schrijft Patrick Moenaert in het programmaboek van Brugge 2002. En dat is het niet.

Er leeft wel degelijk iets, maar je moet moeite doen om het te ontdekken. In verloren hoekjes en achter oude trapgevels gonst het van de bedrijvigheid: wie achter de façades kijkt, gelooft zijn ogen niet.

Dat Brugge dit jaar Culturele Hoofdstad van Europa geworden is, is in deze optiek van kapitaal belang. Die titel is de verdiende beloning voor een stad die tien jaar geleden aan een inhaalbeweging begon. Eind jaren ’60 dreigde ‘de mooiste stad van het land’ immers weg te zinken in vergetelheid. De reien waren open riolen geworden, de monumenten verloederden en het bevolkingscijfer daalde zienderogen. Een inventief structuurplan voor de binnenstad, een verfraaiing van monumenten, straten en pleinen en de sanering van de reien moesten de stad een nieuw elan geven. Niet zonder resultaat, alleen waren het vooral buitenstaanders die de stad opnieuw oppikten.

Overrompeld door dagjestoeristen en verlaten door de Bruggelingen, leek Brugge haar imago van openluchtmuseum ei zo na waar te maken. Het keerpunt kwam in het begin van de jaren ’90. Affiches met de onmiskenbare boodschap SOS Brugge moesten de Bruggelingen wakker schudden en van de museumstad een levendige cultuurstad maken. “Wij willen toekomst voor ons verleden”, schrijft Patrick Moenaert. “Onze rijke geschiedenis is gebouwd op economische voorspoed èn culturele kwaliteit. Het werd tijd om dit op een indringende wijze te actualiseren.” In het kielzog van dit gedachtegoed werd Brugge 2002 geboren.

Dat 2002 voor Brugge een scharnierjaar moet worden, uit zich op verschillende vlakken. Het opvallendste project is ongetwijfeld het nieuwe Concertgebouw, dat als een megalomane kolos op ’t Zand oprijst en een plaatsje verovert in de Brugse skyline. Door conservatieve Bruggelingen verketterd en verguisd, door cultuurfanaten bewierookt en door critici op de korrel genomen: nooit is er over een officieel stadsproject zoveel gepalaverd. De hele discussie maakt het opnieuw pijnlijk duidelijk: het Brugge dat met strenge stedenbouwkundige regels angstvallig haar patrimonium tracht te beschermen, staat weinig open voor verandering.

Net daarom is de komst van het gebouw een belangrijk statement. Het maakt komaf met het idee dat in een historisch stadscentrum geen plaats is voor vernieuwende architectuur. Bovendien moet het de stad voorgoed op de (inter)nationale culturele agenda plaatsen. Met het grootste podium van het land en een schitterende infrastructuur heeft het alles om een echte culturele draaischijf te worden. En wie weet, is het ook een stimulans voor talent van eigen bodem om het niet altijd elders te gaan zoeken.

Net zoals dat het geval was voor Brussel 2000, moet ook dit cultuurjaar een aanzet zijn. Een voedingsbodem waarvan nog jaren vruchten kunnen worden geplukt. Voor de gelegenheid wordt het blazoen van de stad wat opgepoetst, maar Brugge zal de naam Culturele Hoofdstad slechts waard zijn als ze bewijst dat dit geen eenmalige consumptie van cultuur betreft, die zich boven de hoofden van de Bruggelingen afspeelt. Voor dat laatste is overigens weinig gevaar: de Bruggelingen weten hun portie cultuur en vermaak al jaren te vinden.

Brugge mag dan al in ons collectief geheugen gegrift staan als stad van kant en trapgevels, het is ook de stad van het Cactus Festival (alternatief zomerfestival in het Minnewaterpark), Klinkers (een gevarieerd muziekfestival dat twee zomerse weken duurt), het Festival van Vlaanderen (klassiek), Brugges Festival (folk en wereldmuziek in februari) en Musica Antiqua (wat de naam zegt). De cultuurfanaat kan dagelijks terecht in het complex rond café De Republiek: voor cinefielen is er Cinema Lumière, waar kwaliteitsfilms in de geest van Cinema Novo worden gedraaid. De ‘blauwe’ zaal van de bioscoop is tegelijk theaterzaal van Het Net, het huis dat veel Bruggelingen nog kennen onder de naam De Korre. Vandaag heeft acteur Josse De Pauw er een tweede thuis gevonden. En zelfs zonder iets op het programma: gewoon wat rondhangen in het café en de krant lezen onder de theateraffiches is al genoeg om in een artistiek sfeertje te komen. In het weekend kunnen fuifnummers terecht in de Cactus Club aan de overkant van de straat, de enige club in de stad.

