Een loft voor Lodewijk XV

Toen het eclectische herenhuisproject resoluut werd ingeruild voor een ultramoderne loft, moesten de Lodewijk XV-kamer, het Chinese paviljoen en de antieke portrettengalerij een plaats krijgen in dat nieuwe concept. Een duet voor extremen.

Ik ben geen minimalist.” Zo stelt ontwerper-architect Anthony Duffeleer zich voor. Hoewel de nog jonge architect enkele jaren in het ontwerpatelier van Maarten Van Severen werkte en hij de sobere aanpak in de vingers heeft, wil hij niet op die stijl vastgepind worden. Duffeleer, die behalve architect ook juweelontwerper is en zich vooral in de kijker werkte met zijn opvallende verlichtingsarmaturen voor de Belgische fabrikant Dark, durfde de niet-alledaagse uitdaging aan.

Bent u onze architect ? Met die vraag stelden de eigenaars van een schitterend gelegen loft in Boom zichzelf voor aan vijftien Vlaamse architecten. De bijlage van de mail bevatte een lijvig dossier : zorgvuldig en uitgebreid gedocumenteerd met foto’s van allerhande projecten, meubelen en sferen waartoe de eigenaars zich aangesproken voelden, aangevuld met een verrassende inventaris van hun barokke meubelen, Vene- tiaans glaswerk en pastorale schilderijen. De presentatie bevatte verder nog realisaties van Philippe Starck waartoe ze zich erg aangetrokken voelden : het gitzwarte interieur van de kristalgigant Baccarat, het kleurrijke New Yorkse Metropolitan Hotel en de diverse restaurants waar de Franse architect zich heeft uitgeleefd in extreme eclectische combinaties.

Duffeleer voelde zich meteen aangesproken door de grote precisie en betrokkenheid die bleek uit deze aanpak. “Toen ik de beelden zag van het gebouw, een oude bloemmolen aan de oever van de Ruppel, en hun stilistische denkpiste bestudeerde, zag ik haast voor mij hoe ik het zou aanpakken. Mijn reactie was dan ook enthousiast.”

Het klikte aan beide kanten. Louis : “Tijdens onze eerste ontmoeting bleek vrij snel dat we op dezelfde golflengte zaten en dus besloten we samen te werken. Een beslissing waarover we nog altijd enthousiast zijn. Achteraf bleek dat Anthony niet alleen als eerste reageerde, maar ook de enige architect was die op een toffe en positieve manier heeft gereageerd op onze mail.”

TOCH EEN LOFT

Een loft was niet meteen de woning waar het koppel van droomde. Integendeel, zij zagen zichzelf helemaal zitten in een klassiek herenhuis. De zoektocht naar een geschikt pand verliep echter niet zonder problemen. Beide mannen keken al een geruime tijd uit naar een groot en goed gelegen herenhuis. Voor de inrichting hadden ze een vastomlijnd concept klaar : het woongedeelte zou strak en modern worden en de andere kamers zouden een ludieke toets krijgen door ze te decoreren volgens een specifiek kleur- en stijlthema. Het geschikte pand liet echter op zich wachten, maar intussen kocht het koppel wel al de meubelen waarvan ze dachten dat ze zouden passen in hun droomhuis. “Wij zijn onvoorstelbare verzamelaars. Het is onze grote passie om op zoek te gaan naar originele spullen. Daarvoor reizen we desnoods de wereld rond”, aldus Louis. “Zo hebben we een zwak voor het barokke Venetiaanse glaswerk. Op een van onze talrijke reisjes naar de dogestad werden we heel toevallig getipt dat er in Boom een oude bloemmolen verbouwd zou worden tot lofts. We zijn gaan kijken en waren meteen verkocht. Gedaan met de plannen voor het klassieke herenhuis !”

Uiteraard had die radicale ommezwaai de nodige consequenties. Dat aan de keuze van een architect maanden van voorbereiding voorafgingen, vond Anthony Duffeleer juist bijzonder interessant. Slecht zelden is een project dermate gemotiveerd en de vraag zo duidelijk omlijnd. Daarbij zou Louis, die zijn opnamestudio had verkocht en wat tijd voor zichzelf wenste, fulltime het project begeleiden. Anthony : “Een dergelijke samenwerking is zeer intens maar ook zeer bevredigend. We hebben urenlang gepraat, meestal gewoon over het leven. Voor mijn ontwerp is dergelijke informatie vitaal. Ontwerpen mag niet los staan van een persoonlijke context. Alle elementen spelen een rol. Voor mij is architectuur, zowel binnen als buiten, onlosmakelijk verbonden met en een gevolg van een (persoonlijke) context. Communicatie en inlevingsvermogen zijn dus zeer belangrijk. Daarom wil ik uren en desnoods dagen met de mensen praten en discussiëren tot ik hen in alle aspecten aanvoel.”

