Een opvolger, geen vervanger

Pierre Darge Freelancejournalist

Freelancejournalist 25-04-2006, 22:00 Bijgewerkt op: 07-12-2020, 22:17

De ontwerpers van de 207 noemen hem een opvolger, geen vervanger voor de 206. De productie daarvan loopt overigens gewoon door. De nieuwe kleine is herkenbaar aan zijn forse, frontale luchtinlaat die er in twee versies aankomt, een Classic en een Sport. De auto is 20 cm langer, 7 cm breder en 4,5 cm hoger dan de 206, en ook 20 cm korter dan de 307. De wielbasis groeide met 10 cm, en dat resulteert in 3,5 cm extra binnenruimte, te weinig om achterin echt comfortabel te zitten en zeker veel minder ruim dan in de bijna 30 cm kortere Toyota Yaris. De koffer is wel 25 liter groter dan in de 206.

Over de veiligheid van de 207 kunnen de ontwerpers dan wel trots zijn : vijf Euro NCap-sterren voor volwassen inzittenden, standaard voorzien van zes airbags en ABS en ruimte zat onder de motorkap om letsels bij voetgangers te neutraliseren. Maar die veiligheid heeft een prijs, en in dit geval bedraagt die 60 kg extra. Voeg daar nog 40 kg bij voor de schaalvergroting en nog eens 50 kg voor de toegenomen kwaliteit en uitrusting en men komt uit op 150 kg extra. De auto zet al 1200 kg op de schaal. Nu is die uitrusting wel oké, de afwerking staat op een hoog niveau en de lichtinval ook. De 207 krijgt 3 m2 ruiten mee, en desgewenst nog een vierkante meter – een panoramisch glazen dak.

Het interieur oogt aantrekkelijk en stevig, voor de twee verchroomde wijzerplaten werd inspiratie gezocht bij de motorindustrie. De stoelen zijn opvallend stevig en bieden een goede steun, de bestuurdersstoel is in de hoogte verstelbaar, het stuur in twee richtingen. Het handschoenenvak wordt met de rest van de wagen gekoeld.

Bij de introductie wordt de 207 voorgereden met vier motoren : twee benzinemotoren (1.4 en 1.6) en twee turbodiesels met dezelfde cilinderinhoud. Ter kennismaking proberen we even de 1.6 benzine / 110 pk uit. De acceleraties kunnen ons niet overtuigen. Die 150 extra kilo’s en een zekere gewenning aan de hoge koppelwaarden van de turbodiesels, spelen daar zeker in mee. Daarom kruipen we achter het stuur van de 1.6 HDI / 90 pk en ervaren meteen veel extra plezier ondanks 20 pk minder. Zelfs op de Mallorcaanse hellingen klimt de kleine met de aluminium zestienklepsmotor en de gestuurde turbo bijzonder gezwind naar de wolken. Voor een verbruiksmeting blijkt te weinig tijd, maar met een officiële mix van 4,5 liter / 100 km moet dat snor zitten. Kortom, een geslaagde kennismaking waarbij Peugeot zijn uitstekende chassis en prima wegligging in de verf zet.

Benzinerijders die graag wat extra pit willen, kunnen wachten op de 1.6 turbo met 150 pk en de koppelwaarden uit de turbodiesels. Dat model komt er over enkele maanden aan, en wordt in samenwerking met BMW op de wielen gezet.