Stefaan (39) heeft bindingsangst, maar vond na jaren zoeken toch Murielle (37), een gescheiden moeder van twee dochters. Trouwen, kinderen hebben of een huis kopen schrikt Stefaan enorm af, dus behelpt het koppel zich zonder settelen.

Murielle is de eerste vrouw waar ik me écht goed bij voel. Een klein mirakel is dat, want mijn vorige vier relaties mislukten allemaal, en altijd om dezelfde reden : ik raakte verstrikt in een gesetteld leven, waar ik geen uitweg in zag. Telkens werd ik gek, want iedere vriendin palmde me compleet in. Ik zag mijn leefwereld verkleinen en mijn toekomstbeeld vernauwen, terwijl ik net ademruimte en vrijheid nodig heb. ‘Sociale claustrofobie’, noemt Murielle dat karaktertrekje soms. Of bindingsangst. En ze heeft gelijk : ik wil nergens in vastroesten. Een huis kopen zie ik totaal niet zitten, ik wil geregeld verhuizen om weer nieuwe indrukken op te doen, nieuwe mensen te leren kennen. Daarom houden vriendschappen bij mij ook nooit lang stand.”

“Trouwen vind ik zowat het beklemmendste wat er bestaat. Je vriendin op je huwelijksdag beloven ‘voor eeuwig samen te blijven’, is een prachtig symbool, maar ik zie het mij echt niet doen. Hetzelfde denk ik over samen kinderen hebben : een heel mooi engagement, maar ik wil en kan het niet nemen. Mijn kroost zou mijn leven totaal hypothekeren en ik zou me daar heel slecht bij voelen. Dat klinkt heel cru, ik weet het. Maar ach, ik hoor een kameraad op café wel eens verbitterd zeggen : ‘Wanneer je als koppel elkaar niks meer te vertellen hebt, maak je trouwplannen. En als de euforie van het huwelijk achter de rug is, en de sleur er weer insluipt, begin je aan kinderen.’ Dat klinkt al even cru, vind ik. Eén ding weet ik zeker : het is een vreselijk stramien waar ik nooit wil in terechtkomen.”

“Ik voel me nergens thuis. Niet in een bedrijf – ik ben zelfstandige -, niet in een gezin, niet in een dorp. En tot voor kort niet in een relatie. Murielle is een heel lieve vrouw, die me gelukkig wél genoeg ruimte laat. Voor haar is die afstand ook welkom : na haar stukgelopen huwelijk wou ze liever een relatie waarin ze niet verstikte. Toen we elkaar leerden kennen op een – toegegeven geforceerd – vrijgezellenfeestje, waren we allebei bijzonder voorzichtig. Murielle wou niet nog eens gekwetst worden door een man, ik was op mijn hoede voor vrouwen die me wilden inpalmen. Het klikte, we werden een koppel, maar we beloofden elkaar niks te overhaasten. Dat is nog steeds zo, en het werkt prima, nu al bijna zeven jaar. Al lachend noemen Murielle en ik het wel eens ‘een latrelatie, maar dan onder één dak’.”

“Toch blijft het voor mij wennen aan het idee ‘vaste relatie’. Ik noem Murielle bijvoorbeeld nooit ‘mijn vrouw’. Ze is niet mijn bezit, we zijn één plus één, niet twee. Ik weet ook niet zeker of Murielle en ik samen blijven. Nu ziet het er prima uit, maar het kan evengoed afspringen tussen ons. Dat zou jammer zijn, maar ik denk niet dat we er compleet kapot zouden van zijn. We relativeren liefde allebei. En alleen wie torenhoge verwachtingen heeft van een relatie, smakt keihard op de grond van teleurstelling. Wij stellen ons niet onmisbaar op voor elkaar, en dat maakt het voor ons leefbaar. Af en toe krijg ik het nog wel eens benauwd met haar. Maar wanneer ik voel dat ik aan het settelen ben, trek ik eropuit. Alleen, om weer te beseffen dat er een uitweg is. Maar ik keer altijd terug naar Murielle. Is dat dan pure liefde ? Ik weet het niet. Weet je, ik geef het niet vaak toe, maar ik zie Murielle echt graag. Op mijn manier dan. Veel mensen noemen onze liefde vriendschap, maar wij weten beter : dit is de manier waarop we ons allebei het beste voelen.” Ik viel voor Stefaan omdat hij iets onbereikbaars uitstraalde. Toegegeven, hij zag er ook heel goed uit, maar zijn ondoorgrondelijke kantje maakte me nog verliefder dan ik al was. Hij zag me wel zitten, dat voelde ik, maar hij speelde ‘ hard to get’ als een intrigerende verleider. ‘Het mysterie’ was zijn bijnaam als ik over hem fantaseerde tegen vriendinnen. Nooit gedacht dat ik nog verliefd kon worden na mijn mislukte huwelijk. Met mijn vorige man heb ik twee schatten van dochters. Ze zijn nog te jong om het te beseffen, maar ze bieden me veel troost. Door hen voelde ik me na de breuk niet compleet in de steek gelaten. Toch sijpelde de eenzaamheid binnen. Ik voelde een intense drang naar bevestiging, naar graag gezien worden. Tegelijk was ik bang voor een nieuwe relatie, bang om me opnieuw helemaal te geven aan een man.”

