Een prettig ritueel

Toen Serge Lutens eind ’99 zijn eigen merk lanceerde, moest Shiseido niet alleen op zoek naar een vervanger, maar ook naar een nieuw imago. Tom Pecheux voerde de operatie met succes uit.

T om Pecheux, bekend om zijn werk voor de belangrijkste defilés en voor modebladen als Vogue, Harper’s Bazaar, The Face, Elle en Marie-Claire, is een zeer innemend man. Ontspannen ontvangt hij me in jeans en op gympen, met pretoogjes en een brede lach. Hij heeft redenen om vrolijk te zijn: hij is erin geslaagd om een kunstzinnig high-end cosmeticamerk met sterke beelden te laten evolueren tot een eigentijds label, zonder een stijlbreuk te veroorzaken.

Hoe moeilijk was het om iemand als Serge Lutens op te volgen?

Het was inderdaad niet eenvoudig. Ik veronderstel dat Shiseido er gerust op was, want ik kreeg veel vrijheid. Natuurlijk waren er wel enkele richtlijnen van de marketing, maar verder kreeg ik carte blanche voor de ontwikkeling van de producten, de keuze van de kleuren en het bepalen van de nieuwe beelden. Ik heb zelfs mijn eigen team meegebracht, want mijn talenten beperken zich tot make-up. Lutens deed alles: hij was tegelijk artistiek directeur, fotograaf, stylist, kapper en maquilleur. Ik heb een beroep moeten doen op een hele ploeg: Stephen Gan voor de artistieke directie, Mario Testino voor de fotografie, Mark Lopez voor het haar. Het was teamwork, ik stond er niet alleen voor. Ik werk al jarenlang nauw samen met Testino. Hij heeft de eerste campagne gefotografeerd en zal ook de tweede doen. Daarna zien we wel. Maar we blijven zeker samenwerken, want we zijn echte vrienden en dat is het belangrijkste.

Waarom hebt u het aanbod aanvaard? Wat trekt u aan in het merk?

Ik heb drie jaar gewerkt voor L’Oréal ( Gemey) en kreeg enkele voorstellen van andere huizen, maar die hebben uiteindelijk niet echt tot iets geleid. Shiseido is zeer belangrijk in Japan en Azië: het heeft er verscheidene merken. Toen ik het voorstel kreeg om de internationale make-uplijn een nieuw gezicht te geven, was ik enorm gevleid. Het is een schitterend huis met prestige en kwaliteitsproducten. Niet meteen het grootste van de wereld, maar het heeft een goed evenwicht gevonden tussen kwaliteit en rendement. Bovendien is het een van de weinige die zijn kunstzinnigheid heeft weten te bewaren in de verpakking en de beelden. Er zijn merken die alleen maar aan het gewin denken en dat zie je aan de verpakkingen en de beelden: die lijken nergens naar.

Hebt u er nooit aan gedacht om uw eigen make-uplijn uit te brengen, zoals sommige collega’s?

Ik denk er nog altijd aan, maar weet niet of ik het ooit zal doen. Eigenlijk heb ik dat nu toch al met The Makeup: alle producten zijn voor een groot gedeelte mijn baby’s. Ik heb ze mee helpen ontwikkelen, het kleurenpalet samengesteld en de texturen bepaald.

Voelt u het als een beperking aan om voor één merk te werken?

Naast mijn werk voor Shiseido, blijf ik maquilleren op defilés. Wanneer een ontwerper me vraagt, probeer ik een make-up te bedenken die het best bij zijn stijl past, ongeacht het merk. Shiseido wanneer het kan, anders een ander merk. Voor het laatste defilé van Junya Watanabe bijvoorbeeld, heb ik oranje eyeliner en mascara gebruikt, die zitten niet in het kleurenpalet van Shiseido.

Inspireert u zich op de modecollecties of kiest u veeleer voor universele kleuren?

Wegens strikte, technische voorwaarden en de diverse nationale wetgevingen, moet je lang op voorhand werken. Om een product in verschillende landen te kunnen lanceren, moet je eerst nagaan of de kleur, textuur en ingrediënten overal toegestaan worden. Dat vraagt veel tijd, daardoor kun je geen rekening houden met de modecollecties. Maar mode is enigszins voorspelbaar: na zwart wil men weer kleur, eerst fel, dan pastels. Glanzend volgt mat op, enzovoort. Ik ontwerp de kleuren waar ik zin in heb, waar ik mee wil werken. Als die modieus blijken te zijn des te beter, is dat niet zo, tant pis.

Is uw werk voor de defilés een inspiratiebron?

Elke dag, elke opdracht geeft inspiratie. Dat kan een fotosessie zijn in de studio, of mijn werk voor Shiseido. Je hoeft je ogen maar open te houden. Ik heb het geluk om met de grootste ontwerpers van het moment samen te werken. Dat is zeer verrijkend en stimulerend.

Hoe schopt een banketbakker uit de Jura het tot een succesvol internationaal make-upartiest?

Allemaal puur toeval. Ik was vroeger dol op koken en tuinieren, ik werk graag met mijn handen. Uiteindelijk koos ik voor de hotelschool en belandde in een groot Parijs restaurant, waar ik drie jaar heb gewerkt als banketbakker. Maar echt gelukkig was ik er niet, want er is een groot verschil tussen koken voor je vrienden of voor mensen die je niet kent. Zeker op een haast industrieel niveau, waar er weinig tijd rest voor een verfijnde afwerking.

