Prestatiedrang, egocentrisme, koppigheid, held-haftigheid – of ze nu opduikt in kleine details of in grote opdringerigheid : mannelijkheid bestaat. Want een jochie of een macho, een vent is en blijft een vent. Mannen aan het woord over hun viriele trekken.

Praten over de seksen is zoals praten over seks : erover keuvelen is gezelliger dan het lezen van zwaarmoedige literatuur. Ook het geheim van mannelijkheid – de ware – is voer voor heel wat vrouwen- en mannenkransjes. Want hoe we ook de gelijkwaardigheid tussen de seksen bezingen, de ruige machocultuur afschrijven, de uniseksmode langzaam toelaten en wennen aan androgyne types, een perfecte kopie van elkaar zullen mannen en vrouwen nooit worden.

De Britse ontwerpster Vivienne Westwood flirt graag met die kloof. Haar in Milaan voorgestelde mannencollectie voor de zomer bevat T-shirts met foto’s van riante boezems – onlangs stopte ze zelfs borstvulsels onder de fijn geweven wintertruitjes van haar mannelijke modellen. In Californische kinderwinkels weet men wel raad met zulke sekseverschillen : daar verkopen ze een baby bonder : een grote slab die twee zuigflessen met speen net op borsthoogte houdt. Zo heeft de vader bij het geven van de pap niet alleen de handen vrij, maar geniet ook hij dezelfde innige verbondenheid tussen moeder en kind bij het zogen.

Hoe zit het met onze mannen ? Zijn ze uniseks ? Of dragen ze liever de viriele broek, de zakken gevuld met competitiviteit en eerzucht en de nodige dadendrang tussen de benen ? We vroegen het aan een paar mannen die het kunnen weten.

Jelle van Damme (19), verdediger bij Ajax

J elle Van Damme uit Lokeren legde zich als land- en tuinbouwstudent zo meesterlijk toe op het voetbal dat hij na het behalen van zijn diploma enkel nog voetbalvelden zag. Eerst werd het Germinal Beerschot Antwerpen, daarna de grote Nederlandse club Ajax. Van Damme is een krachtige jongeman van 1,94 meter, maar tussen al dat mannelijk, Nederlands geweld in het grote Arena-stadion is hij maar een klein Belgje. Volgens voormalig trainer Franky Van der Elst heeft hij “niet de techniek en flair van een Ajax-speler, maar wel een groot hart en een voorbeeldige mentaliteit.”

“Ik weet wat hij bedoelt”, reageert Van Damme. “Jongens die hun opleiding bij Ajax hebben gevolgd, staan voetbaltechnisch zeer sterk. Maar mijn opvallendste talent is mijn instelling. Ik geef niet snel op, ik zet door tot het laatste ogenblik. Ook als het slecht gaat, kan ik mentaal altijd nog motivatie vinden en uitstralen.”

In ‘De eerste sekse’ beweert antropologe Helen Fisher dat mannen recht op hun doel afgaan en vrouwen veeleer met het proces bezig zijn.

Jelle Van Damme : Natuurlijk spelen we om te winnen. Ik kan niet ontkennen dat scoren het belangrijkste is. Maar voetbal is ook een teamsport. In een match waar weinig echt voetbal te zien is, kan je ervoor kiezen om alle middelen in te zetten. Maar spelen met de ellebogen of je medespelers overslaan, dat is niets voor mij. Laat competitiedrang dan een mannentrek zijn, daar doe ik niet aan mee. Wat niet wil zeggen dat ik er immuun voor ben. Ook binnen de ploeg is er concurrentiedrang. We zijn met vierentwintig spelers, waarvan er telkens maar achttien op het veld mogen. De rest zit op de tribune een beetje stil te wezen. De frustratie daarbij is ronduit voelbaar. Bij mijn eerste wedstrijd mocht ik amper een kwartier van de bank komen. Dat is weinig, maar als jonge, beginnende speler vond ik dat al een hele eer. Bovendien vertaalt zich dat ook op je bankrekening, want topvoetbal draait om veel geld. Je mag als man nog zo eerzuchtig zijn, ook omwille van de extra premies wil je dat veld op. Spijtig, maar het is nu eenmaal zo.

Je lijkt het allemaal wel te relativeren. Van thuis meegekregen ?