“Het lijkt toeval, maar op het moment dat ik Stefaan ontmoette, was de slopende scheidingsprocedure met mijn ex ongeveer rond. We stonden allebei wat ongemakkelijk aan de toog op een feestje en praatten dan maar wat. Ik was al blij met zijn aandacht. We bleven afspreken en contact houden. Ik was verliefd, maar het heeft een tijdje geduurd voor ik me volledig op mijn gemak voelde bij hem. Hij is zelfverzekerd en rustig, maar absoluut geen babbelaar. Voorzichtig groeiden we naar elkaar toe. Onze relatie begon nogal afstandelijk, hij is niet echt een passioneel type. Dat verbetert wel, dacht ik, hij is nu eenmaal een harde noot om te kraken, maar hem ontdooien zal ik. Maar het verbeterde niet, integendeel : Stefaan was heel vaak weg voor zijn job, hij bood me wel een luisterend oor, maar geen echte genegenheid. Die afstand bleef. Eerst dacht ik dat het mijn schuld was. Dat ik niet mooi genoeg was voor hem, dat ik iets fout deed. Tot hij me op een avond vertelde over zijn bindingsangst.”

“Intussen heb ik ermee leren leven. Het is een compleet andere manier van samenwonen, maar na mijn vorige relatie was dat misschien wel nodig. Weet je, Stefaan kan heel lief en attent voor me zijn. Van die kleine momenten geniet ik heel intens. Maar palm ik hem iets te veel in, dan wil hij vluchten. Hem zeggen dat ik hem ‘nooit meer kwijt wil’ is al genoeg om de veer bij hem te breken. Dan ziet hij zijn toekomst vastroesten. Als dat gevoel te erg wordt, wil hij zich losrukken en vluchten. Soms trekt hij er zelfs op zijn eentje op uit, onaangekondigd. Met zijn motor of te voet, de natuur in. Vaak is hij ’s avonds al terug thuis, maar sporadisch blijft hij een paar dagen weg. In het begin was ik ongerust als hij dat deed. Hij heeft een ander, dacht ik, of hij wil zelfmoord plegen. Of hij krijgt het op zijn heupen van mij. Maar nu maak ik me geen zorgen meer : hij wil gewoon even losbreken uit de routine.”

“Seks met Stefaan voelt vreemd aan. Hij kan zich aan niets of niemand binden, dus totaal opgaan in mij en in een vrijpartij kan hij niet. Dat voel ik. Zijn overgave is niet de mijne, zijn genot is niet puur. Soms denk ik weleens : Stefaan zonder bindingsangst zou de perfecte man zijn voor mij. Maar anderzijds is die afstand tussen ons misschien wel gezond. Ik zou niet verder kunnen zonder hem, maar dat wil hij niet geweten hebben. Ik liep ooit met trouwplannen rond, maar ik weet dat ik Stefaan daardoor verlies. Ik zou liever wat meer zekerheden hebben in onze relatie, helaas liggen die niet voor de hand. Mocht het ooit slecht aflopen tussen ons, zou hij me veel minder missen dan ik hem. Dat besef ik maar al te goed. Vrienden vragen me wel eens wat me aan hem bindt. Wel, als hij weer eens tabula rasa maakt in zijn leven, dan moeten alle zekerheden eraan geloven. Maar twee dingen houden altijd stand : hijzelf en ik. Hoopvol, toch ?”

Fictieve namen beschermen de privacy.

Door Thijs Demeulemeester

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content