Wie in Brugge ‘jazz’ zegt, denkt meteen aan De Werf. Begonnen als het kleinschalige Theater 19, is De Werf vandaag uitgegroeid tot een veelzijdig kunstencentrum, dat zich vooral specialiseert in jazz. Het Cultuurjaar is voor De Werf de ideale gelegenheid om een nieuw project in de steigers te zetten. Als tweelingbroer van het Antwerpse Jazz Middelheim, dat altijd in de onpare jaren plaatsvindt, wil het jazzfanaten uit het hele land in de pare jaren naar Brugge lokken voor een vierdaags festival in en rond het Concertgebouw.

Het idee doet sommigen misschien met weemoed terugdenken aan Jazz Summerdays, het festival dat gedurende twee zomermaanden dagelijks een andere jazzformatie naar Brugge bracht. Het moest plaats ruimen voor Klinkers, wat niet wil zeggen dat het een stille dood stierf. Daniël Dehulster, jazzfreak en drijvende kracht achter het gebeuren, zet het idee op geslaagde wijze verder in zijn jazzkroeg De Versteende Nacht. Elke woensdagavond kun je er een live jamsession bijwonen.

Dat je zo’n ankerman van het Brugse jazzleven niet zomaar kunt passeren, zullen ze in Brugge geweten hebben. Samen met heel wat andere grote en kleine namen uit het Brugse cultuurlandschap gaf Daniël Dehulster gestalte aan een project om creatievelingen die buiten het officiële programma van Brugge 2002 vielen, toch een forum te geven. Een off scene dus, in het Brugs vertaald OffZien, wat meteen de naam werd van het gebeuren. Wetend dat parallelle circuits vaak niet moeten onderdoen voor het officiële programma, kan dit alleen maar goed nieuws zijn.

“Het is geen project tégen 2002”, verduidelijkt Dehulster. “Er is alleen nog zoveel talent dat in een officieel cultuurprogramma geen plaats krijgt. Dat is zonde. We hopen trouwens ons project verder te zetten na 2002.” Een andere vaste waarde in het officieuze Brugse cultuurleven is Yannic Van Meckeren, uitbater van Herberg Du Phare. Als er één plaats te noemen valt waar elke Bruggeling een beetje thuiskomt, dan is het dit bluescafé. Is het de idyllische ligging aan het water, de broeierige sfeer van een bruine kroeg of gewoon de stevige portie jazz en blues die de befaamde scampi Du Phare vergezellen? We weten het niet. Vast staat dat dit een van de places to be is, zeker op een zondagavond als Yannic een schitterende band op z’n podium heeft staan.

Om het rijtje af te sluiten: voor liefhebbers van het genre is ook wijnbar EST een absolute must. Alleen al het idee om een wijnbar te openen in een winkelstraat die er ’s avonds verlaten bij ligt, getuigt van moed. Niet dat de uitbaters moeite moeten doen om hun zaak vol te krijgen. Wie dit adresje eenmaal kent, blijft terugkomen om steeds nieuwe verrassingen op de wijnkaart te ontdekken. Het idee komt uit Parijs, waar chef Marnix in een vorig leven rondhing met zijn band Whisky Blues. Hij blijft trouwens bij zijn oude liefde. Uit de boxen klinkt meestal jazz, blues of boogie-woogie, behalve op zondagavond. Dan komen zijn vrienden van vroeger in levenden lijve de toon zetten.

Wat zo eigen is aan Brugge, is dat de stad erin slaagt om oud en nieuw met elkaar te verzoenen. Het Concertgebouw als vreemd element in een decor van witte godshuisjes, een hippe kledingzaak in een oude patriciërswoning: het kan allemaal. Ook een historische stad heeft het potentieel om hedendaags te zijn. Neem nu het complex rond designwinkel Callebert, niet ver van de markt en nota bene in de Wollestraat, dé toeristische slagader van de stad. Terwijl toeristen rondsnuffelen in de kantwinkels, vinden Bruggelingen hun ding in het internationale designaanbod van Callebert, of bij B, Belgian Products with an A Label, dat zich uitsluitend toelegt op interieurspullen en accessoires van Belgische makelij. En loop de trap tussen beide zaken eens op: je waant je meteen in een andere wereld. Netjes ingebed tussen gotische torens ligt een moderne patio waarop zowel kunstgalerie art-O-nivo als de Italiaanse interieurzaak van Danny Dufait en de bijbehorende pasta- en koffiebar uitgeven. Je krijgt er zowaar een metropoolgevoel van.

