Een prettige vesting

In het voormalige grensgebied tussen Oost- en West-Duitsland bouwde architecte Charlotte Jakobsen-Szöts een militair radarstation om tot een licht woonhuis.

Lange tijd bleef het voormalige grensgebied tussen Oost- en West-Duitsland verstoken van reguliere bewoners. Door de historische verwikkelingen werd deze landelijke streek rond het dorp Niendorf en het Herzogtum Lauenburg als noodzakelijke militaire barrière aangewezen tussen het Oosten en het Westen. Er ontstond een niemandsland met uitgestrekte akkers, weilanden en bossen en dat hield lange tijd stand, tot het vallen van de Berlijnse Muur in 1989. Het gebied kwam daarna maar langzaam tot ontwikkeling want woningbouw was er niet. De enige bouw die er na de val van de Muur overbleef, was een legerplaats van het West-Duitse leger. Dat omvatte onder meer een compleet kazernecomplex, een verlaten radarstation met satellietschotels, immens grote zoeklichten en verschillende garageboxen en dat op een totale oppervlakte van 1,4 hectare. Alles omkaderd door een kilometerslange afrastering van verroest prikkeldraad.

Inmiddels wonen er in Niendorf 323 mensen, waaronder Charlotte Jakobsen-Szöts. Deze 38-jarige Deense architecte meldde zich samen met haar zoon Jacob Philip aan als nieuwe ‘rekruut’. Ze toverde het legergroene radarstation om in een magnifieke legerloft met architectonische uitstraling.

Van box tot box

De verhuizing naar de legerplaats was eigenlijk niet echt gewild, hoewel Charlotte hier nu, na vier jaar verbouwen, met plezier woont. Lange tijd verbleef zij op een ander landgoed, het Schloss Wotersen, maar omdat dit kasteel verkocht werd, moest zij met haar zoon halsoverkop verhuizen. Via een kennis, die in de buurt bij Niendorf woonde, werd zij attent gemaakt op het verlaten complex. Dat moest volgens haar voldoende ruimte bieden voor een woning en voor een klein atelier en architectenkantoor. Charlotte Jakobsen ging tot de ‘aanval’ over en verraste de afdeling huisvesting van Defensie met een aanlokkelijk financieel bod. Korte tijd later was ze eigenaar van het 1,4 hectare grote gebied. Charlotte Jakobsen : “Om veel redenen was dit complex ideaal. Het lag in een rustige omgeving met een mooie natuur en de verschillende gebouwen boden voldoende ruimte en hadden een eigen karakter, een beetje industrieel vermengd met militair. Eerst was ik van plan om te gaan wonen in een van de gebouwen waar vroeger de manschappen sliepen. Maar renovatie van het steenrode gebouw zou te veel tijd en energie gekost hebben. Uiteindelijk werd voor de garageboxen gekozen. Een probleem hier was wel dat de twee boxen die ik wilde verbouwen enkele tientallen meters van elkaar stonden, met pontificaal in het midden… de satellietschotel. De sloop hiervan zou mijn verbouwingsbudget danig aantasten. Maar de oplossing, hoewel niet alledaags, diende zich snel aan. De plaatselijke voetbalvereniging van Niendorf – het kleine dorp kende ondertussen een sterk sociaal en cultureel leven – wilde graag lichtmasten hebben om avondtrainingen te houden. Stuk voor stuk werden de metershoge stalen lichtmasten ontmanteld en enkele kilometers verder weer opgebouwd. Met dit financiële extraatje kon ik de buitenruimte tussen de twee garageboxen overkappen. Zo ontstond uit twee boxen en een tussenruimte een woonoppervlakte van ca. 178 vierkante meter.” Daarin bevinden zich een living met eetgedeelte, een compacte keuken, een badkamer, een ruime slaap- en speelkamer voor Jacob, en voor Charlotte zelf een slaapkamer en aangrenzend klein atelier/architectenkantoor. Boven de keuken en badkamer werd op een slimme manier nog een opbergzolder bedacht.

Binnen wordt buiten

De nodige apparatuur en verwarming werden ingebouwd, alle ruimten kregen een betonvloer en de twee kopse kanten van het gebouw werden met donker larikshout afgetimmerd. De grote garagedeuren werden vervangen door immens grote glaspuien die ritmisch een van de lange zijden van het ‘huis’ bestrijken. De andere kant van de woning is behoorlijk gesloten. De puien aan de tuinkant zijn zo verdeeld dat ze per ruimte door middel van deuren geopend kunnen worden. De wand van de slaapkamer gaat volledig open via een harmonicaglaswand. Als alles openstaat worden terras en woning één leefruimte. Een grote kabelhaspel die op het militaire terrein werd gevonden doet dienst als terrastafel : militaire recycling.

Charlotte : “De kamers liggen allemaal naast elkaar, dat heb ik zo gepland, zodat de routing van ruimte naar ruimte parallel loopt met het terras en de glaswand. Continu blijven tuin en omgeving dus deel uitmaken van het uitzicht. En soms, als het een warme zomer is zoals vorig jaar, openen we de puien totaal en slapen we in onze slaapkamer, half binnen half buiten. In zekere zin werd het een soort loft. Een sfeer die ik nog ken uit de tijd dat ik in New York woonde en werkte. Zo’n woonsfeer met ruimte en flexibiliteit beviel me wel. De verzameling meubels had ik al, waaronder de fel oranje stoelen van Hans Wegner, prototypes van een van zijn meubelontwerpen uit 1949. Ook de lange, antieke eettafel uit de Provence had ik al enkele jaren. Samen met de antieke kruiken uit België geven ze net een beetje landelijke touch. Eigenlijk hou ik niet zo van ‘landelijk’ maar hier heb ik toch een geweldige tuin als extra gekregen. Daar kan geen New Yorks dakterras tegenop.”

Ook het tuinontwerp werd door Charlotte bedacht : een groot grasveld voor Jacob met hier en daar een cipres. Rond de tuin en dit complex bouwde Charlotte een muur uit een ijzeren draadconstructie, gevuld met 36 ton blauw graniet uit Noorwegen. Twee mensen zijn vijf dagen bezig geweest om hem steen voor steen te stapelen. “Langzamerhand wordt het hier een kleine onneembare vesting, met die wanden die vanwege hun constructie behoorlijk bombestendig zijn”, eindigt Charlotte met een kwinkslag.

Door Marc Heldens I Foto’s Mark Seelen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content