Als ik in Lokeren ben, woon ik bij mijn ma. Mijn ouders zijn al zeven jaar gescheiden. Verder heb ik nog een broer van zestien jaar. Van de opvoeding die ik kreeg van mijn vader, herinner ik me vooral zijn strengheid. Hij had regels en die moesten gerespecteerd worden. Misschien heeft dat ervoor gezorgd dat ik nu ruggengraat heb, al heeft de zachtheid van mijn moeder me minstens even veel geleerd. Zij heeft me op een andere manier leren doorbijten, één die minder met angst te maken had. Later wil ik het zelf ook allemaal op een warme manier doen. Gaan wandelen met de kinderwagen, veel met de kinderen spelen. Ik zal wel een moderne man zijn, zeker ?

Heb je ook typisch mannelijke voornemens ? De kostwinner zijn, beschermen en de lijnen uitzetten ?

Als ik in mijn huisje in Nederland ben, doe ik alles zelf. Ik was, plas, strijk, doe inkopen en kook. Als ik een trui zie rondslingeren, vouw ik die mooi op. Mannelijk of niet, dat doe ik gewoon graag. Nu ik sinds kort een vriendin heb, vraag ik me wel eens af hoe het later moet. We zijn nog maar net samen en nu al voel ik een grotere verantwoordelijkheid. Maar verder ga ik ervan uit dat een goede relatie op de eerste plaats komt, de taakverdeling komt vanzelf. Dat ieder maar doet wat hij goed kan en graag doet, zowel wat de huishoudelijke taken, de opvoeding van de kinderen of het werk betreft.

Zou je ooit zo’n borstentruitje van Vivienne Westwood dragen ?

Neen, daar moet ik mee lachen. Ik hou niet van attributen, ook niet van een macho leren broek of een piercing. Cool doen, je emoties onder controle houden, dat is zo geforceerd. Als voetballer toon ik mijn emoties tijdens de match en dat wil ik ook graag daarbuiten kunnen. Verder wil ik ook een man kunnen zijn in een gewone jeans en een sweater. Wat dat betekent, weet ik ook niet. Mezelf zijn, misschien ?

Peter Raymakers (35), adjudant bij het Belgisch leger

Het Kwartier Luitenant Limbosch, de thuishaven van de paracommando’s van Diest, is een legerbasis en dus typisch mannelijk terrein. Eens de wachtpost voorbij, valt echter meteen op hoe gewoontjes het hier is. Er lopen alleen geüniformeerde mannen rond, maar hun machogehalte is kleiner dan verwacht. En die mythe dan over superviriele para’s die onverschrokken tot het uiterste gaan voor het vaderland ?

Even checken bij Peter Raymakers, al twintig jaar bij het leger en nu aan het hoofd van een peloton dat bij interventies per jeep of te voet een speerpunt vormt. Als verkenners gaan ze het bataljon vooraf om te zoeken naar inlichtingen over de vijand en het terrein. Daar komt ook valschermspringen bij te pas en ja, ook wapengekletter. “Schieten met antitankwapens geeft een kick”, bekent Raymakers meteen. “Anderzijds hoort dat gewoon bij het leger, zoals een mes en een vork bij het eten. Ik heb tijdens onze opdrachten in Kosovo, Bosnië of Kroatië nooit werkelijk op mensen geschoten, maar ik ben wel getraind om het te doen. Het is ofwel ik, of de vijand, daar ben ik van doordrongen. Over het psychologische aspect hoor je weinig praten, ook niet door collega’s die de trekker al wel hebben overgehaald. De omstandigheden van een operatie zijn meestal zo hard, dat het fysieke primeert. In regen, hitte of vrieskou dagenlang wakker blijven, een rugzak meesjouwen en toch gefocust blijven op je doel, is zwaar.

Hecht je ook belang aan je fysiek buiten de trainingen ?

Zeker. Ik wil er goed uit zien. Zoiets als een bierbuik is niet mannelijk. Vrouwen hebben rondingen, mannen hebben spieren. Hier op de legerbasis zie je ook wel tatoeages, snelle wagens en motoren, maar zelf heb ik dat niet nodig. Wel speelt altijd de drang om de beste te zijn, vooral dan bij de sportproeven. Beter en sterker willen zijn dan een ander, dat is toch wel een mannentrekje. Een man staat voor kracht en uithouding. Wie wil er nu een slappeling zijn ?

Man zijn gaat toch niet alleen om de buitenkant ?