Er zijn wel meer initiatieven waarmee Brugge van haar provincialistisch stigma probeert af te raken. Zo vond het concept van de soepbar ook hier ingang, met overweldigend succes. Sinds vorige zomer kun je bij Christophe’s take-away in de Dweersstraat terecht voor verse soep of vruchtensap om mee te nemen.

De Belegde Boterham in de Kleine Sint-Amandsstraat is dan weer het adres voor een sneetje ouderwets boerenbrood of een slaatje in een rustgevend hedendaags decor. Ook in Brugge hoeven het niet altijd tearooms te zijn.

Weg van de middelmaat zijn onder meer ook optiek Hoet, thuisbasis van Patrick Hoet die met zijn bizarre etalages af en toe wat gezonde controverse losmaakt, of L’Héroïne, de trendy kledingzaak van Marthine Goethals. Collecties van Kaat Tilley, Dries Van Noten, Anna Heylen en andere Belgen gaan er al veertien jaar vlot de deur uit, wat bewijst dat er ook in Brugge een modebewust publiek rondloopt. Maar een van mijn favorieten is Isadora Paradis, een gloednieuw winkeltje in de Predikherenstraat. In een roze decor verkoopt Caroline Lonneville er tasjes, mutsen en andere eigenzinnige accessoires die ze zelf maakt of opvist bij bevriende ontwerpers. Voor de naam baseerde Caroline zich op Isadora de Paradijsvogel, haar favoriete figuur uit De Fabeltjeskrant. “Een wat verlopen type”, frist de ontwerpster op. “Isadora was een variétézangeres die aan lager wal was geraakt. Maar ze bleef zo kleurrijk en zo schattig.”

Als dit de nieuwe trend is in Brugge, dan zit het wel snor. Wie weet welke kleurrijke vogels zich nog in de stad komen nestelen.

Smulkroegen

Rock Fort, Langestraat 15, tel. 050-33 41 13: van tagliatelle met kip en scampi tot gekonfijte eendenborst: zonder twijfel dé hit van Brugge

De Stoepa, Oostmeers 124, tel. 050-33 04 54: bruine kroeg ondergedompeld in een Aziatische sfeer. Elke maand staat een nieuwe selectie oosterse eenpansgerechten op de kaart.

In ’t Nieuw Museum, Hooistraat 42, tel. 050-33 12 80: oergezellig buurtcafé, waar het bier rijkelijk vloeit en op het haardvuur allerlei lekkers ligt te roosteren. Een van de laatste in het genre.

Het Andere Idee, Hauwersstraat 9, tel. 050-34 17 89: pasta proeven in een knusse omgeving.

Le Bon Vivant, Dweersstraat 10, tel. 050-34 13 27: intieme eetkroeg waar nachtraven tot vier uur ’s nachts terecht kunnen voor gegrild lekkers.

Shoppen

Knapp-Targa, Zuidzandstraat 9, 16-20, 22, 26, tel. 050-33 31 27: stijlvolle dames- en herenboetiek met o.m. Xandres, Hampton Bays, DKNY Jeans en RL Sport.

Quicke, Zuidzandstraat 21, tel. 050-33 23 00: modieuze schoenen.

Maximilian, Noordzandstraat 83, tel. 050-33 04 00: jonge mode van o.m. Sandwich en Just B.

Ivoire, Noordzandstraat 81, tel. 050-34 00 64: het adres voor de Girbaud-fans.

Prima Desier, Sint-Jacobsstraat 55, tel. 050-33 47 92: ontwerpster Linda Deketelaere ontwerpt er pasklare bruids- en avondkledij.

Rombaux, Mallebergplaats 13, tel. 050-33 25 75 : kwaliteitsmuziekwinkel met een ruim aanbod cd’s, partituren, piano’s en snaarinstrumenten, en vooral een uitstekende bediening.

De Reighere, Markt 12, tel. 050-33 34 03: Vlaanderens oudste boekhandel.

vom FASS, Smedenstraat 18, tel. 050-34 68 44: wijn, olie, azijn, eau de vie, whisky van ’t vat. Enige Benelux-vestiging van de Duitse keten.