Het betekende vooral ook rekening houden met de aparte smaak en combinaties van het duo. Louis : “Ons probleem is dat wij zowel heel sober modern als antiek barok graag zien, we willen ook niet kiezen. Het is een boutade te zeggen dat we van eclectische objecten houden. We zijn erdoor gepassioneerd en zelfs meer dan dat. We hebben een voorliefde voor opvallend antiek, zoals de Lodewijk XV-meubelen, gemaakt door de Franse meubelmaker André Charles Boulle. Uiteraard hebben veel van die dingen een exuberante prijs of ze zijn gewoonweg onvindbaar. Een van onze eerste aankopen was trouwens een buffetkast, een exacte replica van een Boulle, gemaakt in Egypte. Als het kan, kopen we authentieke spullen en originele kunstwerken, maar dat kan niet altijd. En omdat we ons toch met mooie werken willen omringen, kiezen we bewust voor goed gemaakte, betaalbare reproducties in plaats van middelmatige kunst.” ( zie ook kader op p. 39)

Elk meubelstuk werd minutieus met de architect besproken en in het concept ingepast. Niets werd aan het toeval overgelaten. Voor het basisconcept werd vertrokken vanuit de ruimte. Duffeleer : “Een ruimte met een oppervlakte van 216 vierkante meter en aan drie zijden ramen met uitzicht over het water, het is een uitzonderlijk gegeven. Ik wou dan ook die openheid zoveel mogelijk behouden. Het ritme van de ramen is ongelooflijk belangrijk. Het plafond lieten we met een meter zakken. Om er alle technische voorzieningen onder te brengen, maar vooral ook om de ruimte op mensenmaat te brengen. In het verlaagde plafond zitten bijvoorbeeld lichtstraten verwerkt die elk moment van de dag de gewenste ambiance kunnen oproepen.”

DRESSING MET FLANEERZONE

Duffeleer ontwierp twee losse volumen die de ruimte opdelen. Het eerste is langgerekt en herbergt keuken, bijkeuken, berging, toilet en wasruimte. In het tweede, deels transparante volume zijn de slaapkamer, badkamer en dressing ondergebracht. Dat laatste heeft nog een extraatje : rondom werd een soort van glazen galerij gecreëerd. Anthony Duffeleer : “Zo’n loopzone heeft een zekere theatraliteit. Men kan er flaneren tussen de kolommen en het glas. Doordat de oude schilderijen achter het glas hangen, zijn ze ook minder pertinent aanwezig.”

“Onze ongeschreven droom kon niet beter architecturaal vertaald worden dan hoe Anthony dat heeft gedaan”, aldus Louis. “Het is een perfecte symbiose van onze leefwereld geworden en een sublieme integratie van oud en nieuw, modern en antiek, kitsch en design. Ondanks het effect van de helwitte ruimte met de verrassende meubelstukken, is het nooit de bedoeling geweest om effecten na te jagen. Integendeel. Zoals de ruimte is opgedeeld en alles is gepositioneerd, func- tioneert ze voor ons perfect. We vinden in deze loft absoluut de rust waarnaar we verlangden. Vierhoog, met de zee van licht, voelen we ons letterlijk een beetje in de wolken. Het enige minpunt is dat we geen reden meer hebben om op zoek te gaan naar nieuwe spullen. Dus beginnen we stilaan te denken aan een nieuwe droom. Misschien een klein buitenhuisje in Toscane ?”

Een nep-Mondriaan voor 300 euro

Replica’s van grote schilders in huis halen,

kan dat zomaar ? “Je moet een duif eerst levensecht kunnen naschilderen, voor je ze kunt abstraheren”, zei Picasso ooit. Voor veel schilders uit lagelonenlanden werd dat het motto om replica’s te maken. “Namaak is legaal als de oorspronkelijke kunstenaar meer dan 70 jaar dood is”, weet Salvador Ferreira van auteursrechtenvereniging Sabam. “Voor een fake ‘Mondriaan’ betaal je bij ons 300 euro en voor een ‘Rembrandt’ een dikke 1100 euro”, zegt Jos Schraemakers van MasterPainters Copies. Het Nederlandse internetbedrijf werkt met Thaise schilders, maar andere firma’s ronselen copycats in Oekraïne, Rusland, Roemenië, Bulgarije, India, China of Japan. Daar leggen kunstacademies in hun klassieke opleiding nog steeds de klemtoon op technisch correct naschilderen. En ze doen dat voor een hongerloon. “De prijs van een replica hangt af van de werkuren, de graad van detaillering en het formaat van het origineel. En niet van de faam van de oorspronkelijke schilder”, aldus Hanneke Verschuur van de Kunstfabriek. “Ons doelpubliek bestaat uit mensen die niet tevreden zijn met een poster of wild zijn van een onbetaalbaar meesterwerk. Ook kunstverzamelaars die hun origineel veilig in een kluis bewaren, bestellen bij ons een kopie om in huis op te hangen.” Uiteraard bestaat er ook een illegaal circuit. Op internet vind je gemakkelijk bijvoorbeeld kopieën van Mondriaan, Picasso, Warhol of Liechtenstein, en die leefden nog allemaal 70 jaar geleden. Zonder de toestemming van de kunstenaar of de erfgenamen ervan, mag je hun werk dus niet imiteren. (TD)

Kat De Baerdemaecker

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content