Toen we vier maanden in Kosovo zaten, merkte ik hoelang mannen iets kunnen opkroppen. Uiteindelijk komt het er dan agressief uit : er wordt gebruld, een vuist gemaakt en afgereageerd. De volgende dag is het voorbij. Vrouwen maken daar veel meer woorden aan vuil. Emoties worden hier doorgaans minder besproken dan in het burgerleven, al houd ik meer en meer rekening met de situatie van mijn mannen. Ik begrijp dat iemand die in een echtscheiding zit, tijdelijk wat gedemotiveerd is. Maar verder zijn de typische gespreksthema’s toch het leger, voetbal en vrouwen. Een vrouw hebben of er toch ten minste over praten, hoort erbij onder mannen. Ook dat is een vorm van graag winnen.

Zijn doelgerichtheid en prestatiedrang belangrijk voor jou ?

Zeker, dat hoort bij mijn job. Als we op patrouille de opdracht krijgen een vijandelijk huis te doorzoeken en met informatie terug te komen, dan wil iedereen dat zo snel en zo goed mogelijk doen. Alleen een gewonde of een dode kunnen ons dan stoppen, niets anders. Wie aarzelt, is niet genoeg getraind. Ik weet niet of vrouwen die druk aankunnen, maar voor ons is dat motiverend. Thuis, bij mijn vrouw, kan ik die doelgerichtheid wel vergeten, al moet ik zeggen dat ik ook op vakantie toch graag door de Pyreneeën trek. En nu we een huis gaan bouwen, voel ik dat ik dat graag zo snel mogelijk voltooi. Een eigen huis, dat wil toch wat zeggen, net zoals een auto, en een vrouw. Het geeft je een bepaalde status.

Hoe zie je het gezinsleven in dat huis ?

Ik ga ervan uit dat we de huishoudelijke taken verdelen. Ramen wassen kan ik niet goed, maar huishoudelijk werk maakt je een volledigere man. Ook de zorg voor de kinderen hoort erbij, al heb ik er geen en koester ik geen moederlijke gevoelens. Ieder zijn aard.

Wat is typisch mannelijk ?

Belang hechten aan het respect van meerderen en ondergeschikten. Dat moet je verdienen. Als adjudant wil ik laten zien wie ik ben, ik heb een voorbeeldfunctie. Vroeger was ik een mager mannetje met een brilletje op, een nerd. Vandaag heb ik meer zelfvertrouwen. Een echte man komt uit voor zijn mening, weet wat hij wilt bereiken en gaat ervoor. Hij is kordaat en stevig, als een rots. Niet dat ik altijd mijn zin doordrijf. Ik ben soms koppig, maar in de relatie met een vrouw bijvoorbeeld, is het even mannelijk om te erkennen dat ook zij een persoon is met een mening. Echte venten kunnen daarmee omgaan. Nu, technische dingen zoals de auto en computer zijn wel mijn domein. Mijn vrouw mag er gebruik van maken, maar ik weet er het meeste van. En de deur voor haar openhouden, de auto voorrijden en de boodschappen inladen, dat hoort er ook bij.

Filip Cauwelier (27), Kristof Michiels (29) en Serge Buysse (29), samen ’t Hof van Commerce

Hiphop is een aparte wereld. Mannen die rappend op het podium staan, bedienen zich graag van eigen, agressieve gebaren en kleden zich vaak nauwkeurig op de wijze die MTV voorschrijft : veel te wijde broeken, T-shirts van het juiste merk, een petje op de juiste manier gedragen, het hoort er allemaal bij als je cool wil zijn.

De West-Vlaamse rapgroep ’t Hof van Commerce lapt de dress code alvast aan zijn laars. Bijnamen horen er echter wel bij : Filip, Kristof en Serge worden Leverancier, DJ 4T4 en BZA. Stoerdoenerij ? “Voor mij is het eenvoudig”, zegt Buysse. “Mijn naam wordt in het West-Vlaams al snel Buzze, BZA dus.”

Cauwelier : “Mijn bijnaam is mijn bijdrage aan het spel rond hiphop. Dat stoere hoort er gewoon bij, al meent de ene dat al ernstiger dan de andere. Ik persoonlijk neem het met een grote korrel zout. Het heeft ook niets met man zijn te maken : ook vrouwen in de hiphop zetten een grote bek op.”

Michiels : “In mijn geval werkt mijn echte naam niet : DJ Kristof, dat klinkt toch niet. 4T4 is een fantasietje zonder betekenis. Om muziek aan een publiek voor te stellen, moet je wel een imago kweken. Trouwens, hiphop ontstaat vaak uit onmacht. Wie niet geschoold genoeg is of geen geld heeft om instrumenten te bespelen, begint dan maar te rappen. Het gaat meer om de wens om muziek en plezier te maken dan de nood om te protesteren tegen onrechtvaardigheid. Hiphop is allang geen undergroundmuziek meer, het is een spel.

