Een poëtische leegte
Het artistieke interieur van deze Brusselse flat straalt een poëtische rust uit. Je kan het een ode noemen aan een ‘klassiek minimalisme’.
:: Wie Alic wil contacteren voor interieuradvies : 0477 22 21 09.
Vier verdiepingen hoog, langs een nauwe trap waarvan de wanden behangen zijn met vergeelde toile de Jouy, beland je in deze flat. De ligging nabij de Zavel, de hele opbouw van de trois pièces, én de hoge trap, roepen de sfeer op van een Parijse pied-à-terre. De bewoner heeft overigens een grote affiniteit met Frankrijk, waar de meeste van zijn meubels en objecten vandaan komen. Hier woont decorateur Alic die in Brussel vooral bekendheid verwierf als modefotograaf en portrettist. Jaren geleden verliet hij de fotografie om zich bezig te houden met interieurdecoratie. In deze rol treedt hij op als een soort raadgever die mee helpt decoreren, zonder zelf volledige interieurs te realiseren. Eigenlijk meet hij zich een bescheiden en artistieke rol toe die er vooral in bestaat om accenten te leggen, wat je ook voelt aan dit sobere interieur en de verstilde foto’s die hij ervan maakte.
Uiteenlopende stijlen
Als kind al was Alic gefascineerd door objecten en interieurs : “Met mijn moeder struinde ik de vlooienmarkten af, ik was nog echt klein toen ik wekelijks op de markt rondliep. Op mijn vijftiende heb ik mijn kamer ingericht. Dat vonden mijn vrienden boeiend. En toen begon het : ze vroegen om bepaalde objecten die ik gevonden had, te kopen. Zo ontstond er een soort ruilhandeltje : ik zocht wat zij wensten.”
Het opzoeken van objecten scherpt het oog en verruimt de horizon. Zo leer je mooi van lelijk onderscheiden en ontdek je dat ook andere stijlen kunnen boeien. “Daarom heb ik in mijn leven heel uiteenlopende interieurs gehad. Ooit bewoonde ik een huis vol oude bamboemeubels. Daarna had ik een art-deco-interieur en vervolgens een jaren-zestig-interieur. Alles was van rond 1960, tot en met de asbakken en de televisie toe. Maar dat ging allemaal weer de deur uit.”
Alic beschouwt deze verschillende interieurs als persoonlijke experimenten. Sinds ruim tien jaar evolueert hij naar een veel rustiger, bijna landelijke stijl die sterk poëtisch geladen is. Zijn Brusselse driekamerflat heeft zelfs wat van een kloostercel. “Ik hou van authenticiteit. Ik moet niets hebben van gepatineerde muren en overvolle decoraties. Als het om echt oude spullen gaat kan dat wel, maar wanneer het nieuw decoratiemateriaal is in oude stijl, nee. Mijn stijl is eenvoudig. Eigenlijk hou ik van de leegheid. Kale muren vind ik prachtig. Er hoeven niet altijd schilderijen aan te hangen. Een muur die het licht weerkaatst is eveneens mooi. En hier zijn de meeste muren ook kaal, waardoor het licht altijd mooi en helder is.”
Niet alleen de leegheid trekt Alic aan, ook de armoede. “Ik val voor povere, verschraalde materialen. Misschien wel uit reactie op onze westerse overdaad. Arme materialen, bijvoorbeeld een afgeschilferde lijst of een ruwe houten plank, zijn visueel belangrijk, ze schenken rust in het leven.”