A la Carte, Genthof 29, tel. 050-34 18 08: grafiekatelier van Anne De Loof waar kaarten, albums, en andere geschenken ter plaatse worden geëtst en gedrukt.

Interieur

Callebert, Wollestraat 25, tel. 050-33 50 61: dé designwinkel van Brugge.

B, Belgian Products with an A Label, Wollestraat 25/2, tel. 050-49 09 32: interieurspullen en accessoires van Belgische makelij.

Danny Dufait, Wollestraat 25/3, tel. 050-33 42 29: Italiaans interieurdesign annex koffie- en pastabar.

Frederiek Van Pamel, Muntpoort 6, tel. 050-34 42 11: florale vormgeving in de moderne betekenis van het woord; het interieur verandert met de seizoenen.

Theo Wijnhoven, Oostmeers 7, tel. 050-33 36 54: al 36 jaar een begrip voor liefhebbers van hedendaagse schilderkunst.

Cafés

Joey’s Café, Zilversteeg, tel. 050-34 12 64: ’s middags de vaste ontmoetingsplaats voor de schoolgaande jeugd, maar ontpopt zich ’s avonds tot een funky uitgangsstek.

Bauhaus, Langestraat 135, tel. 050-33 41 80: populair jongerencafé en jeugdhotel met internationale allures.

De Republiek, Sint-Jacobsstraat 36, tel. 050-34 02 29: cultuurcafé en kloppend hart achter het Cactus Festival, met daarrond ook Cinema Lumière en theaterhuis Het Net. Fantastisch terras voor lange zomerse avonden.

’t Ei, Eiermarkt 13, tel. 050-33 20 85: kleurrijke verrassing – ingericht door Patrick Hoet – waar ook tapas en verse snacks worden geserveerd.

Vlissinghe, Blekerstraat 2, tel. 050-34 37 37: het oudste café van Brugge (uit 1515!) maar niettemin nog steeds populair bij Bruggelingen van diverse pluimage.

Jazz & blues

De Versteende Nacht, Langestraat 11, tel. 050-34 32 93: jazzfreak Daniël Dehulster trakteert er zijn gasten op de beste jazz, een merkwaardig interieur, een assortiment strips en een goeie babbel. Elke woensdagavond live jamsessions.

EST, Noordzandstraat 34, tel. 050-33 38 39: wijnbar waar het genieten is van een heerlijk glas wijn, een lekkere hap en live jazz of blues op zondagavond.

Herberg Du Phare, Sasplein 2, tel. 050-34 35 90: gezellig en broeierig eetcafé waar de Bruggelingen elkaar terugvinden bij stemmige bluesakkoorden. Regelmatig live muziek op zondag.

Lokkedizze, Korte Vuldersstraat 33, tel. 050-33 44 50: een Griekse knabbel of gewoon een goeie babbel bij een frisse pint en een stevige portie jazz.

L’Estaminet, Park 5, tel. 050-33 09 16: een instituut waar politici, sportlui, schrijvers en kunstenaars, maar vooral gewone Bruggelingen zwichten voor de huisgemaakte spaghetti en de meeslepende blues in een decor uit de jaren 1900.

Snelle hap

De Belegde Boterham, Kleine Sint-Amandsstraat 5, tel. 050-34 91 31: drukke lunchbar waar locals ’s middags binnenspringen voor een gezonde boterham of een lekker slaatje.

Christophe’s take-away, Dweersstraat 4, tel. 050-33 86 04: soepen, vruchtensapjes en zelfs fietsen om mee te nemen. Gloednieuw en uniek in Brugge.

Trendy

Hoet, Vlamingstraat 19, tel. 050-33 50 02: thuisbasis van Patrick Hoet, ontwerper van de modieuze Theo-brillen.

Atelier Cocteau, Zilverstraat 8, tel. 050-34 44 17: de meest trendy kapper van Brugge.

L’Héroïne, Noordzandstraat 32, tel. 050-33 56 57: kledingzaak met collecties van o.m. Dries Van Noten, Kaat Tilley, Angelo Figus en Dirk Bikkembergs.

Isadora Paradis, Predikherenstraat 11, tel. 050-34 84 65: de ultieme meisjesdroom van Caroline Lonneville met zelfgemaakte tasjes, mutsen en andere accessoires in een naïef roze decor.

Ine Renson / Foto’s Guy Kokken

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content