Jullie teksten zijn haast nostalgisch. Waarom niets stevigers bij al dat stoer doen ?

Buysse : We hebben het inderdaad over Izegem en een BMX‘je. Maar waar moet ik anders over zingen ? Ik ben nooit misbruikt of zo. Ach, de tekst… Amusement is het hoofddoel. En wat dat stoere betreft : als ne vent depressief wordt als de zon niet schijnt, denk ik algauw : flikker , jeannette, sissy. Zo’n gezaag verdraag ik niet. Dan moeten ze maar man wezen en inpakken. Als je ergens geen greep op hebt, stap er dan over. Dat is pas mannelijk.

Cauwelier : Voor mij spreekt mijn mannelijkheid vanzelf. Ik voel me man, punt. Attributen heb ik daarvoor niet nodig, al speel ik op het podium wel graag met clichés. Ik wil ze bevestigen en tegelijk relativeren. Het lijkt soms alsof ik dat meen, maar dan denk ik aan wat ik onlangs op café zag. Twee zwarten in een coole tenue wilden een handshake geven. Ze droegen de perfecte outfit en kenden duidelijk de bewegingen. Maar ergens tijdens het draaien en wringen liep het fout, ze wisten niet meer hoe ze het moesten afmaken. Dat vond ik een zalig beeld : ernst en relativering samen. Wij zeggen trouwens gewoon ” Hey” tegen elkaar.

Buysse : Al die bewegingen betekenen niets. Alleen ‘ peace’ en ‘ love’ hebben een eigen teken. Trouwens, zoiets volgen is toch maar een uiting van een kuddegeest.

Wie of wat is voor jullie het toppunt van viriliteit ?

Michiels : Elvis, zonder commentaar.

Buysse : Voor mij is dat iemand die zijn fysieke grenzen kan verleggen, iemand die de eindmeet van de Iron Man-triatlon haalt. Ik ben al buiten adem voor ik aan de hoek kom.

Cauwelier : Ik zie het romantischer : Al Pacino in The Godfather. Hij wil niets te maken hebben met de maffia, verzeilt er toch in, maar neemt uiteindelijk de zaak in handen. Hij heeft uitstraling, hij kan zoals de meeste mannen zijn kleine kantjes niet toegeven, maar ziet zijn familie wel doodgraag.

Michiels : Man zijn heeft voor mij met trots te maken. Een gezin willen onderhouden, bijvoorbeeld. En wat ik verder typisch vind : een man laat een wind en maakt daar geen problemen rond. Gewoon, recht voor de raap.

Cauwelier : Je ouderlijke nest verlaten en zelf voor je leven zorgen, dat vind ik redelijk mannelijk.

Mag Vivienne Westwood mannen borsten geven ?

Michiels : Dat is tegennatuurlijk. Wie de natuur wil manipuleren, lijdt aan grootheidswaanzin.

Cauwelier : Met attributen krijg je hetzelfde inlevingsvermogen als wanneer een vrouw een voorbindpenis gebruikt : geen dus. Ik wil wel luisteren naar vrouwen, maar ik hoef er geen te zijn. Unisekskleding is praktisch, maar daar koppel ik geen gevoelens aan.

Buysse : Ik ben een vent. Van ontwerpers die vrouwenkleding maken voor mannen krijg ik een politiek oncorrecte bui. Er is iets mis met mannen die borsten willen, net zoals er iets mis is als vrouwen op een dag een komkommer in hun broek gaan steken.

Michiels : Kijk, dat is nu mannelijk : lachen als je niet hoort te lachen. Mannen onder elkaar grappen graag over gehandicapten, uitgehongerde kindjes en jeannetten. We laten niet graag zien dat we gevoelig zijn, hé. Maar het kan ons ook minder schelen wat iemand anders van ons denkt, al willen we ons wel belangrijk voelen.

Cauwelier : Eigenlijk praat ik niet graag, en zeker niet over serieuze onderwerpen. Mijn lief wilt altijd alles uitpraten, volledig tot op het bot. Typisch. Ik sluit liever snel af. Dus wat mij betreft : een man is een man en een vrouw is een vrouw. n

Gretel Van den Broek / Foto’s Guy Kokken

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content