In die tijd ging ik bijna elke dag uit – sindsdien ben ik gekalmeerd – en op een avond kwam ik een meisje tegen dat me vertelde over haar opleiding make-up. Ik wist absoluut niet dat zoiets bestond. Na ons gesprek feestte ik gewoon voort, maar het idee bleef in mijn hoofd hangen. Na twee maanden kwam ik haar opnieuw tegen en vroeg ik meteen de gegevens van die school. Zo is het begonnen. Is dat louter toeval of het lot? Was ik niet naar die fuif geweest, had ik niet gepraat met dat meisje of had ik maar half geluisterd naar haar verhaal, dan stond ik misschien nog altijd tegen mijn zin in die keuken. Alles is belangrijk, je moet altijd je ogen en oren goed openhouden.

Hebt u altijd een affiniteit gehad met make-up?

Ik hou vooral van het contact met mensen – natuurlijk vind ik niet iedereen even interessant. Make-up is in dat opzicht ideaal, want het is een zeer direct contact: je bent verplicht om naar de persoon te kijken, je kunt de blik van de ander niet ontvluchten.

Gebruikt u zelf soms make-up?

Dat gebeurt wel eens, hoewel opmaken niet het juiste woord is. Ik probeer producten uit op mezelf. Vrouwen doen dat in de winkel ook: ze nemen iets vast, ruiken eraan, smeren het op hun gezicht of hand. Tijdens die make-upopleiding kregen we eens de opdracht om een man op te maken als een vrouw en omgekeerd. Ik kreeg de volle laag, met een pruik erbovenop. Maar zelf heb ik het nooit gedaan, ik ben geen travestiet.

Wat is uw favoriete product van het gamma?

Ik hou van de lipstick Rouge Matte, voor de kleur. Die is voor mij de ultieme definitie van vrouwelijkheid. Het meest enthousiast ben ik over de luminizing powder, omdat die het best het licht weerspiegelt. Zonder licht is er geen kleur en ik hou van kleur. Ik gebruik dat poeder altijd als laatste, om een make-up helemaal af te maken.

Hoe maakt u van een Japans merk een universele make-uplijn die zowel Europese, Aziatische als Amerikaanse vrouwen aanspreekt?

Ik geloof dat schoonheid universeel is. Iedereen houdt van kleur, of men nu Europees, Aziatisch of Amerikaans is. Niet noodzakelijk van dezelfde tinten, maar wel van kleur in het algemeen. Er zijn natuurlijk specifieke voorkeuren: zo gebruiken Duitsers makkelijk roze, houden Amerikanen meer van groen-blauwe tinten en vallen Italianen voor oranje.

Roze is momenteel een internationale trend. Toch geen kleur waar iedereen even goed mee staat?

Het is niet aan mij om te oordelen wie wat wel en niet kan dragen, ik ontwerp enkel kleuren. Het stoort me niet echt als mensen allemaal dezelfde tint gebruiken, ik vind het wel jammer als dat ten koste gaat van individualiteit. Voor sommigen is het heel geruststellend om modieus te zijn.

Mijn slechtste herinnering aan de mode is de legging: daar stonden maar een paar vrouwen mee, voor de overgrote meerderheid was het allesbehalve flatterend. In de jaren negentig droeg iedereen er een, of je er het figuur voor had of niet. Gelukkig is het begrip mode intussen veel ruimer geworden. Er zijn natuurlijk nog wel trends, maar je hebt tenminste de keuze.

Hebt u een bepaald type vrouw voor ogen als u make-up ontwerpt?

Ik heb altijd met allerlei vrouwen gewerkt: van piepjonge modelletjes tot oudere, beroemde persoonlijkheden. De mannequins komen uit alle landen en culturen: je hebt Aziatische, Europese, Amerikaanse en Arabische meisjes, met een heel lichte huid of een heel donkere huid. Je moet ze allemaal maquilleren. Hetzelfde geldt voor het ontwerpen van make-up: dat doe je voor al die verschillende vrouwen, niet voor één in het bijzonder. Net zoals bij het bedenken van een make-up voor een defilé probeer ik daar altijd rekening mee te houden: “Is dit draagbaar voor iedereen? Past dit bij elk type? Maakt het de meisjes mooier?”

Make-up moet mooier maken?

Ik veronderstel dat een vrouw zich ’s morgens opmaakt om er mooier uit te zien. Toch niet om te tonen dat ze voor 100 dollar aan dure spullen heeft gebruikt of om een complimentje te krijgen over haar mooie make-up? Met The Makeup wil ik vrouwen duidelijk zeggen dat je opmaken geen corvee is. Ik vind het erg als vrouwen het alleen maar doen omdat ze moeten. Je ziet hen ’s morgens snel wat smeren in de auto. Voor velen is het een automatisme, terwijl het juist het leukste moment van de dag zou moeten zijn. Er zijn almaar betere en mooiere producten, je opmaken moet een prettig ritueel kunnen zijn.

Sofie Albrecht / Portret Lies Willaert

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content