Franse inspiratie
Volgens Alic moet je je bij het aankleden van een woning inspireren op de stijl van de architectuur. “De stijl van deze flat is simpel. Hier hebben nooit rijke meubels gestaan”, beweert hij. “Alles is dus eenvoudig van vorm en afwerking. Ik hou ook van eenvoudige, meestal landelijke meubels van Franse origine. Daar heb ik mijn reden voor. Oud meubilair uit ons land is zelden echt sober van vorm, nogal lomp van afwerking en doorgaans van eik. Ik hou van fruithout en vooral van geschilderde meubels. De eenvoudige Franse boerenmeubels hebben soms een hele elegante lijn en zijn vaak beschilderd. Ze zijn arm gemaakt, met verschillende houtsoorten die dan door wat verf werden gecamoufleerd. Op het Franse platteland zijn veel dingen mooi, van de gewone gebruiksvoorwerpen tot de architectuur. Veel huizen zijn onversierd. Ondanks het modieuze Parijs ontsnapten grote delen van de provincie aan de modetrends. Die traagheid, het feit dat die stijlen heel lang doorwerkten, straalt er vanaf : dat geeft rust.”
Die stelling klopt voor een groot deel. Rijke regio’s, zoals de Haute-Normandie, volgden de stedelijke stijlen intensiever, maar arme streken niet. Op het platteland ontstond een soort Shaker-stijl die ontsnapte aan de tijd. Zo bleef de eenvoudige directoirestijl van de late achttiende eeuw doorleven tot in het begin van de twintigste eeuw.
Alic houdt van een architectonische stijl met meubels opgebouwd uit horizontale en verticale delen en vrijwel onversierd. “Een stijl die je zowel als directoire of als biedermeier kan beschouwen : dus strak en utilitair.” Een stijl die wij het ‘klassieke minimalisme’ noemen en die het resultaat is van een hele evolutie die ook al jaren geleden begon, zowel in de moderne architectuur en design als in een deel van de klassieke decoratie. Klassiek en modern hebben elkaar natuurlijk beïnvloed, maar er is meer. Onderschat ook niet de invloed van buitenaf, van zowel Afrika als het Verre Oosten. De eenvoudige Afrikaanse gebruiksvoorwerpen en Japanse meubels hebben de westerlingen bekeerd. Eenvoud van lijn en afwerking betekenen niet langer esthetische armoede.
Arme kleuren
Alic houdt er ook een eigen kleurenpalet op na : “Mijn kleuren zijn arm. Soms zijn het niet eens kleuren, maar schaduwtinten, van zwart naar bruin en grijs. En hier en daar een fellere toets. Zo vind ik de rode Chinese lampion een belangrijk accent.” Zelf heeft hij ook enkele meubels en objecten ontworpen, zoals de schragentafel en alle lampen. “Ook die zijn sober van lijn en traditioneel afgewerkt, met pen- en gatverbindingen. Dat is mooi om te zien en degelijk.” Hoewel hij van vrij lege ruimtes houdt, is Alic toch gek op objecten. “Als ik iets moois tegenkom, kan ik het niet laten liggen. Dat kan van alles zijn : een doos, een fles, noem maar op. Ik val voor een mooie vorm, liefst een geometrisch figuur, zoals een ronde of vierkante doos. Al die objecten krijgen een plaatsje maar mogen niet rondslingeren. Ik leg ze allemaal in een nis naast de voordeur of in de keuken. Dat zijn de plekken waar ik niet lang blijf. Waar ik langer zit moet het leeg zijn. Plekken waar je gewoon langskomt mogen drukker zijn.”
Alic houdt van schilderijen, maar heeft thuis niet veel ophangen. Enkele ervan trekken de aandacht, zoals de sensuele vrouwenportretten van Louis Buisseret, een Waals expressionist, en het modern interieurschilderijtje van Pierre Bergian : “De vrouw omdat ze ietwat erotiserend is van stijl, heel gevoelig en poëtisch en het interieurtableau omdat dit het hele interieur weerspiegelt qua kleur en sfeer.”
Tekst Piet Swimberghe I Foto’s Jan Verlinde
“Arme materialen, zoals een afgeschilferde lijst of een ruwe houten plank, zijn visueel belangrijk, ze schenken rust in het leven.”
“Waar ik lange tijd vertoef moet het leeg zijn, plekken waar ik alleen langskom mogen drukker zijn.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier