“Ontwikkelingslanden help je toch het best door hun kinderen kansen te geven ?” Als fundraisingmanager bij Plan België moet Paul Deleye mensen warm maken om het Zuiden de hand te reiken. Hij is de schakel tussen Weekend Knack en ‘onze’ school in Cambodja.

“Ja kijk, daarvoor doen we het, hé.” Hij glimlacht, blij en trots. We staan in het Cambodjaanse dorpje Trapang Svay bij het ambitieuze schoolgebouw dat grotendeels opgetrokken werd met de steun van Plan België, onder meer met de opbrengst van het vorige Gala van de Gouden Garde van Weekend Knack. “Deze heel concrete resultaten met mijn eigen ogen zien, dat geeft me altijd extra veel zin. Om dag in dag uit donateurs te zoeken, ze warm te maken. Ze te overtuigen dat ze met die tachtig eurocent écht iets kunnen veranderen voor kinderen in het Zuiden. En om ook bedrijven aan te sporen een duit in het zakje te doen. Het is intensief, fondsen en sponsors werven. Maar hoeveel jobs hebben zulke concrete en hartverwarmende resultaten ?”

Paul Deleye (46) snuift gretig de mooie en bemoedigende beelden op. Nieuwe scholen, ambitieuze jongeren die zelf vrijwillig Engelse les geven in hun dorp, kleuteronderwijs dat vaste vorm krijgt, meisjes die mondig en vastberaden opkomen voor hun rechten. Jawel, Plan België zet een en ander in beweging in Cambodja (zie de reportage in Weekend Knack 38, nu te lezen op www.weekend.be).

Maar de idealist is evenzeer realist. Want ontwikkelingswerk begint met harde cijfers. De maandag na onze tocht in Cambodja is Paul Deleye alweer hard aan het rekenen. Vastberaden om het record van vorig boekjaar te evenaren : 12 miljoen euro haalde Plan België toen op.

De economische crisis maakt de Belg niet minder geëngageerd ?

Paul Deleye : De impact van de crisis moeten we wellicht nog voelen. Maar hoe dan ook is een langdurig engagement eigen aan de Plandonateurs, crisis of niet. Gemiddeld blijft iemand zeven jaar Plan Ouder van één kind. Al nemen we er ook meer en meer projectsponsoring bij : mensen kunnen nu ook eenmalig en rechtstreeks projecten steunen, zoals de bouw van een scholencomplex.

Het is een hardnekkig misverstand dat je als Plan Ouder rechtstreeks en alleen één specifiek kind steunt.

Dat is niet zo, inderdaad. Het geld gaat wél naar projecten in het dorp of de regio waar het kind woont, en waar het kind en de gemeenschap dus rechtstreeks voordeel bij hebben. Een school, een computerklas, een gezondheidscentrum bijvoorbeeld. Het kind geldt als een soort ambassadeur voor de realisaties van Plan in dat dorp. Het is de concrete getuige tegenover de donateur van de invulling van zijn giften. Maar het kind is niet de enige die geniet van de vrijgevigheid van onze donateurs.

De donateur kan zijn Plan Kind ook bezoeken, gebeurt dat vaak ?

Meer en meer. Plan organiseert het hele bezoek. Ter plaatse worden de Plan Ouders nauwgezet opgevangen en begeleid door lokale medewerkers. Alle Plan Ouders noemen het een uitzonderlijke ervaring. Enkele getuigenissen zijn te lezen op onze website.

De internationale Plankoepel is momenteel actief in 66 landen. Hoe gebeurt de selectie ?

Daar hebben we een rist indicatoren voor. Wat is het sterftecijfer bij kinderen ? Wat is de gemiddelde levensverwachting ? Wat het gemiddelde inkomen ? Hoeveel kinderen hebben toegang tot onderwijs ? Hoeveel geboortes worden er geregistreerd ? We onderzoeken ook het plaatselijke ngo-landschap. Zijn er al niet voldoende ngo’s actief ? Zijn er plaatselijke ngo’s waarmee we zouden kunnen samenwerken ? En dan starten we van nul. We zoeken een country director, die een lokaal team samenstelt en contacten uitbouwt met de overheid van dat land. En zo gaat dat van start.

Wat is er uniek aan Plan ?

Plan werkt voor kinderen, maar ook met kinderen. De betrokkenheid van de lokale bevolking is fundamenteel. We ondernemen niets zonder voorafgaand uitgebreid overleg met het dorp en de regio in kwestie. We organiseren heuse bijeenkomsten waarop iedereen – de kinderen, de vrouwen, de mannen, de gezagsdragers – zijn behoeftes verwoordt. Voor we starten, stellen we een budget samen en een vijfjarenplan, en zo zijn we definitief vertrokken. Ook de medewerkers rekruteert Plan altijd uit de plaatselijke bevolking. Op die manier dragen we bij aan de werkgelegenheid. En voorkomen we dat de boel als een pudding in elkaar zakt op de dag dat Plan beslist om zijn werking in dat land stop te zetten.

Wanneer beslist Plan om een regio of een land te verlaten ?

Op basis van diezelfde indicatoren. Als de levensomstandigheden stijgen, als het aanbod en de kwaliteit van het onderwijs stijgen… Eigenlijk is het de bedoeling van Plan om zichzelf overbodig te maken. Het is het doel om een regio of een land op de sporen te helpen zetten. Als die regio en de plaatselijke overheden de draad oppikken en het alleen aankunnen, dan stappen we op en zoeken we nieuwe regio’s om te helpen. Het is uiterst belangrijk om op tijd te vertrekken, al gebeurt dat wel altijd met hartzeer natuurlijk.

U werkt nu dertien jaar bij Plan België. Voor eenzelfde functie met gelijkaardige verantwoordelijkheden zou u in de privésector een pak meer verdienen. Twijfelt u er nooit aan om de ngo-sector te verlaten ?

Voor ik hier begon, heb ik enkele jaren in de bank- en de transportsector gewerkt. Ik vond het net een uitgelezen kans om daarna mijn ervaring en kennis vanuit de privésector te gebruiken om een ngo te helpen groeien. Want we mogen dan al werken voor een goed doel, onze aanpak is ontzettend down to earth en zakelijk. Moet ook. En na dertien jaar ben ik ‘verslaafd’ geworden aan die concrete dromen die we realiseren voor die 1.300.000 Plan Kinderen in alle uithoeken van de wereld. Per Plan Kind bereiken we er in de praktijk bovendien gemiddeld negen extra : dat maakt dat Plan International wereldwijd twaalf miljoen kinderen helpt. Dat is toch immens ? Het is een cijfer dat me voorstuwt. Ik ben zelf vader van drie kinderen, misschien raakt het me daardoor extra. Maar nogmaals : twaalf miljoen kinderen. Dan kun je toch in alle eerlijkheid zeggen dat je iets teweegbrengt in de wereld. Dat idee zou ik nog moeilijk kunnen missen.

Info : www.plan-belgie.org

Door Guinevere Claeys Foto’s Wouter Van Vaerenbergh

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content